Na een ingetogen, sfeervol voorprogramma van Luka lopen zangeres/bassiste Cato van Dijck, gitarist Daniel Johnston en drummer Joost van Dijck van MY BABY het podium op. Een broekspijptrillende bas dringt diep door in de borst als MY BABY stipt om half negen onmiddellijk begint te spelen. Het donkerblonde, sluike, halflange haar van de zangeres zwiept op het ritme. De zilveren haltertop van Joost glittert mee, zonnebril op zijn voorhoofd. Een stevige maat en gedurfde tonen komen van de gitarist in zijn hippie-look, deze mensen weten wat ze doen. De zangeres zelf lijkt een soort Napoleontische majoor van de muziek, met de brede, gekruiste band van haar vest voor haar borst. MY BABY weet het publiek goed mee te trekken, al kletsen achterin de zaal wat groepjes over de outfit van Cato.
Het eerste nummer eindigt in een vragend, langgerekt “say” voor de zangeres het publiek aanspreekt. “Wat heerlijk dat jullie er zijn, dankjulliewel.” Het publiek juicht. “Het is echt een droom om een volle zaal te zien”, voegt ze er nog snel aan toe voordat haar gitarist en drummer het tweede nummer inzetten: een uptempo, optimistische track over een droom. Gehuld in roze en lichtblauwe wolken uit de rookmachines is het inderdaad even of de bandleden uit een droom tevoorschijn komen. De nummers sluiten goed op elkaar aan en de gitarist, drummer en zangeres gaan op in hun muziek. Plotseling tilt de gitarist zijn instrument op en ratelt een luide, rappe solo af. De tonen schieten alle kanten op onderweg naar de climax, tot enthousiasme van de toeschouwers. Er wordt gejoeld, er wordt gedanst en een paar liefhebbers vooraan klappen boven hun hoofd. “Dankjulliewel!”, roept de zangeres. Opnieuw trakteert de gitarist op een solo. Geconcentreerd en trots staart Cato het publiek in. “We gaan deze energie opbouwen, totdat hij zó”, ze wijst naar boven, “hoog is.”
Ze heeft duidelijk vele goede optredens gespeeld, ondanks dat lijken haar bewegingen toch ietwat onzeker. Dat is niet te merken aan het fanatiek joelende publiek. Terwijl noten in oplopende tonen de zaal in worden geschoten, is er ook steeds meer beweging. Niet gek, want ondanks de gevoelige, bij vlagen sinistere ondertoon van de muziek zorgt het fanatieke gerock voor een zeer dansbaar geheel. Het ritme van de drumroffel blijft oplopen, het nummer mondt uit in een westernriedel. Met een hese stem zingt Cato een breekbare melodie, gevolgd door een nummer dat met een country karakter er goed op aansluit. MY BABY heeft vele genres in de vingers.
Na deze track wordt de MY BABY-show wat sexyer als de zangeres haar vest uittrekt. In een lichtroze, doorschijnende crop top pakt ze een soort viool erbij en geeft een hypnotiserend nummer een gevoelige ondertoon, benadrukt door de ronddraaiende, groen-blauwe spiraal van licht op de rook rondom haar. Door het tegenlicht lijkt het of haar schaduw een show geeft.
Ineens is het tijd voor een intermezzo: ze kapt haar muziek af. De gitarist bast op de achtergrond en de drummer gaat over tot een zacht geroffel. “MY BABY, I want you to go down.” Met haar handen beweegt de zangeres omlaag, de aanwezigen moeten allemaal bukken. En dat doen ze, een paar uitzonderingen daargelaten. Het enthousiasme is op een hoogtepunt en dat blijft. Terecht, want de zangeres speelt zelf nog even een indrukwekkende riff weg op een elektrische gitaar. Een baby-moshpit ontstaat nog even tegen het einde van het optreden, maar die gaat ter ziele in het voorstadium. Het doet niets af aan het blije geschreeuw als iets na tienen MY BABY nog een indrukwekkende toegift wegspeelt. MY BABY heeft Leiden opgeschud met diverse rock die gehoord wil worden, maar zonder de positieve noot te verliezen.