De sets van Lena Willikens zijn al jaren de hoogtepunten van clubnachten en festivals. Dan maakt het niet uit of ze haar trouwe bezoekers nou op het verkeerde been zet door opeens volle bak house te draaien, of onder de brandende zon festivalbezoekers belaagt met ijskoude industrial. Volgende week sluit ze op Lentekabinet het spannendste podium af, in haar tegenwoordige thuisstad Amsterdam. We spraken haar over haar bijzondere samenwerking met Vladimir Ivkovic die geen b2b mag heten, en hoe ze voorkomt dat haar hersenen krimpen.

Het eerste wat je ziet als je bij Lena Willikens thuis komt, is een prachtige grijze kat die je nieuwsgierig tegemoet komt. Daarna pas zie je het uitzicht over het IJ, de uitgestalde synthesizers, de platenkast en de onvermijdelijke asbak die op haar keukentafel vol gelabelde parfumsamples staat. Meteen nadat ze wat appelpartjes heeft klaargelegd voor tijdens het interview, rolt ze haast zonder te kijken de eerste van een paar sigaretten die ze het komende uur opsteekt. Willikens kijkt nog eens om haar heen, als ze probeert uit te leggen hoe ze van Keulen in Amsterdam terecht gekomen is. ‘Ik had Barcelona, Brussel en Amsterdam op mijn lijstje staan, en heb drie maanden zitten wikken en wegen. Ik ken hier natuurlijk de jongens van Red Light Radio al, Tako van Music from Memory is een goede vriend, Gilb’r woont hier nu een paar jaar en was me aan het overhalen. Maar Schiphol gaf de doorslag. Het is zo'n goed vliegveld, het bespaart me zo veel energie om elk weekend vanaf daar met directe vluchten te reizen. En het is ook nog eens dicht bij Keulen, met tweeëneenhalf uur ben ik daar.’

Had haar dezelfde vraag een half jaar geleden gevraagd, en Willikens had de bereikbaarheid van Düsseldorf vast ook meegenomen. Ze studeerde er af aan de kunstacademie en stortte zich erna in het nachtleven rond Salon Des Amateurs. De legendarische en inmiddels gesloten club werd opgericht door studenten van haar oude school, en was een plek waar muzikaal een hele hoop kon. Jan Schulte, Vladimir Ivkovic, Toulouse Low Trax, het zijn allemaal dj’s die hun basis daar ook legden, en allemaal dj’s die trager, gemener en grenzelozer durven draaien dan heel veel andere dj’s. Misschien dat de muzikale geschiedenis van de stad, met Kraftwerk als belangrijkste voorbeeld, doorwerkt in hun sets waar kraut en industrial belangrijke pijlers zijn en er veel gegrepen wordt uit bakken die nooit bedoeld leken voor de dansvloer. Willikens belandde in de club, juist omdat ze helemaal klaar was met de kunstwereld. ‘Ik zag hoe collega-afgestudeerden hun best deden om hun werk in galerieën te krijgen, bezig waren met fondsen aanschrijven. Ik wilde eigenlijk helemaal niet in die wereld leven. Op dat zelfde moment opende Salon en ik wist dat ik daar wilde werken. Als tiener had ik al een platencollectie, reisde ik af naar Londen om dub te kopen. Voor feestjes op de academie werd ik vaak gevraagd als dj. Ik wist ook dat als ik bij Salon ging werken, dat ik dan ook een echte baan voor het geld moest vinden. Ik belandde in de filmwereld. Via verschillende banen was uiteindelijk mijn laatste grote klus dat ik alle grafische ontwerpen voor Only Lovers Left Alive maakte, de vampierfilm van Jim Jarmusch. De bordjes die je ziet in de film, alle logo’s en al het verdere artwork dat je ziet in de film heb ik gemaakt. Zo heb ik ook een hele rits hoezen van industrial platen ontworpen, voor de collectie van de vampier.’

Die filmcarrière bleek een korte, ze kan nu leven van muziek. Inmiddels vliegt Willikens elk weekend de wereld over, is ze uitgegroeid tot vast gezicht in Nederlandse clubs als BAR en De School, en boekt Dekmantel haar praktisch elk jaar voor een of meerdere van hun festivals. De wonderlijkste ontwikkeling in haar carrière is het duo dat ze vormt met Vladimir Ivkovic. Niet het feit dat het duo bestaat is verrassend, maar dat het zo ontzettend lang duurde. Ze valt stil als ze nadenkt waarom het zo lang duurde. ‘Haha, dat is eigenlijk een heel raar inderdaad. We kennen elkaar al zo’n vijftien jaar denk ik, via Salon. Maar we draaien pas samen sinds de School ons anderhalf jaar geleden vroeg dat te doen. Tuurlijk, het gebeurde wel eens als we allebei op dezelfde avond geboekt waren en na onze solo-sets nog even samen gingen draaien. Maar dat was de eerste keer dat het echt werd aangekondigd. Ik weet niet wat het is. We houden allebei niet zo van back to backs, omdat het vaak zo random voelt. Maar die avond gebeurde er iets, waarna we meteen zeiden: dit gaan we nooit meer met iemand anders doen. We belden onze boeker met de vraag of zij niet meer van dit soort optredens kon regelen. Het kreeg de naam Willikens & Ivkovic, een vriend ontwierp een logo. Misschien is het onze gedeelde achtergrond bij de Salon, waar magische dingen gebeurden die nergens anders hadden kunnen plaatsvinden. En dan is er nog het respect dat ik heb voor de attitude van Vladimir. Hij heeft het tegenovergestelde van een groot ego, snap je? Als we samen draaien, hoeven we elkaar niet te verbazen met fantastische mixes. We willen gewoon luisteren naar wat de ander te vertellen heeft, en zijn altijd nieuwsgierig naar wat er gaat komen.’

Als Willikens het over de sets met Vladimir Ivkovic heeft, praat ze er over alsof ze als jazzmuzikant over improvisatie praat. Het gaat niet om die ene solo, maar om de hele ervaring. Anders zou het te snel op routine gaan, iets waar ze zo veel mogelijk van weg wil blijven. Ze vertelt hoe ze nooit de volle macht over haar publiek wil hebben, dat het publiek haar ook moet beïnvloeden. Dat het belangrijk is om te vechten tegen verwachtingen door bewust wat anders te doen, omdat je anders in een jukebox verandert. Hoe ze er al van baalt dat ze, ondanks haar haat voor routine, er niet aan ontkomt. Een set in het buitenland begint immers bijna altijd met een vlucht er naar toe, iemand die haar ophaalt bij het vliegveld, een snelle pitstop bij het hotel. Het zorgt ervoor dat ze in haar sets altijd hoopt op de kans dat ze niet helemaal functioneert, dat er een risico is dat het misgaat.

Los van alle trucs die ze heeft, is er een ander groot project waarmee routine buiten de deur gehouden moet worden. ‘Wat zeg je, heb je de viewing van Phantom Kino gemist vorig jaar op Dekmantel?’ Grijnzend probeert ze afkeurend te kijken. Zoals het hele gesprek lacht ze ook hier op het moment dat het eigenlijk over iets belangrijks voor haar gaat, alsof ze het allemaal ook niet al te zwaar wil maken. Samen met Sarah Szczesny, die de hoes van Willikens debuut-EP ontwierp, begint ze steeds meer optredens te geven met het Phantom Kino Ballet. Of performances, misschien is dat een beter woord. ‘Sarah stelde me zo veel vragen voor die hoes, dat dat bijna veranderde in een samenwerking. Het voelde zo goed, dat we er daarna meer wilden doen. We maakten video’s voor elke track van die plaat. We filmden zelf dingen, gebruikten found footage en maakten daar videocollages van. Dat was weer zo leuk, dat we hetzelfde gingen doen voor een mix. Vanaf daar ontwikkelden we een performance. We hebben kostuums, en lopen met boomboxes door een zaal. Zie het als een lo-fi dolby surroundsysteem. Het publiek zit op de grond, op door ons geschilderde stoffen. Het wordt een psychedelische ervaring, die videoprojecties, snippets spoken word en muziek uit de speakers. Voor elke uitvoering passen we hem verder aan. Vorig jaar hebben we een tour door Amerika gedaan, en nu zijn er heel veel aanvragen. Door een project als dit gebruik ik andere delen van mijn brein. Ik ben er van overtuigd dat als ik alleen maar met muziek bezig zou zijn, andere delen van mijn hersenen zullen krimpen. Het enige nadeel is dat ik het heel heftig vind om na zo’n show de volgende dag weer te draaien. Het is alsof het langzaam makkelijker wordt, dat switchen. Maar stel dat dat wel zou zijn, dat het na de tiende keer makkelijker werd en ik het zo kon doen. Dan zou het weer routine worden. En dat weiger ik dus, ha!’

Lena Willikens houdt eigenlijk niet zo van opnames van sets. ‘Het valt altijd tegen. Laatst maakte ik een mix voor Phonica, toen kwam ik erachter dat ik in zo’n thuis opgenomen set niet de muziek kwijt kan die ik met Vladimir Ivkovic draai. De context mist dan, lijkt het. Ik doe het eigenlijk alleen voor vrienden, bijvoorbeeld voor Dekmantel. Maar de beste opname die er van mij is, is er een die per ongeluk gemaakt werd. Op de allerlaatste avond in Salon Des Amateurs had een meisje een telefoon in haar tas die de hele avond aanstond. Je hoort de muziek zachter worden als ze naar de wc gaat, en weer terugkomen als ze klaar is. Je hoort haar roken en met vrienden praten: precies zoals een avond echt is.’