Op donderdag 25 oktober vond het Popronde festival weer plaats in Leiden. Beginnende bands uit Nederlandse steden die niet Leiden zijn streken neer in de bars, kroegen, platenzaak, podia en kantoorpand om nieuw publiek voor zich te winnen. Van jaren 50 tot 2019, van harmonieus en liefdevol tot punk en distortion. Je ziet en hoort veel tijdens een Popronde, je mist waarschijnlijk nog meer, maar wij hebben geprobeerd een zo compleet mogelijk beeld te schetsen van weer een leuk en goedbezochte editie.

TAPE TOY

We starten de avond in de Plato bij TAPE TOY. Deze band, ontstaan op het Conservatorium van Amsterdam, won de Amsterdamse Popprijs van 2017 al kort na hun oprichting, dus ligt de lat hoog. Wat ons vooral meteen opvalt is hun eigenwijsheid. Geen serieuze praatjes, maar gewoon lol hebben op het “podium”. TAPE TOY is een band waarbij je het gewoon meteen naar je zin hebt. Dat ze dan ook nog eens heel goed zijn is mooi meegenomen.

Wesley (gitaar) speelt met geweldige nonchalance en volledige controle over zijn instrument, iets waar menig gitarist jaloers op mag zijn. Zijn lijntjes zijn catchy, zijn sound is on-point. Ook Maurice (basgitaar) heeft zijn sound dik in orde; donker, maar puntig. Marc (drums) is iemand die je niet meteen opvalt, hij lijmt alles gewoon aan elkaar door strak te spelen. Hij maakt slim gebruik van een tweede snare die recht door je ziel heen beukt. En dan Roos, wat een vrouw. Met haar eigenzinnigheid, humor en goede melodieën giet ze overal een popsausje overheen. De band is compleet, overal is goed over nagedacht, een strik er omheen en op naar Lowlands 2019, willen we dus maar zeggen.

The Tambles

Het loont om vroeg te komen voor een goed plekje, want De Uyl van Hoogland staat vol tot bijna buiten de deur voor The Tambles. Van het haar en de kleren tot aan de lp's, alles aan de act schreeuwt sixties. Sterk punt: samenzang, ook het zuiver halen van de hoge noten. Minpuntje: de mondharmonica wordt pas bij het laatste nummer uit de kast getrokken, terwijl nummers zoals het mooie ‘Take it slow’ er ook van konden profiteren.

Het publiek is wat stug, er wordt nog niet echt gedanst zo vroeg op de avond. Niet dat er veel ruimte voor is, maar het ligt zeker niet aan de heren. Bij het denderende ‘I see lies’ hoor je tegen het plafond te zitten. Ook het sleazy ‘Once again the one’ ligt heerlijk in het oor. De band laat invloeden van blues tot folk de revue passeren, maar het eigen stempel blijft sterk. The Tambles maken meer dan een reeks nummers in ‘de stijl van’, ze ademen nostalgie naar roemruchte jaren. Een dikke krul, ook voor de kapsels. (BK)

Moon Moon Moon

Donna Blue

Donna Blue zorgt er in de Zooma voor dat je je meteen in het Parijs van de jaren 60 waant. Ze zijn romantisch, sfeervol, wellicht een tikje zweverig, maar het slaat niet goed aan. Donna Blue zou goed werken thuis, met een glas rode wijn en bordspelletjes. Of onder een film. Of op een plek waar toch meer luisterpubliek staat dan nu in de Zooma. We zien mensen gapen, we zien mensen om zich heen kijken, terwijl Danique's stem je zou moeten hypnotiseren. Je zou eigenlijk helemaal nergens anders meer naar moeten willen kijken. De muziek is prachtig en verdient een betere setting. We zien ze graag nog een keer terug met een eigen show, inclusief passend voorprogramma, op een beter passende locatie.

Eline Mann

De Waag is al helemaal in de stemming voor Halloween, en Eline Mann komt er liederen spelen voor de dolende zielen. Een ietwat ingetogen artiest als een singer-songwriter plaatsen in een wat grotere tent geeft helaas niet de optimale akoestiek voor het optreden, maar dat obstakel weet ze samen met haar achtergrondzangeressen en drummer te overkomen. Het begin van de set doet denken aan Norah Jones en blijft braaf binnen het soul-label. Hier komt de wisselwerking tussen de verschillende vocalisten het meest tot zijn recht. ‘Seize it’ springt eruit als het nummer met de meeste bite.

De tweede helft is avontuurlijker, met een cover van Alicia Keys’ ‘Kill your mama’ als aftrap. Hier wordt de achtergrondzang af en toe langs de zijlijn gezet, wat de nadruk legt op Mann’s bereik en vermogen zich verschillende genres aan te meten. Ook is het leuk dat er meer verhaal achter de nummers wordt belicht, zoals het simpele maar vrolijke ‘Drunk’ en een lied vanuit het perspectief van een zelfingenomen fantast. Singer-songwriters staan of vallen bij de kracht van hun tekst, maar Mann laat in het staartje van de set zien dat dit dik in orde is. (BK)

JSSY

Het is niet zo druk op het plein op de hoek van Pelikaanstraat en Haarlemmerstraat. Daar in het café Bad Habits speelt JSSY. Binnen is ook nog genoeg plek, ook al neemt de band zelf een groot gedeelte van de vloer in bezit. Maar liefst vijf muzikanten met evenveel synts, drie gitaren, drumstel en basgitaar. Ik had ze afgelopen zomer al eens gezien op het festival Hongerige Wolf. Daar op het grote podium midden in een weiland kwamen ze wat mij betreft beter uit de verf. De mooie liedjes, die verschillende stijlen en genres herbergen, pakken het publiek vanavond niet helemaal. Misschien wordt de band niet begrepen of misschien zijn ze niet zo in vorm. Slechts een paar keer springen mensen op om een dansje te doen. Zelf word ik afgeleid door de grote televisieschermen met een championsleague-wedstrijd waar ik Lazio Roma twee keer zie scoren tegen Olympique Marseille. Marieke, met wie ik een biertje drink, vindt JSSY leuk. “Ik hoor allerlei verschillende lijntjes door elkaar. Ik kan ze niet zo goed in een hokje plaatsen.” Ik ben het wel met haar eens, maar geniet dankzij dit weerzien vooral nog even na van hun optreden in de polder van Hongerige Wolf. (EO)

THE TEN BELLS

Faradays

Karindra Perrier is de drijvende kracht achter de Faradays, die op het 3voor12 podium in de Red Carpet Lounge staan (natuurlijk de ideale toko voor indie). Ze staat ietsje voor de band zelf op de verhoging, waardoor ze de ruimte heeft om al haar energie los te laten in een stevige performance. Filters zet ze er wel onder, maar gelukkig is haar geluid nooit gekunsteld. Muzikaal schuurt het af en toe tegen dreampop aan.

Wat zijn de pareltjes uit het optreden? ‘Snow’ heeft een spacende stemfilter en synths die het lekker retro doen klinken, en vindt instemming onder de dansers. Het zwoele ‘Memories’ bevat een speelse worsteling tussen vocalen en instrumenten, waarvan we zeker meer mogen zien. Niet alles werkt helaas, zoals de plotselinge beat in de afsluiter ‘Promise’, maar de kwaliteit is hoog genoeg dat Wes Anderson ze best eens een belletje mag geven. (BK)

Karel

Als we de Red Carpet Lounge inlopen zien we een jongeman springen. De omschrijving in het programmaboekje zei het al: "Karel is enthousiast" en niets is minder waar. Zijn stem is diep en neemt je mee naar de jaren 80. De sfeer zit er goed in. Karel staat alleen en weet goed houding te geven, door zich te gedragen als een ADHD-er. Op het moment dat we ons afvragen waarom hij geen producer mee heeft genomen pakt hij zijn telefoon om van nummer te wisselen. Zijn nonchalance is duidelijk aanwezig, hij geeft geen fuck en dat maakt hem zo verschrikkelijk interessant om naar te kijken. Hij maakt gebruik van de ruimte die hem gegeven wordt en is een echte performer. Van Karel gaan we nog heel veel horen, dat is duidelijk.

Jibber Jabber & the Jams

In de Veste is het tijd voor Jibber, Jabber & the Jams. Deze band maakt garagerock zoals het bedoelt is: met veel frustratie en een ongelooflijke impact. We horen garage, punk en surfinvloeden, wat klinkt als een combinatie tussen Iggy Pop en The Pixies. Frontman Ruben is een sterke persoonlijkheid die het publiek goed weet te bespelen met geweldig grappige praatjes tussendoor die de psychosfeer bevorderen. Als hij zingt klinkt het agressief en dat is precies wat je wil bij een band als deze. Toch switchen we soms naar iets meer melodie die vooral voortkomt uit de backings van Maartje en de gitaarsolo's van Tim. De set had nog wel 20 minuten langer mogen duren wat ons betreft, maar gelukkig hebben we de ep 'Liberte Toujours' om de hele dag naar te luisteren. Al is het toch leuker wanneer je het hele fenomeen gewoon meemaakt.

Silent Runners

In de aankondiging worden donkere synths, new wave en post-punk beloofd. Silent Runners staat om 0.15 uur geprogrammeerd in de Kleine Zaal van Gebr. de Nobel. Vanaf de eerste toon is het raak. Donker inderdaad, diepe bassen en meeslepende en stuwende synths. De lage stem, die raak over de nummers galmt, brengt je terug naar het begin van de eighties. Maar nee, wacht, daarmee doe je Silent Runners tekort.

Ze geven new wave nieuw leven. Natuurlijk doen ze denken aan White Lies, The Killers, Interpol en Editors en die zijn weer geïnspireerd door Joy Division en ja, de dj had het goed gehoord - ze draait na het optreden 'Enjoy the silence' van Depeche Mode -, maar Silent Runners is meer dan dat. Ze maken hun eigen sound. Gave nummers. Beter dan White Lies en op weg naar de status van The Killers en Interpol, van Editors als het aan mij ligt. Luister maar naar hun laatste album 'The Directory' van december 2017. Van de kleine naar de grote zaal kan niet anders dan een kwestie van tijd zijn. (EO)

Donkey Kung Fu

Donkey Kung Fu maakt weinig woorden vuil aan het publiek enthousiasmeren. Of je vat de muziek, of je doet het niet. Het is de afsluitende act van de avond, prominent in de kleine zaal van Gebr. de Nobel. Garagepunk waaraan flink gesleuteld is, dat helpt om wakker te blijven middenin de nacht. Korte nummers, tempowisselingen om het interessant te houden, dankbaar genoeg nooit te schel. Onbehouwen geluid, gepolijste compositie. Het wrange ‘Friendship is magic’ voelt alsof het geïnspireerd is door mensen met een voorliefde voor pony’s en trilbies.

Soms is een nummer een dis van distortion, dan dimmen de lichten en lokt een langzame opbouw het publiek naar voren zonder dat er een verzoekje voor hoeft te klinken. Bij het nummer ‘Karate time’ doen de bandleden ook daadwerkelijk bandana’s om. ‘Tudu’ kan je makkelijk meezingen. Ietsje meer interactie met de toeschouwers tijdens ‘OK’, en ik durf niet te zeggen of het ironisch is of niet. De snaren zijn aan het eind van de set kaduuk, en met een halve tot ziens mogen we naar huis toe. Geniaal, en mijn hoogtepunt van deze Popronde. (BK)