Zondag 8 juli, Leidse Hout. Zon, bier (in eco-glas), muziek, vermaak en veel volk. De 37e editie van Werfpop programmeerde Kraantje Pappie, Blaudzun, Birth of Joy, Paceshifters, Togo All Stars, Klangstof en VENHILL op Mainstage P1 naar grote tevredenheid van bands en publiek. En dat zag, klonk en voelde zo!
VENHILL
VENHILL mag de dag aftrappen met hun sleazy psychopunk. Het is nog vrij rustig op het veld, maar dat laat deze jonge honden volledig koud. Frontvrouw Jaro Marieke windt iedere toeschouwer om haar vinger, of je er van houdt of niet, ze neemt je mee naar een wereld van krankzinnigheid. Wellicht kunnen we stellen dat zij een van de sterkste frontvrouwen van Leiden en omgeving is; niets is te gek met effecten die haar zang van een demonisch naar een engelengeluid laten switchen. En dat neemt niet weg dat ze technisch heel sterk is. Alles dat ze doet klinkt angstaanjagend puur en zuiver, zelfs de screams die ze volledig onder controle heeft laat ze uit haar mond slippen alsof het haar geen moeite kost. De drums zijn erg ADHD, neigend naar punk. Sven van der Meer's controle over de hi-hat is adembenemend goed. De riffs van Erik Brandt gaan door merg en been, op een aangename manier, en de sound die Eli Westerveld voor zijn basgitaar heeft gevonden zorgt voor een goed, dreunend geheel. VENHILL is een band waarvan je verwacht dat ze over enkele jaren op Jera on Air staan en dan niet om één uur 's middags. (MV)
Klangstof
Togo All Stars
De Togo All Stars zijn op tour in de Benelux en daarbij doen ze ook Werfpop aan. Een buitenkansje, want dit is de eerste keer dat de band in Europa is. De zanger roept de festivalgangers “I love yaaa!" toe, en de liefde van de band blijft niet onbeantwoord door het publiek. Een optreden vol vreugde volgt. Er waait een lekker briesje en de muziek is een frisse wind: de trommels voeren een afrobeat die een stevig bodem vormt voor de trompetist en saxofonist.
Zomerjurken wapperen, de knoopjes van de Hawaii-shirts gaan los. Lange nummers geven de feestgangers ruim de tijd om hun pasjes te vinden, terwijl interessante tempowisselingen ervoor zorgen dat men nooit te loom wordt. Sporen van reggae mengen zich met het aroma van een opgestoken joint. Strandballen die zich een weg in het luchtruim hebben gevonden maken het zonnige gevoel compleet. ‘Way out of sadness’ is het hoogtepunt van het optreden, een nummer met een pakkende eenvoud dat de heupen onder hypnose legt. De act brengt op 1 september dit jaar hun eerste album uit, en dat is zeker iets om naar uit te kijken. (BK)
Paceshifters
Zo tegen de bloedhete zon inkijkend zie je niet heel goed wat er op het podium gebeurt, maar hoor je het des te beter. Hard, strak en warm zijn de sleutelwoorden van dit optreden van Paceshifters. Het powerrocktrio heeft sterke composities, een dijk van een sound en een heerlijke laid back dictie. En hoewel het veld vol staat met, aan het uiterlijk te beoordelen, rockliefhebbers, reageert het publiek uitgesproken lauw. Of zelfs niet. Gelukkig heeft Seb Dokman, gitarist en zanger, daar grote maling aan en grapt zich er stoïcijns doorheen.
Ze zijn sowieso niet erg van de praatjes en het concert verslapt geen moment. Als dan, ruim over de helft van het optreden, de zon achter de bomen verdwijnt en het wat afkoelt, komt het publiek na een uitgesponnen versie van The Who’s ‘Baba O'Riley’ eindelijk een beetje in actie. De eer van Werfpop is gered, maar Paceshifters verdient beter. (MH)
Birth of Joy
Birth of Joy zijn Leidse helden. Wat is er stoerder als band dan in het bezit zijn van je eigen biertje? Een van de bandleden heeft zelfs geholpen bij de opbouw van het festival, dus mogen ze nu lekker de tent slopen ook. De goede plekjes vooraan zijn al vroeg ingepikt door de fans. Opvallend is dat ze een perfecte doorsnee zijn van de stad: ouderen die niets van hun leeftijd laten zien, kinderen die kijken vanaf de schouders van hun ouders, studenten die losgaan alsof ze aan het zooien zijn; iedereen is vertegenwoordigd.
Het eerste deel van de set is wat eenzijdig, en het zo kenmerkende Hammondorgel komt nog niet echt tot zijn recht. Maar dan vindt de act haar groove en wordt er werk van gemaakt: daverende drumsolo’s, orgastisch orgelgeweld en lekkere licks. Er is zelfs een provisorische pit! Drummer Bob gooit met blote bast een bierblikje over zijn schouder en gitarist Kevin maakt met zijn gestuiter een passende psycho indruk. Er komt geen einde aan de smakelijke sleaze: de regels worden wat omgebogen zodat de band langer door mag spelen voor een toegift. Birth of Joy zet een show neer waar Leiden trots op kan zijn! (BK)
Blaudzun
Het is verstandig om te doen waar je goed in bent. In het geval van Blaudzun is dat een meesterlijk opgebouwde dijk van een show neerzetten. Als Johannes Sigmond met zijn zes bandleden opkomt, staat het veld goed vol. Hij begint rustig en het publiek evenzo; meeklappen en -zingen zit er nog niet echt in. Blaudzun neemt een risico door te eisen dat het publiek gaat springen. Als ook dat niet gebeurt, stopt hij met spelen en wordt zowaar een beetje boos. Of, zoals hij het zelf uitdrukt, teleurgesteld.
Dat hebben de fans blijkbaar in hun oren geknoopt, want als hij de muziek hervat, springen ze. En vanaf dat moment komt de sfeer er goed in. Het concert ontwikkelt zich tot een solide, meeslepende rockshow. Zangeres Linda van Leeuwen en Jan Dekker, dan op trompet, dan weer op bariton sax, zijn ronduit betoverend. Johannes is goed in vorm en doet waarvoor hij kwam. Een hartverwarmend uur Blaudzun neerzetten. (MH)
Kraantje Pappie
Of je nu wel of niet into rap bent; niemand kan ontkennen dat Kraantje Pappie een leuk feest kan bouwen. Veel fans mogen nog geen bier kopen, maar enthousiast zijn ze wel. Vanaf de eerste noten tot de oorverdovende laatste gaat het publiek uit zijn dak. Kraantje rapt als een machinegeweer, zijn teksten zijn ronduit geestig en hoewel hij het heeft over seks, drugs en drank wordt het nergens gangster of duister. Kraantje is lachen. Kraantje is sympathiek. Compleet met confettikanon en vuurwerk bespeelt hij het veld.
Er zijn romantische liedjes die melodie hebben en die woordelijk worden meegezongen door welbeluisterde jonge meisjes, wat gezien de aard van de teksten enigszins surreëel overkomt. En dan is er nog de oproep dat iedereen op elkaars schouders moet gaan zitten. Het gebeurt. Het is hilarisch. Het is te hopen dat het publiek oordoppen bij zich heeft, want de laatste tien minuten gaat het geluid echt hard. Zelfs voor de gemiddelde metalliefhebber. Kraan knalt Werfpop uit! (MH)