Zes bonzende hartjes op de rand van het podium. Zo begint het optreden van L’Imperatrice. De Franse discoband heeft in Nederland nooit een radiohit gehad, maar aan het aantal meezingers te zien luistert een hoop mensen tijdens het werk naar FIP Radio. De band begint subtiel, met woozy discopop, die opvallend veel rust op synths. Je hoort in hun geluid discomeester Cerrone natuurlijk, en door die synth bass ook Imagination, allebei Frans discogoud.
>>> lees verder
Down The Rabbit Hole 2022 zit erop. Tijd om de score op te maken: welke acts maakten het waar? Dit zijn onze 10 hoogtepunten van dit jaar.
10. L’Imperatrice
9. girl in red
De frontvrouw komt het podium stuiterend op. Ze springt en trapt in het rond in een zwarte hoodie. De Noorse heeft het hart op de tong zitten en zegt dat ze het warme ding niet uit durft te doen omdat ze zich vandaag niet rockster genoeg voelt. Ze verontschuldigt zich er ook voor dat ze haar spijkerbroek vaak op zal moeten trekken omdat ze even geen riem had.
>>> lees verder
8. Goldband
‘Waarom hebben we maar een uur?,’ vragen ze zich met een knipoog af. Geen zorgen. De volgende keer is de set vast en zeker langer, en een paar uur later, tussen een uur of 11 en 1 uur ‘s avonds misschien?
7. The War On Drugs
Vakkundig bouwen ze laagje voor laagje hun stadiongeluid op. Pas als ze bijna de aandacht lijken te verliezen, als hun publiek er bijna om smeekt, dan pas slaan ze toe. En tegen die tijd hebben Adam Granduciel & co de oren van de festivalgangers al helemaal lam gemasseerd.
6. Gabriels
Gabriels lonkt graag naar het oude Hollywood, met strijkers en een zweem van verlangen naar vervlogen tijden. Maar Gabriels is ook van de energie. De gospel swingt en Motown wordt ook aangetikt. Lusk is de showman die alleen door stil te staan een golf van applaus kan oogsten.
>>> lees verder
De knotsgekke Zweedse rockers in korte broekjes pakken uit met hun eigenzinnige punkformule, eentje die evenveel leunt op headbangen als op het schudden met de heupen. ‘I ain’t nice,’ maakt Sebastian Murphy op het tweede nummer alvast duidelijk. Met zijn sneller dan snelle zonnebril en volgetatoeëerde bierbuik is hij inderdaad een bijzondere verschijning. Tot gehele uitputting aan toe schokt en kruipt hij over het podium, terwijl hij met hart en ziel teksten oplepelt over alles wat God verboden heeft.
De kracht van Squid zit hem in hun onvoorspelbaarheid. Halverwege de set een opbouw van ambient en noise van vijf minuten!? Prima. Vervolgens aan komen zetten met een Floating Points-achtige gesyncopeerde synthbeat. Doen! Ondertussen vliegen de quirky gitaarmelodiën en stuwende punkritmes je om de oren. Oh, en ze hebben een cornet.
De set is non-stop overtuigend. De kleurrijke klanken vliegen nog langs ‘Opal’ maar maken steeds meer plaats voor een donkere tunnel met hardere house met dreunende bas. Tien minuten voor tijd valt het geluid stil en wordt de finale aangezet: de grootste Bicep-anthems achter elkaar, deze keer eerst dansvloerlieveling ‘Glue’ en tot slot ‘Apricots’ die de euforie van de hongerige tent volledig voedt. De kans is groot dat Bicep volgnd jaar nóg groter is.
Iedereen krijgt en pakt de ruimte. The Smile oogt boven alles bevrijdend. Dat manifesteert zich het meest in één persoon. Want wie is die man die zo vaak loopt te lachen, die roept hoe schitterend het festival is, die malle dansjes doet, die naar het publiek juicht alsof hij net de wereldbeker heeft gewonnen. Het is Thom Yorke. Die ook nog aankondigt dat The Smile nieuwe nummers gaat schrijven. Ook met dezelfde lach. What’s in a bandname. (