Ok, dat rijtje was nog maar het begin. Nog een paar albums waar zijn handtekening op staat? Sky Ferreira. Jesca Hoop. Andrew Bird. Laura Marling. Conor Oberst. Cass McCombs. Hij doet er zelf vrij bescheiden over, maar het minste dat je ervan kunt zeggen is dat het een wonder is dat Blake Mills ook nog een solo-carrière heeft. Toch is het pas verschenen Mutable Set zijn vierde album in tien jaar tijd, en zijn meest weelderig gearrangeerde. Maar als die projecten zijn er misschien wel de oorzaak van dat Blake Mills zich niet al te druk maakt dat zijn voorjaar volkomen in het water gevallen is. Weg tour, weg mogelijkheden om je album fatsoenlijk te presenteren. ‘Ach’, zegt Blake Mills vanuit zijn studioruimte vol gitaren. ‘Er is iets vredigs aan deze tijd. Ja, er is paniek, maar tegelijk is er een enorme rust. Ook bij mij.’
Die rust, die spreekt ook uit zijn eigen muziek. Het zijn liedjes die de tijd even stil zetten. Even een stapje terug zetten om te kijken naar het hectische leven. Het waren drukke jaren voor Blake Mills. Hij rende van het ene na het andere project, en geef hem eens ongelijk. ‘Het album gaat over verandering. Het gaat over hoe tijd verstrijkt en vat krijgt op je leven, over hoe mensen komen en gaan en verschillende fases van je leven.’ Kortom: het grote plaatje waar we nu allemaal net even iets meer bij stil staan.
De kans dat de naam Blake Mills je iets zegt is niet waanzinnig groot, maar zijn werk heb je vast wel gehoord. Als producer en gitarist speelde de 33-jarige Amerikaan met onder meer Fiona Apple, Lucinda Williams, Perfume Genius, Alabama Shakes en zelfs John Legend. Een ongelofelijke rij als je ze zo na elkaar noemt. Nu heeft hij onder zijn eigen naam een van de meest bijzondere albums van het jaar uitgebracht.
Skaten is kunst
Blake Mills groeide op in Malibu, Californië, onder de rook van het epicentrum van de Amerikaanse popmuziek. Hij zag en hoorde er helden waar hij later mee zou werken. Al vanaf zijn tienerjaren was het de gitaar die hem riep, en niet de schoolboeken. De gitaar en het skateboard, om preciezer te zijn. Die twee zijn natuurlijk onlosmakelijk met elkaar verbonden. Skateboarden is geen sport, het is een kunstvorm. Dat zal iedere skater je vertellen als je ernaar vraagt. Ja, je kunt er mee winnen, en deze zomer zou skateboarden zelfs voor het eerst een Olympische discipline zijn, maar daar gaat het in feite niet om. Het gaat erom dat je de traditie onder de knie krijgt. Dat je leert skaten zoals Tony Hawk dat kan. En dan, als je de techniek beheerst, is het hoogste doel om iets toe te voegen. Twee tricks te combineren tot iets unieks, iets revolutionairs. Precies zoals Mills dat als muzikant wil doen.
‘Skateboarden was voor mij een veilige haven en een ontsnapping tegelijk. Een ontsnapping van het huiswerk waar ik geen zin in haar. Of beter: waar ik de noodzaak niet van inzag. Ik was een kleine rebel. Maar ach, wat is rebelleren als het om skateboarden gaat? Het hoofd van mijn school heeft ooit tegen mijn moeder gezegd dat ik voor mijn twintigste in de gevangenis zou belanden. Maar wat doe je nu helemaal als skater? Je wordt overal weggestuurd door de autoriteiten, enkel omdat je zo graag van een railing af wilt skaten. Het voelt alsof niemand begrijpt wat daar zo belangrijk en mooi aan is, behalve jij en je vrienden.’
Blake Mills belandde helemaal niet in de gevangenis. In tegendeel. In zijn vroege twintiger jaren bracht hij een debuutalbum uit, dat eigenlijk vooral bedoeld was als visitekaartje om als sessiemuziek aan de slag te kunnen. Dat lukte heel aardig, en Mills werd vooral ingehuurd vanwege zijn specialiteit: de slide guitar. ‘Al snel werd ik alleen maar daarvoor gevraagd, en dat was nu ook weer niet de bedoeling. Toen op een gegeven moment op elk album een slide guitar te horen was, besloot ik verzoeken af te gaan wijzen.’
Risico nemen
Is er een rode lijn te ontdekken in al die projecten waar Blake Mills aan meegewerkt heeft? Hoe verhoudt zijn werk als solo-artiest zich tot zijn opdrachten? Mutable Set voelt vrijer, terwijl hij als producer en sessiemuzikant toch vaak gevraagd wordt de structuren te bewaken. Of niet? ‘Ik vind niet dat mijn liedjes structuur missen, maar ik begrijp wel wat je ermee bedoelt. Maar wat is structuur, wat is een traditioneel liedje? Ik weet nog dat Lucinda Williams me vertelde dat iemand van de platenmaatschappij commentaar had. Er moest een bridge in haar nieuwe liedje. Shit, dacht ze, waarom heeft mijn liedje geen bridge? Er is iets mis. Tot ze thuis een plaat van Neil Young opzette. Fuck it, hier zit helemaal geen fucking bridge in. Mensen kunnen eindeloos discussiëren over wat een goed en een slecht liedje is.’
De positie waarin Blake Mills normaal gesproken zit is een kwetsbare, in het post Kazaa en Limewire tijdperk. Je moet je geld verdienen op tour, je moet zelf artiest zijn. Dat wil zeggen, normaal gesproken natuurlijk, zonder corona. ‘Tegelijk kent mijn positie ook bepaalde zekerheden. Ik word gewoon betaald als mensen met me willen werken. De druk ligt ook niet bij jou, maar bij de artiest. Ik durf zelfs te stellen dat ik in samenwerking met andere muzikanten makkelijker risico’s durf te nemen.’
Een goed liedje - of dat nou van Lucinda Williams is of van Perfume Genius, Fiona Apple of Blake Mills - is als een goede skate truc. Het is heel knap als je kunt doen wat al eens gedaan is. Je kunt er zelfs applaus voor krijgen, maar de wow-factor heb je pas als je echt iets bijzonder doet. Als je een keuze durft te maken die jouw songs onderscheidt van al die andere. En wat dat betreft heeft Blake Mills nu dus een geslaagde poging gedaan. Zijn album past in de traditie van songwriters als Nick Drake en Elliott Smith. Zangers die niet schreeuwen om je aandacht, maar die hun publiek uiteindelijk toch gevonden hebben. ‘Wat dat betreft ben ik helemaal niet zo bezig met de vraag of mijn album nu wel goed gepromoot kan worden, of ik wel in de goede playlist terecht kom, en of het nu wel of niet goed past bij deze rare tijd. Ik vind het juist tof dat muziek soms decennia later nog betekenis kan krijgen. Nick Drake is daar een heel goed voorbeeld van. Hoor je een van zijn liedjes in een playlist langskomen, dan mis je misschien iets van kracht. Maar zijn werk heeft in de loop der jaren een cultureel gewicht gekregen waardoor mensen het kennen en koesteren.’