De Popronde is begonnen! Gisteren werd in thuisstad Nijmegen de aftrap gegeven voor twee maanden poptalent in alle podia, cafés en keldertjes van Nederland. 3voor12 zond gisteren uit vanuit de Bibliotheek en zag ook nog eens zoveel mogelijk acts. De methode is inmiddels beproefd: tien minuten kijken, en door naar de volgende. Deze twaalf acts maakten meteen indruk.

Donna Blue: rock-'n-roll chansons met sepiafilter

Het nummer: ‘Sunset Blvd’, het super Franse fluisterliedje dat zelfs Elton John fan maakte 

Natuurlijk heeft de benedenzaal van podium LUX niet de allure van het Roadhouse uit Twin Peaks, maar dat doet Donna Blue vroeg op de avond even vergeten. Live is de band uit Hilversum een stuk levendiger (en spacier!) dan op plaat, al is de lijn tussen eigen smoel en optelsom van Serge Gainsbourg en Beach House soms nog dun. Verder is Donna Blue vooral een sfeervolle tijdmachine die vast staat op standje jaren zestig en overal een sepiafilter overheen lijkt te leggen. Pluspunten voor de discobal die ze zelf meegenomen hebben. Dat ding werkt altijd, vraag maar aan James Murphy. (DB)

TAPE TOY: de band waar iedereen in wil spelen

Het nummer: de knotsgekke ninetiesrock-rammer 'Crazy Bae'

Ieder jaar speelt er wel weer zo'n band op de Popronde waardoor jij ook een elektrische gitaar wil kopen, om drie van je beste vrienden op te trommelen en twee weken in een repetitieruimte te bivakkeren. Heel veel lol trappen, net iets teveel bier drinken en er toch achterkomen dat het moeilijker is dan je dacht. Kut. En dat terwijl de band in kwestie het zo verdomd makkelijk deed voorkomen! Dit jaar is dat TAPE TOY, een viertal uit Amsterdam dat knotsgekke ninetiesrock maakt. 'Bubble grunge', noemen ze het zelf. Allereerst is er die oude tv voorop het podium met opblaasdolfijntjes. Dan die megacoole zangeres die soundcheckt met 'Verleden Tijd' van Frenna (🤠) en haar gitaar heeft beplakt met glow in the dark-sterretjes. Ze staat te spelen alsof ze op een huisfeestje staat te dollen, maar ondertussen is het menens en megastrak. ‘Het is misschien een beetje voorbarig om te zeggen, maar jullie zijn nu al de leukste’, roept ze naar het Nijmeegse Popronde-publiek. Right back at you! (TP)

Janna Lagerström: eigenzinnig ingetogen

Het nummer: het vandaag verschenen ‘Telefoon’ over telefoonangst, waarbij ze van haar ingetogenheid haar kracht maakt

Het contrast met het schreeuwerige vrijgezellenfeest voor de winkelruit kon niet groter zijn: de Rotterdamse zangeres Janna Lagerström zingt in een hifi-speciaalzaak over ‘stiller vallen dan ze ooit deed’. Als solo singersongwriter is de Popronde een nogal gevaarlijke onderneming – in de kroeg wordt er al gauw door je meest breekbare liedjes heen geouwehoerd – maar bij Lagerström hangt iedereen aan de lippen. Ze heeft dan ook stiekem meer power in haar stem dan je verwacht, een eigenzinnige timing en ongrijpbare melodieën die ook Eefje de Visser zo goed maken. Het maakt alvast benieuwd naar haar EP Honing, die volgende maand moet verschijnen. (TP)

Karel: klimmen met het avant-allesfenomeen

Het nummer: Eigenlijk zijn ‘Out’ en ‘Life’ allebei regelrechte hits, toch?

Een iPhone en een microfoon, meer heeft Karel niet nodig om Merleyn kort na middernacht om zijn vinger te winden. Binnen de kortste keren heeft het fenomeen zich ontpopt tot John Maus der Lage Landen, maar ergens doet zijn sympathieke show vermoeden dat dat allemaal per ongeluk was. Dat-ie gewoon hoog- of verspringer geworden was als alles nét wat anders was gelopen. Want wat kan-ie springen hè, die Karel. Terwijl de vocalen die hij in z’n microfoon schreeuwt zich tussen kunst en kitsch met z’n stoffige synthpop vermengen, springt hij een tafeltje op en trekt hij z’n knieën hoog de lucht in. Als Karel halverwege z’n show het publiek induikt, staat dat al lang z’n dansmoves na te doen. Het moet gek lopen wil de Popronde niet eindigen in de kroning van Karel de Grote. (DB)
 

Klimkoning Karel op Down The Rabbit Hole 2018

Van Common: schoenstaren voor gevorderden

Het nummer: het heerlijk galmende shoegaze-indiepoppareltje 'This Afternoon’

Je bent wel even bezig, wil je alle gitaarpedaaltjes tellen die er bij de jongens van Van Common voor de tenen liggen. Het zijn er een stuk of drieëndertig, en dat voor twee gitaren en een basgitaar! Op plaat klinkt het project van Sebastiaan van Ravenhorst een beetje te liefjes, als een stonede versie van Real Estate, maar live is het veel feller, meer shoegazey en met gitaarlijnen a la The Cure. Supervet ook dat hij gewoon in zijn eentje door Amerika trok om daar o.a. in Hotel Vegas (het garagerockwalhalla van Austin) te spelen, en als je hem zo ziet met zijn pluizige snorretje en coole Dr. Martens, kun je je zo voorstellen dat Pitchfork hier ook op gaat aanslaan als hij nog eens een vliegticket boekt en zijn band meeneemt. Zijn zang is af en toe nog net te wankel, maar met honderdduizend Popronde-shows in het verschiet komt dat wel goed. Op de fiets achteraf betrappen we elkaar erop die gouden gitaarlijnen al na te neurieën. (TP)

Abdomen: zelfhaat en kotsgrunge

Het nummer: het naargeestige 'I Had Dreams'

Die lange blonde lokken, de afgetrapte All Stars, afgekloven zwarte nagellak, de nodige portie zelfhaat: alles aan het Friese trio Abdomen schreeuwt Nirvana. Of nou ja, gemixt met de felheid van Metz en met uitgesponnen noiserockbreaks die het net effe wat onvoorspelbaarder maken. Zanger Peter braakt woorden zo’n beetje uit, de bassist laat zijn rechtdoorzee-riffs gemeen oversturen en de drummer mept felle roffels wanneer de rest stilvalt. Het publiek in Merleyn oogt nog een beetje angstig, maar Abdomen doet het echt goed. En goed nieuws, hun album Emetophobia (geproduceerd door de gast die ook bij Eagulls achter de knoppen zat!) is vandaag verschenen. (TP)

Rey Tranquilo: rapper gaat harder dan goed voor 'm is

Het nummer: trippen van de LSD op 'Gucci Dollar Bills'

‘Ik won dit voorjaar de Grote Prijs van Nederland, en letterlijk twee dagen later ben ik een week opgenomen wegens hartklachten. Vroeger deed ik zoveel alcohol en drugs, nu drink ik alleen nog maar water. Ik speel elke show alsof het mijn laatste kan zijn. Want dat kan ook.’ Zo hee, twee minuten bij Rey Tranquilo binnen staan en je bent al bang dat–ie net effe te hard gaat. De Amsterdamse rapper is duidelijk door de alternatieve trap van SMIB geïnspireerd en staat in een kelder waar zelfs veel doorgewinterde Nijmegenaren nog nooit van hadden gehoord, waar kids gewoon nog sigaretten roken (en een enkel jointje) en een gast in het publiek heel hard ‘MOSHPIT!’ roept. En ja hoor, de vijf jongens vooraan beginnen loeihard te moshen en Rey zelf duikt zonder shirt het publiek in. Wanneer hij zich teveel opfokt, zegt de dj: 'Hey Rey, Tranquilo!’ (TP)

Steve French

Het nummer: Nieuwe single ‘Eucalyptus Heat’, vol ‘leuke riffjes’ en tempowisselingen

En jij maar denken dat de Popronde bedoeld was voor onbekende gezichten. Bij Steve French spot iedereen die de afgelopen drie jaar een festival bezocht meteen meerdere gezichten uit Canshaker Pi. Willem Smit speelt gitaar, Ruben van Weegberg bas en de kersverse Canshaker-aanwinst Cees Paris fungeert in deze samenstelling als frontman met de ogen op oneindig. Het mag geen verrassing heten dat Steve French zijn licht melancholische garagerock retestrak speelt. De meters die Smit en Van Weegberg met Canshaker Pi (en daarvoor met Palio Superspeed Donkey) maakten, betalen zich ook in deze subtiele, Strokes-eske liedjes uit. Toch jammer dat Steve French voorlopig maar één andere boeking heeft omdat Canshaker Pi zo veel moet spelen. Voelt een beetje alsof hier een vakantiehuisje wordt gebouwd door iemand die verderop al een villa heeft staan. (DB)

Meis: kleine liedjes met grootstedelijke teksten

Het nummer: het verrassend elektronische ‘Bram’

‘De dochter van Boudewijn de Groot?! Maar die man is in de zeventig!’ ‘Nee, de kleindochter van Boudewijn de Groot!’ Er ontstaat wat fluister-verwarring in het Regionaal Archief bij Meis, het alterego van Aysha de Groot. Maar goed: ze won Mooie Noten 2018 en maakt Nederlandstalige liedjes die precies spannend genoeg zijn. Ergens tussen kleinkunst, Spinvis en Luwten, zeg maar. Haar drummer gebruikt slim een samplepad om elektronische elementen toe te voegen, maar aait ook subtiel met brushes over zijn snaredrum. Zijzelf heeft dan ook nog een coole rommelmarkt-baritongitaar en zingt kleine liedjes met grootstedelijke teksten over jezelf verliezen en niets liever willen dan verdwalen. ‘Hoe is het nou echt met je en wil je erover praten?’ ‘Nee, nee, nee.’ (TP)

Ward: de soulvolle Calimero onder de synth-songwriters

Het nummer: 'Barcelona', niet alleen over de Spaanse stad, maar ook over voetbal

Synth-songwriter, zo zou je gekscherend de stijl van Ward kunnen omschrijven. Net als bijvoorbeeld Naaz is ze begonnen met liedjes schrijven op synthesizers op haar zolderkamertje. In haar uppie op het podium achter haar berg apparatuur heeft ze met haar mutsje wel wat weg van stripkuikentje Calimero. Maar haar geheime wapen is haar soulvolle stem. Daardoor steekt ze ver uit boven de rest van de eenpitters. En de lente-achtige liedjes op beats doen de rest. De grote drommen in de healthfood winkel vanavond laten zien dat er genoeg animo is voor haar muziek. (MV)

Ward op Popronde Nijmegen

Jay-Way: klaar om Super Saiyan te gaan

Het nummer: het lekker mellow 'Hideout'

Hoeveel Popronde-acts hebben nou een eigen hypeman mee? In ieder geval eentje, en dat is rapper Jay-Way. ‘Go Jay-Way go Jay-Way go!’, scandeert–ie voordat Jay het publiek op klautert, en verhip, de hele zaal is al gevuld met meisjes die braaf zijn voorbeeld volgen. Jay doet een slim stukje ‘Tempo’ van Jairzinho, maar heeft vooral een ambitieuze serieuze band om zijn soulvolle hiphop live te spelen. Een toetsenist op Rhodes én Prophet, een gitarist die jazzy licks speelt (maar ook tijdens z’n eigen show staat te appen?!) en een bas met vijf snaren (omdat vijf altijd beter is dan vier). Ze maken de beats van Jay-Way weliswaar wat saaier, maar ook een stuk beter behapbaar op de Popronde. Jay zelf is de echte ster, natuurlijk: z’n aan de zijkanten opgeschoren haar staat overeind alsof hij net z’n vinger in het stopcontact heeft gestopt en zo danst hij ook. ‘Are you ready to go Super Saiyan with me?’ Meisjes: ‘Yeahhhhh!’ (TP)

Joël Domingos omarmt Ronnie Flex op het kruispunt van Nederpop en hiphop

Het nummer: 'Wij Zijn', taalkunstig en opgeleukt met mooie koortjes

Nu Ronnie Flex de Nederpop omarmt, benadert Joël Domingos het precies vanaf de andere kant. Zijn popliedjes bevatten z'n Kaapverdiaanse roots  r’n’b en hiphop-invloeden en op het kruispunt komt hij Flex tegen. Waar veel hiphoppers starten als tapeact, koos Domingos juist al vanaf het begin voor de livebenadering met een grote backingband compleet met twee zangeressen en toetsen.  Ze spelen strak, en verassen soms met een door de hele band gezongen acapella. Met zijn warme persoonlijkheid is het vanavond een makkie de meisjes op de eerste rijen op te warmen. Het is een wonder dat Joël Domingos nog niet groot is doorgebroken, tot voor kort te poppy voor de hiphoppers en te hiphop voor de popliefhebbers, maar de tijden veranderen. (MV)