De avond begint met Dolovotre in een redelijk volle zaal. De band maakt black/warmetal en windt hier geen doekjes om. Vanaf het moment dat ze beginnen met spelen is het gelijk raggen. Zanger Eduardo Ramírez brult zijn haat als een spervuur het publiek in, wat redelijk goed ontvangen wordt door het publiek. Drummer Juan ‘Murdunbad’ Cabello heeft af en toe wat moeite met het ritme, wat niet heel gek is gezien het tempo dat erachter zit. Dolorvotre raast non-stop door op maximale snelheid. Soms zitten er vreemde effecten op de zang, wat het geheel een beetje een spacende sfeer geeft. Over de toegevoegde waarde ervan valt te twisten, zeker als Ramírez er ook Azteekse ‘death whistle’-achtige geluiden mee gaat maken.
Het geluid vervormt tot een lichte brij vooraan bij het podium, achteraan klinkt het een stuk beter. Helaas is dit iets wat de hele avond blijft spelen. De geluidsman had hier wat meer aandacht aan mogen geven. Later in de show wordt alles gelukkig strakker gespeeld en komt er ook iets meer melodie in, met op het einde zelfs vlagen van een polka. Dolorvotre is, ondanks het collectief waartoe ze behoren, een vreemde eend in de bijt en wordt niet door iedereen even goed gewaardeerd, maar zet als opener wel gelijk de juiste toon voor de rest van de avond.