De woensdagavond in de Leidse blues- en jazzweek vindt traditiegetrouw de kroegentocht plaats. Alle acts spelen tussen pakweg 20.30u en middernacht. Onze redacteuren doorkruisten de Leidse steegjes en renden over de grachten van kroeg naar kroeg om toch zoveel mogelijk van een - zo niet hèt - hoogtepunt te kunnen verslaan. Van Meneer Jansen tot De Pomerans, geniet mee middels dit verslag!

Terwijl Svens Super Groupies #youtoo aan het opbouwen is in Café Meneer Jansen druppelt het publiek binnen. Al vrij snel raakt de kleine kroeg aan de Nieuwe Rijn aardig vol. Wanneer de drums, gitaar, bas en saxofoon goed klinken begint een ontspannen, rustige avond vol groovende jazz. (MT)

Voor jazz ogen The Gumbo Kings relatief jong, maar ze hebben al over de hele wereld gespeeld en zijn vanavond te horen in De Uyl van Hoogland. Ze maken een mooie mix van verschillende stijlen en stromingen, en daarom zijn ze ook vernoemd naar de delicatesse uit New Orleans.
Ondanks dat de kroeg stampvol staat krijgen de heren een hoop heupen los. Het optreden heeft een lekker informeel sfeertje, met een bassist die relaxed op zijn versterker zit en een zanger die zelfs vroeg op de avond erin slaagt een meezinger van de grond te krijgen. Alles is zeker alright. Met af en toe een medley, waarbij de muzikanten om beurten in de spotlight staan, afgewisseld met vrolijke vocale nummers is er voor iedere luisteraar wat wils. De saxofoon springt eruit en zorgt ervoor dat de toeschouwer zich waant in het beroemde French Quarter. (BK)

In een overvolle Twee Spieghels staat achterin, haast uit het zicht, Monsieur Dubois een set vol volle, warme nu-jazzklanken en dansbare hardjazz te spelen. Een geluid dat haast psychedelisch aandoet, maar vooral swingt. Prachtige muziek om bij weg te dromen. (MT)

Passie tussen de pooltafels

Robbert Fossen is een zanger en gitarist die zich specialiseert in Chicago Blues en al meerdere Blues Awards gewonnen heeft. Bart Landstra bespeelt de bluesharmonica en heeft daarnaast een hele batterij verschillende instrumenten zodat hij voor elk nummer precies de juiste toonaard kan vinden. Samen zitten ze in Poolcafé The Church. Een samenwerking om van te smullen.

De aanwezigen onderbreken hun potje poolen telkens om geboeid te luisteren als het duo een nieuw nummer inzet. Hier en daar een harmonicasolo van Landstra en de volle stem van Fossen zijn de draagkracht van de act. Hoogtepunt is de klassieker ‘Ain’t nobody’s business’, een nummer over het eeuwenoude idee dat iemand zich weinig moet aantrekken van kritiek, aangezien men toch wel altijd iets vindt om over te zeuren. Maar over de muzikanten zelf valt gelukkig niets slechts te zeggen. (BK)

Om de volgende hoek is de sfeer net zo gemoedelijk, en de muziek even krachtig als bij Monsieur Dubois; zij het dat het de stijl van de Spieker Baars Bluesband een ander is. Elementen van surfrock klinken door in een opzwepend bluesgeluid. (MT)

Patrick Leeman (sax) en Simone Mens (bas) spelen in verschillende formaties, maar vandaag gaat het tot 2MB in Belgisch Biercafé Olivier. Met hun tabs op de tablet spelen de twee strak en gedisciplineerd verschillende stukken die de luisteraar doen denken aan de achtergrondmuziek van detectives. Het galmt door de grote ruimte, en het biercafé lijkt even getransformeerd tot een speak easy waar de politie elk moment binnen kan vallen. Het sterkste staaltje van het optreden is een tribute aan de onlangs overleden Edwin Hawkins; Een waardig eerbetoon aan één van de voorgangers van het getalenteerde duo. (BK)

In een nagenoeg uitpuilende Bonte Koe staat De Nieuwe Band van Wouter Kiers een swingende avond te spelen. Opzwepende, dansbare jazzfunk. De oplettende bezoeker herkent de artiesten van maandagavond, zij het in een andere bezetting. Helaas lijkt het aanwezige publiek meer interesse te hebben in een goed gesprek dan wat er op het podium gebeurt. (MT)

Stijlen smelten samen

Improvisatie heeft zo zijn positieve kanten. Dat bewijst het optreden van Leiden Legends Live in de Bad Habits wel. De band is op het nippertje samengesteld, maar dit zijn ouwe rotten in het vak en het duurt niet lang voor ze hun draai hebben gevonden. Het drietal muzikanten heeft zichtbaar plezier in een jazzy bewerking van Van Halen’s ‘Jump’. Een scheurende gitaar en een keyboard dat doet denken aan lounge zorgen voor een gelaagdheid waar de act graag mee speelt. Moeiteloos gaat men over van Paul Simon’s ‘You can call me Al’ naar Trafassi’s ‘Wasmasjien’ door een drumbeat onder het geheel te gooien. Op datzelfde moment worden de barkrukken aan de kant geschoven en besef je dat deze formatie alles kan waar zij haar zinnen op zet. Ze verdient duidelijk het label legendarisch. (BK)

Aan het begin van de winkelstraat de Haarlemmer vindt men De Vergulde Kruik. Hier klinken uit een bijna verscholen hoek bij de ingang de warme klanken van Kwart over Jazz. Het jazzduo – gewoonlijk een trio – speelt prima klinkende instrumentale nummers, covers van Nat King Cole en Louis Amstrong, op bas en keyboard. (MT)

Blues on the Rockz omschrijft zichzelf als rock met een vleugje blues. Dat is niet bepaald een understatement als je deze mannen live meemaakt in ’t Praethuys. Meer dan een tikkeltje testosteron zit er in de keuze aan nummers. Elmore James’ ‘Shake your money maker’ valt weliswaar onder blues, maar er is geen spoortje treurnis in te bekennen. Nee, vanavond draait het volgens de band om bandeloosheid.

Dan gaan ze over in ‘Summertime blues’, eentje voor de werkpaarden onder het publiek. Het gaat over een jongeman die door zijn baan geen tijd heeft voor de meisjes. De zanger geeft het zijn alles en zet naast het publiek ook zichzelf in het zweet. De drummer doet niet onder voor de rauwe zang en timmert het nummer tot een stevig geheel. Een verkoelend biertje na zo’n allesverschroeiende act is wel op zijn plaats. (BK)

Op de hoek van het Noordeinde vind je, natuurlijk, North End. Binnen speelt de Thailo van Ree Band een trage instrumentale set op drum, contrabas, gitaar en viool. Een rustig, ontspannen avond met licht melancholische smooth en cool jazz, swing en bossa nova gecompleteerd met een cover van het welbekende liedje ‘The girl from Ipanema’. (MT)

Ze staan weliswaar op een sfeervol verlicht podium in een hoekje van Lemmy’s Bier- en Whiskeycafé, maar dat betekent allerminst dat de Busquitos daar ook blijven staan gedurende hun show. Het zijn de late uurtjes van de kroegentocht, hoewel dat aan het vrolijke viertal in blauwe pakken niet is te zien. De Busquitos maken jazz met een komisch randje en het publiek wordt betrokken in het theatrale spektakel. Wanneer er een stelletje stijldanst op kalme calypso, dan breekt één van de spelers het tweetal op en maant ze om met voor hen onbekenden een dansje te wagen. Verstopt een caféganger zich in zijn smartphone, dan blaast een saxofoon een afkeurend toontje in de richting van diegene.

Een polonaise gaat de straat op en zodra de sliert weer het pand binnenkomt gaan moeiteloos de benen in de lucht op een swingende ‘Hava nagila’. Een viool fluit naar een mooi meisje, en even later is er een geïmproviseerde huwelijksceremonie waarin twee van de muzikanten instrumentaal lijken te duelleren om haar affecties terwijl ze ietwat verbouwereerd op haar barkruk zit. De band bezit de zeldzame gave mensen met gemak mee te laten spelen zonder dat ze zich voor schut gezet voelen, en zorgt daarmee voor één van de meest vermakelijke optredens van de hele nacht. (BK)

Aan de rand van het stadscentrum, over de Heen en Weer Brug, vindt men de weg altijd naar stamkroeg De Pomerans. Daar staat vanavond Trash te spelen. De oorspronkelijk Leidse band speelt bluesrock waar de liefde voor muziek vanaf spat. Alsof ze nooit anders gedaan hebben, en nooit weg zijn geweest.

Dankzij laatkomers wordt de set met een extra laatste nummer aangevuld; een cover van Chris Rae en dan is het echt tijd. Voor een biertje. (MT)