Ergens eind juni wisten ze het al. Die 1 september die de clubscene als een wortel voorgehouden werd, dat ging hem niet worden. Als de clubs al open zouden mogen, dan toch niet zomaar voluit. Het schitterende beeld van tientallen locaties in de hoofdstad waar tienduizenden bezoekers nachtenlang zouden dansen, dat ging niet gebeuren in 2020. En toch was er tot twee weken geleden nog een soort van hoop op een charmant kleinschalig Amsterdam Dance Event in clubs als Paradiso, Melkweg en de Marktkantine. Die programma-onderdelen zijn inmiddels allemaal weer in de prullenbak verdwenen, maar het plan van juni staat nog overeind: een digital first editie van ADE 2020. ‘We wisten al maanden dat we de realiteit met een korrel zout moesten nemen’, zegt directeur Jan Willem van de Ven over het afgelasten van bijna alle kleine zit-concerten. ‘Vandaar die digitale versie van het festival, die kan sowieso doorgaan.’
Zo’n digitale conferentie is natuurlijk wat je je voorstelt: talks en panels via een videoverbinding. Zo kunnen we James Blake horen spreken, en gaat journalist Ian Urbina in gesprek met een aantal producers die een soundtrack maakten bij zijn werk. Maar iedereen die weleens op de ADE conferentie geweest is, weet dat het officiële programma in de zaaltjes nog maar de helft is van het totaal. Het draait om de stoep. De stoep voor het Nieuwe De La Mar theater. ‘Waar mensen elkaar op de schouder tikken. Het contact ontstaat op de grachten, daar beginnen de deals waar mensen voor naar ADE komen. Als je puur een scherm inricht waar mensen naar kunnen kijken, mis je het zakelijke platform. Daarom hebben we een social business platform gelanceerd, waar mensen elkaar op kunnen zoeken, chatten contact leggen.’
En dat is dan weer het positieve aan zo’n crisis: de plannen voor zo’n online platform waren er al jaren, maar belandden altijd ergens onderop de stapel. Nu de urgentie hoog is, heeft de organisatie het binnen een halfjaar uit de grond gestapt. Maar uiteraard had Jan Willem van de Ven liever gezien dat de clubs vol staan. ‘Het is pijnlijk dat Den Haag zich in goeie jaren graag vereenzelvigt met het belangrijkste Nederlandse culturele exportproduct, maar nu we bovengemiddeld hard geraakt worden, is er op geen enkele manier steun. We dreigen in een paar maanden te verliezen wat we in 25 jaar zorgvuldig opgebouwd hebben. Maar we willen deze editie niet gebruiken om onszelf slachtoffer te voelen, maar om te laten zien wat nog wel kan.’