‘We waren helemaal vergeten hoe het moest, live spelen. Helemaal roestig.’ Alex Scally, ene helft van Beach House, vertelt over de repetities van de band, vorige week. Het echte leven komt er weer aan, het touren gaat weer beginnen. 'Wat er zo ingewikkeld aan is? Het gaat om de dynamiek. De grote dingen moeten groot klinken, de subtiele dingen subtiel. En dat zit in kleine dingen, details die heel belangrijk blijken. Bij veel songs waren we vergeten hoe het ook alweer moest.'
Je zou het haast vergeten, maar dat is misschien wel het meest fascinerende aan een band live zien: de dynamiek die zoveel groter is dan wanneer je thuis de plaat opzet. Veel groter soms dan je beseft, groter soms dan de band zelf in de studio besefte. Ineens knalt een synthsolo erin, kruipt het repetitieve element in een lang outro onder je huid. 'Het gebeurt ons heel vaak, dat liedjes op tour een nieuw leven krijgen. Ik heb wel eens direct na een tour mijn eigen muziek gehoord in een koffiezaak. Ik herkende het haast niet. De studioversie wordt in je brein overschreven door de liveversie.'
Ruim tien jaar geleden alweer is het dat Beach House, het dreampopduo uit Baltimore, doorbrak met het album Teen Dream. Het was hun derde, en het harde werk van alle jaren daarvoor werd omgezet in een glansrijke bijzetting in de eregalerij van die indie. ‘Ongelofelijk dankbaar’, zegt Alex Scally op de vraag hoe hij - toen alles stil viel - terug keek op de tien jaar daarvoor, waarin alles vanzelf leek te gaan. Album na album bracht Beach House uit, het een nog sterker dan het ander. Het duo had een heel eigen sound gevonden, waarop eindeloos gevarieerd kon worden. Er zijn zelfs mensen die zeggen dat Beach House de AC/DC van de dreampop is, dat ze eindeloos hetzelfde nummer uitbrengen en dat het toch altijd goed is. Maar die kwalificatie doet de band tekort. Het nieuwe album Once Twice Melody blinkt juist uit in variatie. De ene keer groots, de andere keer subtiel, dan weer synths in de hoofdrol, dan weer gitaar, en dit keer voor het eerst: echte strijkers.
De ene muzikant maakte een ambient-album, de ander speelde met zijn hele familie in een film. Je moet wat als je ineens tijd over hebt nu het tourleven als twee jaar stil ligt. En Beach House? Wat deden Alex Scally en Victoria LeGrand? Die werkten stug door in de studio en kwamen naar buiten met een dubbelalbum. ‘We hadden elk vrije uurtje nodig voor dit album’, zegt Alex Scally.
Vier slotnummers
‘Het was een van de mooiste dagen uit het bestaan van Beach House’, vertelt Alex Scally over de dag dat die strijkers vastgelegd werden. Normaal arrangeert en speelt de band alles zelf, nu was er één dag in de studio geboekt voor strijkers. ‘Hoe verder we kwamen in het album, hoe meer we het gevoel hadden dat de synth-strings die we gemaakt hadden vervangen moesten worden. We hebben dat nooit eerder gedaan, dus het was een spannend project. In een synth hoor je doorgaans drie octaven tegelijk, die je moet vertalen naar violen, cello’s, etcetera. Het is erg stressvol, omdat je het gevoel hebt dat je maar één kans hebt. Of nou ja, twee. Je hoort het voor je neus tot leven komen, en dan moet je razendsnel handelen als iets niet helemaal klopt. Het was een mooie combinatie, stress en schoonheid. Je zal toch een keer een budget van twee miljoen krijgen en een album met een compleet orkest kunnen opnemen…’
Zo werd Once Twice Melody dus nogal een uitbundige stapel werk. Er lagen uiteindelijk zelfs zoveel liedjes - meer dan dertig! - dat Beach House besloot er een dubbelalbum van te maken, uitgebracht in vier losse ‘chapters’. 'We hadden meerdere liedjes die als slotnummers aanvoelden. Waarom maken we dan geen dubbelalbum met vier elpeekanten, ons White Album? En laten we de plaat dan ook gefaseerd uitbrengen, dachten we.'
Een van die 'slotnummers' is het zeven minuten tellende 'Over and Over', waarin de band als het ware in een groef gaat hangen. Ze doen het wel vaker aan het einde van een album, de kracht van herhaling inzetten. ‘Take Care’ van Teen Dream bijvoorbeeld, of het wonderschone en zelfs voor hun doen trage ‘Irene’, van de plaat erna. Maar gek genoeg duren liedjes van Beach House zelden of nooit zo lang. 'Ja, waarom eigenlijk niet, ik weet het niet,' zegt Scally. Maar eigenlijk is dit wat Beach House in de basis zo goed maakt: hun liedjes zijn dan wel niet lang, maar dat golvende effect krijg je ook als je een heel album van ze beluistert. Dan is het soms alsof de tijd even stilstaat. Dat zijn de momenten waar Beach House de naam ‘dreampop’ eer aandoet.
'Ik vind de wereld maar snel en chaotisch', legt Scally uit. ‘En sinds de band bestaat is dat alleen nog maar erger geworden. Victoria kijkt er net zo naar. We zijn van nature vrij angstige mensen. Misschien zegt het wel iets over onze karakters dat we in onze muziek die slow motion zoeken. We denken daar niet echt over na. Het is niet alsof we een doos vol afgekeurde snelle liedjes hebben staan. Dit is wat we maken. Ik weet nog dat ik dat een keer besefte toen we rondhingen met een bevriende band. Het waren mega chille gasten die alleen maar zaten te blowen backstage. Op het podium maakten ze de meest hectische muziek. Maf is dat, dacht ik: precies tegenovergesteld aan onszelf.'
Maar om nou te zeggen dat het dus een verademing was toen de wereld daadwerkelijk stil kwam te staan, dat gaat Alex Scally te ver. Veel te ver. ‘Ja, heel even voelde de pandemie als ijsvrij, alsof de elektriciteit uitgevallen was. Maar de lol was er snel af. Daarna ga je weer snel door met dingen maken die iets voor jezelf betekenen. Werk is leven, en leven is werk.’
Once Twice Melody is nu uit via Bella Union/PIAS. Beach House speelt in juni op Best Kept Secret.