Het ging in 1984 al aanzienlijk minder met Pinkpop. Het bezoekersaantal halveerde naar 20.000. Maar het jaar erop werd een hardere klap uitgedeeld met 15.000 festivalgangers. ‘Het was gewoon niet goed’, zegt Jan Smeets nu over de line-up waar Steel Pulse, Chris Rea en Yngwie Malmsteen bij de acht boekingen hoorden. Leon Ramakers van Mojo zag wat er ten grondslag lag aan het dieptepunt: ‘Het festival ging niet met z’n tijd mee. Het podium was vijf meter hoog, een bij elkaar getimmerd zooitje. Terwijl de producties van bands veel groter werden. Jan had ook een principe van één popgroep, één hardrockgroep, één reggaegroep, enzovoort. Voor elk wat wils dus. Er zat teveel flauwekul tussen. En een reggaeband, daarvoor komen de mensen niet naar een festival.’ Smeets zag het om een andere reden mis gaan: ‘Er kwamen steeds meer stadionconcerten. Veel van de bands die we wilden boeken, deden daar voorprogramma’s. Ze stonden liever voor de Stones in De Kuip dan bij ons.’
Het debacle van 1985 was niet alleen een drama voor Pinkpop, het was ook een persoonlijk drama voor Jan Smeets. ‘De stichting werd opgeheven,’ vertelt hij. ‘Ik had een aansprakelijkheid, en dus een probleem. Ik heb een jaar geen salaris gehad.’ Toch wilde Smeets Pinkpop levend houden. Hij begon om zich heen te kijken en de blik bleef bij Mojo hangen. Smeets: ‘En toen zei Ramakers: ik doe mee, maar ik wil niet meer dat stomme podium, het moet professioneler en het moet later eindigen.’