‘Zelf ben ik nu zo’n twee, drie maanden met mijn Pulsar 23 bezig, en het is echt heel anders dan andere drumcomputers. Meestal gebruiken die samples van kickdrums, hihats en snares die je een beetje kunt vervormen. Dat is anders bij de Pulsar 23. Die heeft een soort mini modulair systeem, gespecialiseerd in drumgeluiden, waardoor je het geluid oneindig kan manipuleren. Je hebt vier drum modules: de bass drum, de snare drum, hi-hats en bass. En daarnaast heb je allerlei contactpunten die je aan elkaar kunt verbinden via kabeltjes met krokodillenbekjes. Zo kun je alles op elkaar aansluiten: je kan de kickdrum door de snaredrum heen laten gaan, en dan weer door een effect, bijvoorbeeld. Of je kunt de kabeltjes aan andere dingen hangen. Op een gegeven moment kwam ik op een punt dat ik dacht: “Wat zou er gebeuren als ik nu zo’n kabeltje aan een banaan, een appel of een aubergine hang?” Dan krijg je dus een fruitdrumstelletje.’
‘De drumcomputer heeft een heel rauwe sound, en als je helemaal gek gaat met het patchen en de effecten kan je een enorme bak noise opwekken. Dan gaat het allemaal oversturen en feedbacken. Maar in ieders handen klinkt het anders, doordat je die contactpunten op een oneindige hoeveelheid aan manieren kunt verbinden. Het is best complex, maar door te proberen krijg je al snel grappige resultaten. Laatst heb ik mijn zoontje van tweeëneenhalf er op laten rammen en daar kwamen ook leuke dingen uit.’
‘Er is een besloten Facebookgroep met zo’n tweeduizend mensen die er eentje hebben. Zoals Colin Benders, die zat daarvoor maandenlang op zijn nagels te bijten, van: “Wanneer komt-ie nou?” Ik hoor nu al van veel mensen dat het lang niet lukt eentje te kopen omdat je op een wachtlijst komt. Het is een beetje een eliteding, voor de early adopters. Maar wie weet? Straks bouwt iemand er een hit mee, en het zou zomaar kunnen dat anderen hem ook willen.’