Een storm, een overstroming? Prima! Maar een pandemie? Nee, daar hoef je als festivalorganisator niet mee aan te komen bij je verzekeraar. Geen denken aan. Je staat er misschien als bezoeker niet bij stil, maar aan de achterkant is het afsluiten van een goede verzekering een essentiële basis onder een festival. En dus kwam de sector met een noodkreet aan het kabinet. We hebben een garantiefonds nodig, een soort steunpakket dat alleen ingezet wordt als een festival niet doorgaat. Een financiële stimulans om de voorwaartse beweging in de festivalsector te houden.
Het kwam er, die reddingsboei. Een jaar geleden, in december 2020, zei minister Ingrid van Engelshoven voor het eerst dat er een garantiefonds moest komen voor de evenementensector. De vraag was alleen: hoeveel geld zou ermee gemoeid zijn, wanneer en onder welke voorwaarden zouden organisatoren er aanspraak op kunnen maken. Dat bleek niet zo eenvoudig te zijn: het duurde vervolgens nog dik een half jaar - tot 17 juni - voordat die regeling er ook daadwerkelijk kwam.
De eerste zomerfestivals waren al achter de rug - of beter: waren al gecanceld - voor de regeling er kwam, en al die anderen moesten toch maar stug doorwerken. Een festival organiseer je immers niet in een week. Dus begonnen organisaties zo goed en kwaad als het ging zelf maar afspraken te maken met artiesten en leveranciers. Iets wat vanuit goede bedoelingen voortkwam, maar soms later voor problemen zorgde.
Ook bij Lowlands troffen ze dergelijke afspraken. In de eerste versie van het fonds zou de overheid tachtig procent van de kosten dekken. Op basis van die informatie sprak het festival met artiesten af dat zij zestig procent uitbetaald zouden krijgen, mocht Lowlands afgeblazen worden. ‘Eerst moesten we twintig procent zelf betalen, wat een enorm bedrag is’, vertelt festivalbaas Eric van Eerdenburg. ‘Maar toen was er op 26 juni het foutje van meneer de Jonge: Dansen met Jansen. Toen heeft de overheid meteen de voorwaardes veranderd en gezegd dat ze honderd procent zouden vergoeden. Alleen hadden wij toen de contracten nog niet aangepast. We proberen die zestig procent nu naar honderd te tillen.’
Bij kleinere festivals zoals fijnproevers-festival Grasnapolsky liepen ze ook tegen problemen aan. Directeur van het festival Mariska Berrevoets: ‘We hadden een clausule in de contracten ingebouwd waarin stond dat we niet zouden kunnen uitbetalen, als het festival niet door zou gaan. Want dat zou het einde van Grasnapolsky betekenen. Die clausule hebben we aangehouden. Niet wetende dat dat het doodvonnis van het fonds schetste. Want die facturen kunnen we nu niet meenemen. Het had moeten zijn: bij een cancel betalen we niet uit, indien we geen garantiefonds krijgen.’ Alleen, dat stond er dus niet en daarom kreeg het festival de geboekte artiesten niet vergoed. Berrevoets: ‘Het is echt niet te verkroppen, maar er is niks aan te doen. Ze houden hun poot stijf in Den Haag, ik heb het met man en macht geprobeerd maar het is niet gelukt.’
Lowlands en Grasnapolsky zijn zeker niet de enigen die zulke afspraken maakten. Mede-eigenaar van boekingskantoor Friendly Fire, Rense van Kessel, kan het beamen: ‘Niemand wist wat de regels van dat fonds zouden zijn, dus mensen veranderden hun afspraken steeds. Vervolgens kwam de tekst van de garantieregeling: als je er kosteloos onderuit kan, dan gaan we dat niet vergoeden.’ En zo werd een fonds dat is bedoeld om de hele keten van een festival organisatie in stand te houden, opeens niet meer toegankelijk voor de mensen op het affiche: de artiesten. ‘Sommige artiesten hebben dan alsnog een goed jaar gehad, maar er zijn ook mensen die huilend vertellen dat ze de huur niet meer kunnen betalen’, aldus van Kessel.
Artikel gaat verder onder de foto