Hij richtte Mojo op, organiseerde op 22-jarige leeftijd al het legendarische Holland Pop met The Byrds en Pink Floyd, en is met recht geestesvader van het totaalfestival te noemen. Berry Visser over Pandora’s Music Box, en Ein Abend in Wien. En waarom nam hij afscheid van Mojo in de maand van de eerste Lowlands-editie? ‘Ik zei nog zo: cancellen die hap!’

‘Jaaaaahaaa, daar liepen dames naakt in doorzichtige ballen over het water.’ Berry Visser (70) zegt het met een ondeugend lachje, zijn ogen glunderen met het frisse enthousiasme van een begin-twintiger. Die hippies op het legendarische Holland Pop Festival in het Kralingse Bos keken in 1970 tussen de shows van Pink Floyd en The Byrds door wel op van die ‘Walking Water Events’. Net als van de priegeljazz van het Chicago Art Ensemble, en de verrassinkjes van Han Bennink. 

Altijd al wilde hij dat een muziekevenement méér was dan alleen een stel bands op het podium, vertelt Visser in zijn bonte huis aan de Voorstraat in Delft. Daarmee legde hij de basis van het ‘totaalfestival’, zoals Lowlands dat nu al vijfentwintig jaar is. Waarom hij dat zo belangrijk vond, probeer ik telkens los te peuteren. Om je publiek te choqueren? Omdat een middernachtelijke massage van een verpleegster misschien wel langer bijblijft dan een goed concert? Of omdat je met zo’n uitgebreid randprogramma bezoekers aan je kunt binden, en ze ook blijven komen wanneer je muzikale programma een keertje wat minder sterk is?

Maar telkens geeft hij hetzelfde antwoord: ‘Weet ik veel!’ Om even stil te vallen en te zeggen: ‘Dat vind ik gewoon léúk.’ Het zal een beetje in de aard van het beestje zitten: vroeger was dit pakhuis nog het kantoor van Mojo, nu woont Visser er. En het is nogal een wonderlijk pand: elke kamer heeft een thema, en elke centimer van het huis loopt over van de curiosa, van prachtige poppen tot spiegels, van skeletten en statige meubels tot kleine muisjes die op de traptreden zijn geplakt. Het is zijn eigen theatertje, waar hij aan is gaan bouwen nadat hij 25 jaar geleden afscheid nam van Mojo. Tegenwoordig geeft hij er voorstellingen onder het alterego Madame de Berry, en op het moment werkt hij aan een futuristisch sprookje met de hoofdrol voor Dorothy, een pop die al in de kamer staat uitgestald. Maar daarover later meer.

Berry Visser en Mojo

1969: Eerste grote concert Mojo: Spooky Tooth en Jethro Tull in Concertgebouw
1970: Holland Pop Festival
1978: Eerste grote stadionconcert Mojo: Bob Dylan en Eric Clapton in De Kuip
1979: Lifestylebeurs Casa Nova in Ahoy
1983-85: Pandora’s Music Box in De Doelen 
1986: Mojo sluit samenwerking met Pinkpop
1991: Eerste editie Lowlands, Berry Visser stapt op en aankoop North Sea Jazz

Laten we eerst eens bij het begin beginnen. Niet geheel toevallig speelde zich dat ook af in een theatertje in Delft: eind jaren 60 zat Berry als tiener op de sociale academie, waar hij met klasgenoten het Mojo-cabaret had opgericht, vernoemd naar het nummer 'Got My Mojo Workin' van Muddy Waters. In de studentensociëteit Wolbodo organiseerden ze voorstellingen. Soms zat het vol, soms kwam er geen hond en belde hij zijn familie, broer, zus en buurman, zodat het mimetheater uit Chili in ieder geval een beetje publiek had. Al gauw startten ze ook een discotheekje, de eerste in Delft. Al snel stond het elke zaterdag ramvol in de Polly Magoo, en met de opbrengsten ervan konden ze het theatertje weer bedruipen. ’Die discotheek was mijn eerste kennismaking met popmuziek, daar hoorde ik voor het eerst Vanilla Fudge, Pink Floyd met Syd Barrett, Bob Dylan en natuurlijk The Doors.’ 

Toen The Doors op 15 september 1968 hun legendarische show in het Concertgebouw gaven, was hij er dus vanzelfsprekend bij. Nou ja, legendarisch… tijdens het voorprogramma Jefferson Airplane stormde Jim Morrison opeens het podium op om als een bezetene te dansen en zelfs te proberen de microfoon af te pakken. Nog voordat The Doors zou optreden, stortte Morrison backstage in door een overdosis drugs, om naar het ziekenhuis te worden afgevoerd. Maar the show must go on, en toetsenist Ray Manzarek nam de zangpartijen voor zijn rekening. ‘Ik hield er een redelijk katerig gevoel aan over’, zegt Berry, ‘maar ik dacht toen wel: concerten organiseren… wauw, dat lijkt me wel wat.'

En wat doe je dan, als overmoedige tiener? Een keertje een showtje van je neefje-met-gitaar organiseren in het lokale jeugdhonk? Nee joh, dan zoek je het adres op van NEMS (het managementkantoor dat Brian Epstein was begonnen, The Beatles had grootgemaakt en Pink Floyd onder contract had staan), pak je de boot naar Engeland en de trein naar Londen. Visser vertelt met een bijkans komische vanzelfsprekendheid hoe hij daar als onervaren broekie zonder afspraak binnenliep bij een van de boekers, Neil Warnock. ‘Ik was zeker geen mannetje in een net pak, maar kennelijk wekte mijn verschijning vertrouwen op. Ja, eh… ’ 

Kortom: Berry kon al gauw een show organiseren van folkzangeres Julie Felix in de kleine zaal van het Concertgebouw – hij en zijn broer Michael deelden flyers uit in Amsterdam en trokken de zaal vol. Al gauw kreeg hij ook de grote zaal tot zijn beschikking voor Jethro Tull en Soft Machine, en er volgden optredens van onder andere Fairport Convention en Led Zeppelin. Mojo Concerts was geboren.

Ondertussen vond in augustus ’69 aan de overkant van de oceaan de legendarische hippiehappening Woodstock plaats. Berry zag de film erover, en was meteen razend enthousiast. ‘In die tijd kwam ik in contact met Frederick Bannister, een hele chique Engelsman die met zijn vrouw Wendy al festivals organiseerde in Bath. Dus ik weer naar Engeland, en ik zeg: “Ik wil wel een festival organiseren in Nederland.” Berry en Bannister konden samen gemakkelijker Amerikaanse acts als The Byrds, Canned Head, Dr. John, Santana en Jefferson Airplane naar Nederland halen, en Berry kon via NEMS ook acts als Pink Floyd en Soft Machine contracteren. ‘Een probleempje: ik speelde blufpoker, want ik had geen geld en nog geen terrein.’ 

Hij reisde stad en land af op zoek naar een geschikte locatie voor het festival, maar tevergeefs, totdat op een dag bij Berry werd aangebeld door Georges Knap, een vertegenwoordiger in medische apparatuur die een festival wilde organiseren. ‘Ik nam die man totaal niet serieus, met een arrogante houding heb ik hem de deur toen gewezen. Maar hij hield vol, en toen hij nog eens langskwam liet me het bos in Kralingen zien. Ja, ik stond daar bij die plas, ging een rondje wandelen en zei direct: dit is het!’

Vervolgens trok Berry bij Georges en diens partner Toosje in, om een half jaar lang horizontaal op de bank liggend met één telefoon en een blocnote alles te regelen terwijl de peuters door de woonkamer dartelden. Oh, en er is ook al een klein bijrolletje weggelegd voor Leon Ramakers, een student die eens een concertkaartje kwam kopen bij Berry en nooit meer is weggegaan. Ramakers wist bij het Ministerie voor Culturele Zaken subsidie los te peuteren voor Holland Pop, regelde op het festival zelf vanuit een kantoortje het vervoer voor alle bands, werd vervolgens privéchauffeur van Berry en groeide langzaam maar zeker uit tot partner. ‘Dat werd een ontzettend goed partnerschap. Hij is nuchterder dan ik, zakelijker ook.'

'Jarenlang heb ik geprobeerd dat hele festival te verdringen. Ik heb wel twintig jaar gedacht: wat een kutzooi.'

Hoe dan ook: Holland Pop Festival vond plaats op vrijdag 26 tot en met zondag 28 juni 1970, met shows van onder andere The Byrds, Jefferson Airplane, Soft Machine en Pink Floyd. Het gaat de geschiedenisboeken in als de grote apotheose van de Nederlandse hippiecultuur, er werd openlijk geblowd en LSD gebruikt, het was kortweg drie dagen lang vrijheid, blijheid en muziek in het Kralingse Bos. 

Maar voor Berry zelf was het festival een redelijk rampzalige ervaring: van de tienduizenden bezoekers (volgens een enkel boek zelfs 100.000), kocht zeker de helft geen kaartje. Ze klommen gewoon over het hek heen, zelfs geholpen door de security. Achteraf was er een financieel gat van 800.000 gulden te dichten. Nogal een molensteen om de nek bij een jongen van krap 22 jaar. ‘Jarenlang heb ik geprobeerd dat hele festival te verdringen. Ik heb wel twintig jaar gedacht: wat een kutzooi. Holland Pop ging failliet, maar de curator dreigde ook nog een beslag te leggen op de recette van mijn concerten in het Concertgebouw. Uiteindelijk werd besloten dat ik twee jaar lang de helft van de winst van Mojo moesten afdragen. Het zorgde voor verschrikkelijke stress. Pas de laatste tijd denk ik: het is wel een prachtige geschiedenis waar ik trots op mag zijn. Het is toch maar gewoon gelukt.’

Berry Visser (links) met Toosje en Georges Knap in 1970

Met Berry Visser en Leon Ramakers aan het roer werd Mojo in de vaart der volkeren steeds groter: al gauw volgden stadionconcerten van Bob Dylan en Eric Clapton in De Kuip, maar die shows waren niet altijd even lucratief, vertelt Visser. ‘Ooit begon het met percentagedeals van 60 procent voor de artiest, 40 voor ons. Al gauw kroop dat richting 80-20 en zelfs 90-10. The Rolling Stones zeiden zelfs eens: je mag de show organiseren voor 30.000 gulden. Wat hebben we daar nog aan?’ 

Vanuit die gedachte ontstond een tweede voorloper van Lowlands uit de koker van Berry Visser: Casa Nova, een tien dagen durende lifestylebeurs in augustus 1979 die ‘meer moest zijn dan alleen een beurs’. Cheap Trick, Van Morrison, Commodores, Inner Circle, Fischer Z, The Golden Earring en Randy Newman met het Rotterdams Philharmonisch Orkest traden er op, de Nederlandse première van rockmusical Hair vond plaats en er was nog veel meer moois te aanschouwen. ‘Ik was op zoek naar een vaste bron van inkomsten voor Mojo, toen ontstond het idee voor Casa Nova.’ Dus trok Visser onder andere het circus van Victoria Chaplin (dochter van) aan ‘met allerlei diertjes en konijntjes’, de nachtclub Alcazar uit Parijs werd ingevlogen, er waren clowns uit New York, Jerry Hall ‘die het toen deed met Mick Jagger’ leidde een modeshow en de discomuziek werd er geïntroduceerd in Nederland.

Klinkt allemaal prachtig, maar goed, ook dat werd ‘een debacle van hier tot Jeruzalem’, zucht Berry. ‘De bezoekersaantallen vielen ernstig tegen, en een jaar lang hebben we nog geprobeerd het recht te breien, maar het financiële gat was zo groot…’ Kortom: Mojo ging failliet. ‘Ja, het veroorzaakte de tussentijdse ondergang van Mojo, en dat kwam op mijn conto te staan. Met de voorbereiding en afhandeling erbij gerekend had ik me drie jaar lang op Casa Nova gestort terwijl Leon in zijn eentje Mojo leidde. Hij was niet bepaald blij, maar heeft me nooit in mijn gezicht gezegd: “Godverdegodver!” Hij heeft het ondergaan. Voor mij was het een traumatische ervaring, ik werd voorzichtig.’

Na het faillissement ging de concertorganisator zelfs nog even door het leven als Drogisterij de Viking Bv. ‘maar daar kon Leon niet zo om lachen. Een paar maanden na het faillissement hebben we de naam Mojo Concerts bij de curator teruggekocht voor 5000 gulden.’

Vier jaar later durfde Mojo het pas weer aan, een groot muziekfestival organiseren. Huub van Dael (directeur van het Rotterdamse concertgebouw De Doelen) benaderde in die tijd Visser met de vraag voor een ‘gewoon popfestivalletje’. Visser schakelde vervolgens de hulp in van kunstenaar Michel Waisvisz, en samen creëerden ze al gauw een op z’n zachtst gezicht zinnenprikkelend randprogramma. De discussie begon met ‘misschien een beeldje in de entree’, maar eindigde met een gigantische berg aan ‘verschijnselen waar je omheen kunt lopen’, vertelt Visser. Dat werd in 1983 de eerste editie van Pandora’s Music Box, nog zo’n voorloper van Lowlands, waar in drie jaar tijd onder andere Siouxsie and the Banshees, Nick Cave, The Jesus & Mary Chain, Einstürzende Neubauten, Echo and the Bunnymen en Sonic Youth.

De muzikale namen werden vooraf wel bekendgemaakt, maar niemand, maar dan ook níémand, mocht weten wat voor ‘verschijnselen’ Visser en Waisvisz aan het uitbroeden waren. Zelfs niet binnen Mojo. ‘We hebben alles in zes weken verzonnen. Michel en ik faxten de hele dag ideeën naar elkaar, en stuurden Georges Visser van Mojo Theater iedere dag een lijstje: ga dit huren, ga dat regelen. Hij mocht geen vragen stellen, en verder wist niemand wat we gingen doen. Zeer ondemocratisch, maar in de kunst is dat de enige manier om resultaten te boeken. Je moet gewoon BAM tot het uiterste gaan, en niet worden lastiggevallen met vragen als: ben je wel goed bezig? Als we onze ideeën hadden moeten inbrengen in vergaderingen? Waarschijnlijk hadden ze gezegd: no way, dit gaat te ver!’ 

Want ver ging het inderdaad in die drie jaar Pandora’s Music Box, vertelt Visser: dan staken ze weer het dak van de Doelen in de fik, dan weer laten ze na middernacht een boer zijn schapen over het marmer drijven (tot verbazing van de bezoekers die geestverruimende middelen hadden genomen), er was een grote begraafplaats in gericht voor popiconen en ‘het schaamhaar van Beatrix’ werd geëxposeerd. Een meisje stond in een giga-aquarium met limonade liedjes van West Side Story te playbacken terwijl ze bekertjes volschepte. ‘Ik heb telkens zo verschrikkelijk gelachen. We hadden een ballet van jongens en meisjes die brandende lampenkappen droegen, prachtig was dat. Er waren verpleegsters in witte jasjes. Je kon gerust bij hen op de brancard gaan liggen, dan werd je om 3 uur ’s nachts gemasseerd.’ 

Zijn Mojo-collegae waren waarschijnlijk met stomheid geslagen, maar het was een groot succes: de tweede en derde editie verkochten in een zucht en een scheet uit. Een Engelse agent – die in de stad was voor het Ahoy-concert van Diana Ross – was even wezen kijken. ‘Hij zei: “Jeeeeezus, als je dit in New York doet, wordt het een grote hit.” Hij vond het prachtig!’

Nick Cave live op Pandora's Music Box '85

Butthole Surfers op Pandora's Music Box '85

Daarna had Michel Waisvisz het wel gezien en besloot hij de stekker eruit te trekken. ‘Later ging het bloed weer kriebelen, dus hebben we een enkele keer Ein Abend In Wien georganiseerd in 1991, ook weer in De Doelen.’ Ook dat liep weer over van de theatrale ‘verschijnselen’ naast shows van Dinosaur Jr., Smashing Pumpkins, Sonic Youth, Quazar, Blur, Nine Inch Nails en een sensationele show van Nirvana.

Twee jaar later, in augustus 1993, wordt de eerste editie van A Campingflight To Lowlands Paradise georganiseerd. Op papier lijkt het zowel op Holland Pop – want kamperen! – als de totaalfestival-ervaring van Pandora’s Music Box. De naam (op idee van Visser) was een knipoog naar Flight To Lowlands Paradise, het festival dat in ’67 en ’68 in de Jaarbeurs Utrecht georganiseerd met artiesten als Jeff Beck, Jethro Tull en Pink Floyd. Joost Callier van LOC7000 vond het terrein. De spannende ideeën kwamen uit de koker van Willem Venema. Berry: ‘Het idee achter Lowlands was: een groot driedaags festival met eigen catering en drank, en de situatie waarbij je groepen contracteert voor een vast bedrag. Als het dan loopt, kun je lekker verdienen. Toen de kaartverkoop begon, belde Willem Venema me: de verkoop was bagger. Ik riep meteen: “Cancellen die hap! Dit gaat teveel geld kosten! Hier moeten we vanaf!” Leon zei: niets cancellen, we gaan gewoon door. En gelukkig maar.’

In de maand dat Lowlands voor het eerst plaatsvindt, besluit Visser afscheid te nemen van Mojo. ‘Het waren tropenjaren met Leon, maar op een gegeven moment begon de schoen te wringen. Het was een groot bedrijf geworden dat winst moest maken, dat steeds meer personeel kreeg, en waar ik niet meer zoveel deed. Mijn creativiteit kwam in het nauw, en van elf keer Van Morrison doen krijg je wel een punthoofd. Ik zei tegen Leon dat ik wilde minderen, en in eerste instantie zei hij: “Nee, dat wil ik niet!” Ik heb uiteindelijk de helft van mijn aandelen om niet overgedragen aan mensen in het bedrijf. De laatste 25 procent heb ik verkocht voor een leuk bedrag.'

En zo kon Visser zich storten op nieuwe projecten: hij maakte een cd, een groots theaterstuk in Oud-Amelisweerd, het ongelooflijke ‘Baby Blue’ in Delft en stond met het halve meubilair uit dit huis op de Parade. Ja, en dan is er natuurlijk dit huis zelf nog, waar hij voor klein publiek voorstellingen speelt als zijn alterego Madame de Berry. Weer komt er die jeugdige fonkeling in zijn ogen wanneer hij erover vertelt en me door zijn fabelachtige huis leidt. Hij werkt aan een op de seconde getimed stuk van een uur dat zich door het hele huis afspeelt. Het publiek bestaat uit maximaal vier man tegelijkertijd, en het is een ‘futuristisch sprookje met filosofieën over het hiernamaals’. 

Of hij nog wel eens op festivals komt kijken? ‘Nou, ik ben een keer op Down The Rabbit Hole geweest, die entree met draaiende bomen vond ik fantastisch, en er stond een countryband op een bospad te spelen. Ik heb me rotgelachen! Maar verder? Nee. Ik ben ook 70, hè? Ik zit nu in een andere wereld waarin ik me als een terriër heb vastgebeten, dan kun je je ook niet laten afleiden. Zo was dat met Kralingen ook al: ik had natuurlijk niets te verliezen, een enorm bord voor mijn kop en enorme arrogantie om zoiets te willen zonder ervaring, geld of terrein. Maar het is me gelukt! Ideeën zijn goed, maar je moet óók discipline hebben.’

Prijsvraag

Lowlands is lang en breed uitverkocht, maar wij hebben nog kaarten die we weg mogen geven. Zie jij het wel zitten om last-minute te kunnen gaan festivallen? Geef uiterlijk vanavond 20:00 uur antwoord op de volgende vraag om kans te maken:

Naar welk nummer werd Mojo vernoemd?

Hier kun je je antwoord invullen.