Het open podium Unplugged is door de jaren nogal veranderd – van de begintijd in jazzcafé De Twee Spieghels voor een klein publiek, via afgeladen zaaltjes in Old School bij de Pieterskerk tot een vaste stek in Resistor. Langzamerhand is het ook internationale toeschouwers gaan trekken, daarom zijn de meeste aankondigingen en publieksinteracties tegenwoordig in het Engels: van open podium tot open mic.
Bij een normale Unplugged-avond treden zes acts op, elke act met drie nummers, waarvan hoogstens één cover. Op deze jubileumavond zijn de gebruikelijke regels aan de kant geschoven: sommigen spelen wel zes songs. Door het grote aantal acts en nummers krijgen we lekker veel muziek, maar loopt het programma nog meer uit dan gebruikelijk. De muzikale dwarsdoorsnede van tien jaar Unplugged is veelzijdig als altijd: er staan één tot vijf artiesten op het podium, de meesten hebben hier al vaak gestaan maar Daan van Velsen is relatief nieuw. Stilistisch gaat het van Narda’s droevige liedjes met piano tot Songs by Suzy’s vrolijke avonturenschets van schichtige huisvrouwen, op zoek naar mannen te huur voor een uur.
Bij binnenkomst worden we in de Vrijplaats begroet door een beamer die een selectie van 270 foto’s projecteert van optredens uit het verleden. Een leuke afwisseling is dat tegenwoordig de optredens allemaal op het podium van Resistor plaatsvinden, maar nu zijn de optredens afwisselend in de concertzaal en boven in de vide. De akoestiek is ook boven prachtig, maar tussendoor stijgt het geroezemoes van de bar op de begane grond op en vult mede deze ruimte. De muzikanten luisteren niet naar de stakingsoproep van stadsgenoot Marinus van der Lubbe, die als fresco toekijkt – hier wordt met hart en ziel gespeeld.
Het publiek is welwillend als altijd: het luistert aandachtig, reageert op wat de artiest doet en applaudisseert stormachtig na elk nummer. Het is dan ook geen wonder dat artiesten Unplugged als een safe space voor muzikanten ervaren, een plek waar je iets kunt uitproberen.