Het Leidse muziektheatercollectief KASSETT speelt 10 april de voorstelling KRAAK in de Leidse Schouwburg. De voorstelling gaat over geheimtaal. Meer specifiek over het beruchte Voynich-manuscript. KASSETT: “Dit vreemde boek uit de 15e eeuw met bizarre tekeningen en onbegrijpelijke tekens doet hedendaagse wetenschappers nog steeds in het duister tasten. Daar wilden we een voorstelling over maken.” De repetities zijn in volle gang en wij mochten erbij zijn.

Op de zolder van Scheltema, waar de Veenfabriek een grote oefenruimte beschikbaar stelt aan mc KASSETT, zitten we aan tafel met Oukje den Hollander en Marijn Korff de Gidts. Lucas Kramer loopt eerst nog rond in de ruimte, terwijl hij werkt aan een houten installatie, en schuift later aan. Frank Siera luistert mee terwijl hij achter zijn laptop zit te schrijven. Frank is de tekstschrijver en regisseur van de voorstelling, Oukje doet zang, spel en compositie, Marijn en Lucas zijn verantwoordelijk voor de muziek en compositie.

“Sorry, maar ik word erg afgeleid door de installatie. Die ziet er indrukwekkend uit met tandwielen, muziekinstrumenten en draaiende delen.” “Ja,” zegt Oukje spottend en met een glimlach, “het is een mooi kunstwerk dat een metafoor wordt voor het Voynich-manuscript. Als je geluk hebt, mag je er straks wel even naar kijken.”

Oukje en Marijn vertellen over zichzelf, KASSETT en de voorstelling KRAAK. Al snel blijkt dat die werelden door elkaar lopen met taal en muziek als verbindende componenten. Oukje en Frank kennen elkaar vanaf hun vroege jeugd in Katwijk. Ze zaten op dezelfde school en bij dezelfde amateur-toneelvereniging. Na de middelbare school deed Frank de toneelschool en Oukje conservatorium. “We hadden tussentijds wel eens contact, maar na onze opleidingen zochten we elkaar actief op en werkten we samen in verschillende producties. Met Selma Hanson zijn we mc KASSETT gestart. Selma doet productie, Frank schrijft en regisseert en ik zing en acteer.” KASSETT werkt in hun producties ook samen met acteurs en makers. In KRAAK doen meerdere mensen mee, waaronder Lucas en Marijn. “Ik ben bij KASSETT terechtgekomen voor percussie,” zegt Marijn, “Ook ik ben net als Oukje klassiek geschoold en speel veel soorten muziek. Bij KASSETT kan ik zelf nieuwe muziek maken en dat trekt mij erg.”

"Het wordt spannend en geheimzinnig, maar ook leuk hoor, net als het manuscript zelf."

Lucas Kramer

De voorstelling is niet helemaal een concert, maar muziek speelt wel een grote rol. "In het eerste gedeelte gaan we in taal met veel woorden op zoek naar de geheimen van het manuscript. Daar krijgen we overigens hulp bij van filosoof Ludwig Wittgenstein. De machine van Lucas speelt ook een grote rol,” vertelt Oukje. Lucas is inmiddels aangeschoven en maakt ons steeds nieuwsgieriger naar het apparaat. “De machine is van hout gemaakt, omdat hout leeft. Het manuscript leeft ook nog, het is toch echt heel vreemd dat het al eeuwenlang niemand is gelukt het te ontraadselen? De machine is de fysieke sequencer, een ritmische soundscape die almaar speelt, misschien totdat de code is gekraakt.”

“In het tweede gedeelte neemt de muziek het over van de taal,” gaat Marijn verder, “Met taal blijkt de code al heel lang niet te kraken. Muziek is taal zonder woorden, misschien dat dat de oplossing is. Ik ga natuurlijk niet alles hier verklappen. We hebben al veel te veel verteld.” Frank verklapt nog wel dat alle liedteksten uit de voorstelling karakters uit het Voynich-manuscript vertolken: een draakje, niet bestaande planten, sterrenstelsels, de zon, een vreemde vogel en een koor van naakte badderende vrouwtjes.

Taal en muziek staan in ieder geval centraal voor de oplossing. Zo vonden Frank en Oukje elkaar ook. Muziek neemt in de visie van Oukje taal over. Maar dat werkt toch ook andersom? “Ja,” roept Frank lachend. “Het is een dilemma, of eigenlijk niet.” Ze maken er in ieder geval werk van bij KASSETT. Ze zien het als een uitdaging om theaterpubliek met muziek te verrassen en andersom publiek van poppodia naar het theater te krijgen.

“Wil je de machine nog zien?” vraagt Lucas. Het is een indrukwekkend toestel, dat snaarinstrumenten (violen, bas- en elektrische gitaar), percussie (waaronder troms, bekken, klokkenspel en koebellen) en blaas- en toetsinstrumenten (orgelpijpen, melodica's en een pianette) aanstuurt. Het doet denken aan technisch Lego, tenminste aan dat van de late jaren 70 en begin jaren 80. Maar dan van hout. “Het is nog niet helemaal af. Kijk hier draait het nog niet helemaal lekker en daar juist te snel. Ik heb nog een paar kleine weken. Het wordt spannend en geheimzinnig, maar ook leuk hoor, net als het manuscript zelf,” zegt Lucas vol zelfvertrouwen.

KRAAK

  • Zaterdag 31 maart, 17.00u, Instore in Velvet (enkele nummers uit de voorstelling)

  • 10 april, 20.15u, première Leidse Schouwburg

  • 26 oktober, Stadsgehoorzaal

  • April tot oktober in verschillende theaters in het land