“Jullie gebruiken in de docu Who is MY BABY veel termen om jullie muziek te omschrijven: ‘psychedelic gospel’, techno’, ‘triphop, ‘traphouse’, ‘Louisiana dub’,’delta trance’, en als hoogtepunt ‘indie post-punk funk’. Wat zegt het over jullie muziek dat zo veel termen van toepassing zijn?”
“Er zijn nog meer van toepassing, maar eigenlijk ook allemaal juist weer niet – we zitten als MY BABY in geen enkel genre en zelfs niet in een subgenre. Toeschouwers komen vaak naar ons toe en zeggen: “Jullie klinken als die-en-die band!”, en als we daar dan naar gaan luisteren, is het inderdaad herkenbaar. We zijn een subcultuur van één band. Dat is al tourende ontstaan; daar hebben we heel veel invloeden van omgevingen en verschillende soorten publiek ondergaan. Bij het oprichten hebben we namelijk besloten om veel te gaan touren, en dat bleek te kunnen als je elke dag in een strandtent speelt. We zijn op die manier uit de oersoep gekropen. En er kunnen nog veel meer invloeden bij! Als we vergaderen over nieuw werk is het criterium simpel: wat voor invloed het is, maakt niet uit, als we er alle drie lekker op gaan, dan is het MY BABY!”
“Hebben jullie al eens in Leiden opgetreden?”
“Ja, in De Nobel, drie of vier jaar geleden. Het PA-systeem viel toen midden in een gig uit, meerdere keren zelfs. Ik ben toen doorgegaan met drummen, na paar minuten deed het geluid het steeds weer. Voor het geluidsteam van De Nobel en dat van ons was dat even zweten en volhouden, maar het is goedgekomen. Als iets stukgaat, dan vangen we het altijd wel op. Het is ook tof om te zien voor publiek: live zie je dat het echt mensen zijn die het aan het doen zijn, als mens moet je er een oplossing voor verzinnen: hoe gaat de mens om met de machine?
We hebben sowieso live een ander soundconcept dan op de plaat, met andere instrumenten en andere arrangementen. Dat is zo gegroeid, we brachten platen uit om mee te gaan toeren. Bij die tours deden we invloeden op die onze sound veranderden, ook in de nummers. Daarnaast veranderen nummers ook vanzelf door ze heel vaak te spelen.”
“Kennelijk kwamen jullie ondanks de geluidsproblemen graag terug?”
“Ja! De grote zaal is een mooie zaal, daarnaast hangt er een goede sfeer. Die combinatie levert nog meer sfeer op.”