Afgelopen zondag om 8 uur ’s avonds verscheen de eerste single van Sunday at Eight, getiteld ‘The thrill’. Een goede reden om eens kennis te maken met dit jonge muzikale gezelschap. Wie zijn ze, wat willen ze en wat zijn hun muzikale invloeden? Het gesprek wordt begeleid door het geluid van bladblazers. Vervelend, maar het is voor een goed doel, licht producer Jan Stroomer toe: “Zij blazen de stage voor het Amuse Festival schoon, waar Sunday at Eight aanstaande zaterdag de opener is.”

Twee jaar geleden hoorde Jan voor het eerst de muziek van Damiaan van Noort, de frontman van de band. Dat was bij een eindejaarsuitzending van Cultuur071, waar Damiaan in zijn eentje speelde. Jan was direct onder de indruk: hij hoorde er alle bandjes in terug waar hij zelf naar luistert en herkende er veel in van toen hij Damiaans leeftijd had. “Deze muziek verdient een grootse aanpak,” wist hij. “Hier moet een band omheen, en als het zo ver is wil ik je opnemen,” zei hij tegen hem. Anderhalf jaar na die toezegging kon Jan – toetsenist en zanger van The Stream – zijn belofte inlossen. Uiteraard is die debuutsingle voor de band zelf een mijlpaal, maar dat is het ook voor Jan: hij maakt hiermee zijn externe productiedebuut op zijn eigen label.

Als een huis

Sunday at Eight bestaat naast zanger/gitarist en pianist Damiaan uit Wouter Bontje (gitaar/bas/zang), Bas Janson (bas/saxofoon) en drummer Antonio Kamerling. De band is inmiddels zo’n twee jaar bij elkaar. Antonio: “Damiaan, Wouter en ik hadden al eens in een band gespeeld op 'Band on the Run', een muzikale kroegentocht in Zoeterwoude. Maar dat was een eenmalig iets. Een tijdje later belde hij me voor deze band.” Damiaan: “Wouter ken ik het langste. Wij kennen elkaar van school, van Beeldende Vorming. Bas is er via Antonio bij gekomen.” Antonio: “Ik wist wel dat hij toen geen basgitaar speelde, maar hij is zo’n veelzijdige muzikant dat ik dacht dat hij dat vast ook wel zou kunnen. Bas was enorm enthousiast toen we hem vroegen; binnen een week had hij inderdaad een basgitaar gekocht en speelde hij al eenvoudige baslijnen mee.”

Damiaan: “Mijn streven voor deze band was om meteen een set eigen nummers te hebben die goed in elkaar zat. Daarna wilde ik pas gaan optreden. In eerdere bands speelden we meestal eerst covers en dan af en toe een eigen nummertje. Nu wilde ik dat het meteen stond als een huis. We zijn ruim een jaar bezig geweest met schrijven en oefenen, maar daarna wisten we niet goed hoe we verder moesten. Met optredens regelen hadden we weinig ervaring en dat liep dan ook niet echt soepel.” Toen herinnerde iemand hem aan de afspraak met Jan Stroomer. Hij dacht: “Zo’n lange tijd later? Kan ik daar nog wel op terugkomen?” Maar dat bleek geen enkel probleem. “Ik bied dit soort dingen niet vaak aan en heb een geheugen als een olifant,” zegt Jan. Toen hij de zes nummers hoorde die de band had geschreven, wist hij meteen dat hij er goed aan had gedaan om zijn hulp aan te bieden. Vervolgens begon een intensief proces van demo’s opnemen, schaven en sleutelen. “Het kost zo veel inspanning om muziek echt goed opgenomen te krijgen. Ik was wel eens bang dat ze daardoor zouden afhaken,” herinnert Jan zich. Maar de band vond het heel snel gaan en ze zijn blij met het eindresultaat. Damiaan: “Als je schildert, kun je het eindresultaat voor je zien. Maar als muzikant weet je niet hoe je publiek je nummers zal horen totdat de opname écht helemaal af is.”

Aapjes kijken
De stijl van de band zou je kunnen omschrijven als retropop. Dat is alsnog heel breed, en ze hebben ook een diversiteit aan invloeden. Vaders platenkast bijvoorbeeld. Wat daar dan in staat? “The Beatles, The Beach Boys, Queen, The Police, Madness” vertelt Damiaan. “Dat hoor je denk ik wel terug. Maar ik wil geen karikatuur zijn. Doordat iedereen inbreng heeft, ontstaat er wel echt een eigen geluid. Antonio gooit er bijvoorbeeld soms een hele ambitieuze en progressieve drumpartij in waar ik zelf nooit aan had gedacht.”

Als student Sociale Wetenschappen mag hij graag anderen observeren. Gewoon op een terrasje zitten en ‘aapjes kijken’. Daar haalt hij de meeste inspiratie voor zijn lyrics vandaan. “Stiekem stop je daar natuurlijk ook dingen van jezelf in. Ik vind het wel belangrijk om een verhaaltje te vertellen met mijn teksten. Maar het is niet mijn sterkste kant: soms is een nummer al maanden af en dan moet er nog een tekst bij.” Wouter: “Damiaan maakt bijvoorbeeld nummers over zijn ergernissen, maar dan in een heel vrolijk, uplifting jasje.” Damiaan: “Ja, misschien is het dat. Het is gewoon een uitlaatklep, maar niet een-op-een. Ik wil het wel een andere lading geven. De mensen moeten ervan kunnen genieten.“ Jan ziet daarin een overeenkomst met de muziek die hij zelf maakt: met een diepere laag, maar wel pakkende popliedjes. Dat is zijn ideaal. “Je persoonlijke shit schrijf je maar in je dagboek. En dan huur je maar lekker een berging om al je oude dagboeken te bewaren. Nobody cares.”

"Je persoonlijke shit schrijf je maar in je dagboek"

 

 

 

Antonio: “Het is leuk dat we als band veel variatie hebben in muzikale achtergronden. Wouter is klassiek geschoold, Bas speelt in een fanfare en zelf heb ik jarenlang in een metalband gespeeld. De afgelopen zeven à acht maanden ben ik me in allerlei muziekstijlen gaan verdiepen en nu luister ik ineens graag naar de Beach Boys. Het is bizar wat je kunt neerzetten met vier mensen met zulke verschillende muzikale bagage.” Er zijn nog allerlei plannen voor verdere muzikale kruisbestuiving: werken met percussie, meerstemmigheid of zelfs experimenteren met strijkers (Damiaan: “Nee joh, dat is illegaal!”).

Voorlopig kun je op Bandcamp genieten van de eerste single en aan het eind van het jaar zal de EP van de band verschijnen. Behalve het Amuse Festival zijn er voorlopig geen optredens gepland, dus zorg dat je daar bij bent als je Sunday at Eight live wilt zien.

"Nu luister ik ineens graag naar de Beach Boys"