Funked Up heeft de dertig edities gehaald. Weliswaar op een zondag, maar de avond voor 3 oktober gaat toch iedereen stevig aan de lal. Geen midlife crisis, maar nieuwe horizonten en een terugblik op eerdere hoogtepunten met een aantal artiesten van voorgaande edities. De bands deden Scheltema dampen, en het publiek werkte zich vrolijk in het zweet.

Johnny & The Spacemachine vult een vacuum in je bestaan

Johnny & The Spacemachine vormen de lancering van het feestje. Een lekker melige opener met koddige teksten die variëren van een tribute aan een overleden kat tot een woeste woedeuitbarsting, en een set die er verbijsterend veel nummers in weet te proppen. De zanger doet een voorstelrondje van de rest van het zinderende zestal en weet bij elk lied wel een leuk verhaal over de achtergrond te schetsen.

Vinden flamingo's het eigenlijk wel oké als warenhuizen heel veel plastic rommel met hun gezicht erop verkopen? Zijn roekeloze fietskoeriers nou slachtoffers of daders? De grote vragen des levens lopen als een rode draad door een optreden van afwisselend instrumentale en getaalde meesterwerkjes. 

Het is echter niet alleen maar lyrics à la Spinvis: voor een cover van James Brown komt de tamboerijn tevoorschijn, voor het iets somberdere 'Secondhand Lover' kruipen de toeschouwers dichter op elkaar en speciaal voor Funked Up heeft de band zelfs een heuse meezinger meegebracht. Alle honken zijn gedekt door deze aangename allrounders. 

Dr. Justice & The Smooth Operators gaan altijd goed op lekker fout

Dr. Justice & The Smooth Operators geven een kijk in de toekomst waarin disco nog steeds niet dood is. Deze band staat volledig op vrolijke vunzigheid, en het eerste wat de trouwe Dr. Justice spotter op zal vallen is dat de futuristische glimmende pakken en gesynchroniseerde glitterjurkjes verruilt zijn voor 50 procent hippie kloffies en 50 procent Motown mode. De frontman behoudt natuurlijk zijn iconische outfit. 

Met keytar in de aanslag en SF stemfilter op de mic slentert hij naar de rand van het podium om eventjes een Elvis-impressie te doen bij de gillende groupies. Na een uitgebreid intro komt 'Booty On Lock' in het vizier, met een vleugje freestyle rap als uitspringer. Vervolgens schenkt 'The Void' ons een tour de force van alle klassieke disco samples (viool mag niet ontbreken hier). De toeschouwers zitten zichtbaar lekker in hun lijf bij 'Body Postivity', en de drie zangeressen pakken ook de percussie erbij. 

'Space Religion' is één en al galm en backup vocals op het randje van gospel, en bij 'Hey Tommy' bestijgt de drummer het drumstel om zijn spotlight in te nemen. 'Boyfriend Dick' is een beetje fout maar had wat mij betreft volledig voor standje Steel Panther kunnen gaan.  'Bitch Don't You Take My Money' is een waarschuwing aan alle aanwezige golddiggers, maar haalt qua energie niet het niveau van de daaropvolgende cover van 'Superfreak'. 

'Paranormal' arriveert precies op tijd voor de aftelling naar Halloween, en dan krijgt elk bandlid nog even de mogelijkheid om zich uit te sloven tijdens de explosieve outro. Het laaiende publiek eist een toegift en de beloning voor hun enthousiasme is het stuiterige 'Get My Love' (mijn favo). The future is funky. 

Coverbak is een rit langs alle hits

Coverbak giet golden oldies in een funky jasje, en geeft ze door aan de volgende generatie. De formatie weet een eigen draai te geven aan elke cover die ze doen, mede dankzij het brede bereik van de zangeres. De kleine zaal zit zo stampvol dat er zelfs mensen in de hal wanhopig proberen over de schouders van anderen een glimp op te vangen van de actie. 

De driekoppige kopersectie zet in op een zonnigere versie van Randy Crawford's 'Street Life'. Met genoeg ellebogenwerk lukt het haast om te dansen om de zoete tonen van Jamiroquai's 'Cosmic Girl', en bij Coverbak versie van 'Fantasy' van Earth, Wind & Fire kan je wegdromen. Het pronkstuk is echter de lekker opgerekte medley met vol vernuftige overgangen. Of het nou disco, funk of soul is, de band zet alles naar hun hand.  

Na dit warme bad kan men of afzakken naar de silent disco van Strik & Strak, of alvast een plaats in de grote zaal veroveren voor de lokale helden van De Nachtelijke Escapades. 

De Nachtelijke Escapades brengen je hoofd op hol

Ze begonnen als nederig voorprogramma bij een eerdere editie, maar nu hebben De Nachtelijke Escapades het geschopt tot headliner. Met gepaste trots presenteerden ze pas nog het album 'De Paarse Hoes', wat veel smakelijks voor de set belooft. De zanger bestormt het podium met de stadsvlag en Leiden gaat los. Na een heftige opener gaan we over op een plezierige mix van praatzang en gezapige jazz. Het laatste bastion aan rokers/verzetshelden heft hun aanstekers in de lucht en geen oplichtend mobieltje kan er tegen opboksen. 'Festivalweekend' wordt ingezet en het is de ideale track voor een dag doorbrengen op de festivalcamping zonder ook maar één artiest te zien. Fans kennen de teksten uit hun kop, en ook ode aan het libido 'Hitsig' vindt gretig aftrek. De mensenmassa zwalkt als één geheel op 'Alleen'. De temperatuur in de zaal is inmiddels zo gestegen dat sommige bandleden hun shirt wegsmijten, en de dichtheid aan toeschouwers ook groot genoeg om als hangmat voor de zanger te fungeren terwijl hij lui een liedje voordraagt. 'Zo Frans' en 'Chap Het Van Z'n Bord' is het begin van een stroomversnelling in de set, en vooraan bij het podium ontstaat er een pogo-pit. 'Nooit Meer Slapen' is een indringende monoloog begeleid door spookachtig kopergeweld. Natuurlijk is er een encore, dit keer extra raggend.

Strik & Strak staan voor een trouwe silent disco

Strik & Strak voeren weer hun vertrouwde capriolen uit: twee djs met twee sets, koptelefoon op mits je op tijd bent, en dan op de dansvloer besluiten naar welk kanaal je moet switchen gebaseerd op welk nummer het publiek het hardste meezingt. Een vluchtige test toont aan dat de keuze bestaat uit hitjes of soepele latin, maar dat kan zo weer veranderen. Het gaat van 90s nostalgie tot schurende hiphop en je wordt constant op het juiste been gezet. De jaloerse rij wachtenden is de kers op de taart.