Even leek het erop dat-ie er überhaupt niet zou komen, dat derde album van The Sweet Release of Death. Des te bijzonderder dus, dat het Rotterdamse trio op The Blissful Joy of Living zulke grote stappen zet. In januari infiltreert de noiserockband vanuit hun niche het Nederlandse showcasefestival Noorderslag.

‘Het voelde alsof we tegen een oneindige muur aan het opklimmen waren,’ zegt zangeres en bassist Alicia Breton Ferrer. Zijzelf en gitarist Martijn Tevel zitten net verwikkeld in een vertelling van het verhaal achter hun derde plaat, en de manier waarop ze dat uit de doeken doen is nogal tekenend voor een gesprek met de band: verteld met enig gevoel voor drama en een bij tijden ietwat zwartgallige ironie, en tegelijkertijd zo vrolijk keuvelend als je ze waarschijnlijk op een gemiddelde zaterdag ook in de kroeg zou tegenkomen. Zo ook als ze vertellen over het tergende studioproces van The Blissful Joy Of Living: over de gigantische creatieve muur waar ze tegenop botsen, hoe het geld begint op te raken en hoe de spanningen onderling steeds verder op beginnen te lopen. Eén dag staat haar nog steeds sterk bij, vertelt Breton Ferrer. Ze begeven zich in hun studio – een soort schuur in een weiland – en zitten wederom verstrikt in een ineenstrengeling van takes waarin de één even middelmatig aanvoelt als de ander. Niets lijkt te werken, onderling loopt het ook even hoog op en uiteindelijk ontvlucht drummer Sven Engelsman – vandaag niet aanwezig – de studio gefrustreerd om nota bene zijn toevlucht te zoeken bij een naburige alpacaboerderij. Wanneer ze zich allemaal gefrustreerd naar huis begeven, zien ze in de verte een grote loods afbranden. ‘Daar hebben we toen maar naar staan kijken,’ zegt Breton Ferrer laconiek. Wat een samenvatting voor de dag.

Op die dag vroeg Tevel zich af of de band het jaar erop nog zou bestaan, maar tegelijkertijd was het een schakelpunt. Breton Feller: ‘Na afloop van die dag hebben we besloten dat we er niet meer aan moesten trekken. Het is wat het is, en dat moet het zijn. Wat er was hebben we gewoon afgemaakt.’ En dus is The Blissful Joy Of Living niet per se een lange plaat, maar met 19 minuten is het wel een mega intense, waarin gruizige noiserock- en postpunksongs met een laagje shoegaze worden doorklieft door de venijnige zang van Breton Ferrer, die de frustratie er bij tijden van af laat druipen. ‘Sway’ wordt gedragen door de beste hook die ze ooit hebben geschreven, en die eerste track is de inleiding voor nog vijf songs die zowel beklemmend als opwindend zijn.

Juist op dit moment weet de band voorzichtige rimpelingen te veroorzaken. Gewaardeerde internationale media als The Quietus – geliefd platform voor de niche – onderschreven hun enthousiasme over de band, maar ook grote Nederlandse media zoals De Volkskrant en NRC hebben The Sweet Release Of Death in het vizier. Na een indrukwekkende verschijning op onder andere Le Guess Who? stroomt de band nu ook door naar Nederlands showcasefestival Noorderslag. ‘Het is een beetje belachelijk,’ zegt Breton Ferrer erover. ‘We zijn sowieso altijd de vreemde eend in de bijt, en ik denk daar zeker.’ Tevel: ‘Dat is ook een van de redenen dat we er nooit binnen zijn gekomen. Maar nu is het opeens het jaar dat de festivals waar we niet binnenkwamen omdat we zo raar waren, opeens zeggen: “Ja, is goed. Kom maar.”’ Zelf ervaren ze die plotselinge aandacht als een rollercoaster, zeker omdat ze al negen jaar in deze formatie spelen en het einde even in zicht leek te komen.

Niet ten minste omdat ze in een soort sleur terecht waren gekomen, vertelt Breton Ferrer. Een band kan bij tijden voelen als een relatie, en gezien de drie samen in industriestad Spijkenisse zijn opgegroeid is het ook een nogal langdurige ook. Rond hun debuut, geproduceerd door wijlen Corno Zwetsloot, gitarist van de Nederlandse noiserockgroep Space Siren, voelde dat allemaal nog wel spannend. Idem dito voor hun titelloze tweede, maar daarna begon het allemaal wel wat in te kakken. Vooral de keuze om de shows even links te laten liggen om te focussen op dat derde studioproject was een foute, beseffen ze nu. ‘Niet spelen is de dood van alle creativiteit,’ merkt Breton Ferrer op.

Goed, een sleur dus, maar een song als ‘Orange Blanket’ doet vermoeden dat er op de achtergrond meer speelde. Daarop zingt Breton Ferrer keer op keer dat ze íéts wilt voelen. ‘Ja, jezus.’ Breton Ferrer valt even stil, voordat ze uitlegt dat het nummer in een nogal moeilijke periode van haar leven is geschreven, waarin haar persoonlijke leven op losse schroeven kwam te staan en ze onder anderen haar oma verloor, die haar zo dierbaar was als een ouder. Op ‘Sway’ hoor je een verwijzing naar de paniekaanvallen die bij die periode kwamen kijken. ‘En ik had last van slaapverlamming. Dat hield de paniek ook weer in stand.’ Ook voor Tevel klinkt dat niet onbekend. ‘We gingen neer. Ik ben over het algemeen een onstabiel persoon. Tegelijkertijd was dit eigenlijk de eerste periode in mijn leven waarin ik redelijk kalm was, maar ook Sven had het erg moeilijk.'

Het zijn ups- en downs waar ze als band al langer doorheen gaan, en die dus ook verweven zijn met de muziek die ze maken. Tevel: ‘Ik projecteer best veel van de negatieve dingen in mijn leven en verleden op wat ik nu doe. Het is voor mij… Ik weet niet of uitlaatklep het goeie woord is, want ik zou niet veel anders kunnen.’ Breton Ferrer grinnikt. ‘Ik denk dat we veel raarder zouden zijn als we deze muziek niet zouden maken.’ Daarnaast is het belangrijk om te benadrukken dat harde muziek in hun boekje niet alleen maar kommer en kwel is, maar juist ook voor pure opwinding kan zorgen. ‘Laatst nog stond ik na een show van ons bij een optreden van een screamoband.’ Terwijl Tevel vertelt over dat optreden – knetterhard en gewelddadig heftig – wordt -ie steeds enthousiaster en enthousiaster, je ziet hem zo ongeveer voor je ogen groeien. ‘Ik ging hélemaal kápot!’ In dat soort heftigheid zit ook een soort gelukzaligheid. Breton Ferrer zegt droog: ‘Ik word juist heel depressief van te blije muziek. Nu krijg ik er zelfs spierpijn van, dan kan ik ook niet meer bij een optreden blijven staan.’ Bovendien: nu ze weer optreden, hebben ze het plezier in de band volledig hervonden. The Sweet Release voelt levensvatbaarder dan ooit.

Eigenlijk zijn veel van de onderwerpen die vandaag worden aangesneden best zwartgallig. Breton Ferrer meent het wanneer ze denkt in een eeuwige, goed functionerende depressie te zitten, Tevel vertelt over de frustratie die hij zijn hele leven gevoeld heeft. ‘Soms dacht ik: “Ik weet niet meer hoe ik me hierdoorheen moet gaan bewegen, en alsnog een functionerend mens moet zijn. Niet op deze dag, of deze week, maar in mijn hele leven. Hoe gaat het goed komen?” Toch heb je bij The Sweet Release of Death het idee dat ze, zo goedlachs als ze erover vertellen, die zwartgalligheid in zichzelf omarmen en er ook de grap van in kunnen zien.‘The Blissful Joy Of Living? Het is natuurlijk een grap.’ zegt Tevel. ‘Nu begin ik steeds meer te accepteren dat het leven pure chaos is, en dat dat niet meer alleen maar negatief is. Bovendien: ik begin steeds meer in te zien dat ik ook iets uit dat verdriet kan halen en het voor me kan laten werken. Ik zie het niet eens meer als een fase. Het leven is één grote fucking chaos, en ik ga er gewoon in mee.’