'In de bredere #MeToo-discussie heeft de muziekindustrie een andere positie dan de politiek of zelfs Hollywood: popmuziek is onlosmakelijk verbonden met feestelijke losbandigheid, alcohol, drugs, en ja, ook seks. Daarom mag je gewoon roepen dat een meisje 'het had kunnen verwachten' als ze wordt aangerand wanneer ze backstage rondloopt – want waarom ben je daar anders?
Nou, ik kom er bijvoorbeeld om te werken. De muziekindustrie is uiteindelijk precies dat – een industrie. Wel een informele, maar daarom creëer je in de muziekwereld juist kansen door te netwerken en je op de juiste tijd op de juiste plek te begeven. Als je die plekken onveilig maakt voor voor vrouwen ontneem je vrouwen belangrijke kansen – en mist de muziekindustrie de kans om een heleboel fantastische vrouwen in dienst te nemen.
Of misschien loop je helemaal niet backstage om te werken, maar om een praatje te maken met je favoriete band. We hebben allemaal zo iemand, die ene muzikant die je zo graag de hand zou willen schudden. Al is het maar om ze te bedanken voor hun muziek, die zo veel voor je heeft betekend. Dat betekent niet dat die hand ook meteen ergens anders hoeft te gaan zitten – en bij mannen ga je er ook niet vanuit dat ze daar op uit zijn of op zitten te wachten. Aan die jolige Nederlandse jongens die bij elke Snoop Dogg show backstage willen om hem een joint aan te bieden vraag je toch ook niet met een knipoog of ze daarna ook nog 'wat anders' met hem hebben gedaan?
Het informele karakter van de backstage (of de studio, of de tourbus) maakt de grenzen tussen professioneel en feestelijk soms vaag, en de onvoorwaardelijke aanbidding van fans is waanzinnig voer voor je ego. Maar als muzikant of muziekindustriefiguur moet je je bewust zijn van je verantwoordelijkheid en je macht: je bent aan het werk. En of degene tegenover je nu een collega of een fan is, je hoort je professioneel te gedragen.
Iedereen heeft zijn eigen morele kompas, zijn eigen beeld van wat wel en niet kan. Wat is acceptabel gedrag, en wat gaat te ver? Daarom hoor je van veel beschuldigde mannen dat ze zich de gebeurtenissen ‘anders herinneren’ dan hun beschuldigers: er heeft wel iets plaatsgevonden, maar over of wat er gebeurde acceptabel was verschillen ze van mening. Het klassieke ‘he said, she said’ (voornaamwoorden zijn inwisselbaar, natuurlijk).
We zijn gewend om in de media seksuele mishandelaars te zien als schurken, paria’s, psychopaten met kwaad in de zin. Wat we daardoor vergeten is dat je ook iemand kwaad kunt doen zonder het zelf als zodanig te zien. Je kunt ruim binnen je eigen grenzen van ‘acceptabel gedrag’ opereren, terwijl je ondertussen die van de ander overschrijdt. Maar – en dit is cruciaal – dat is géén excuus voor het gedrag. In tegendeel: het is een symptoom van een cultureel verschijnsel dat daders in bescherming neemt en slachtoffers dwingt zich stil te houden. ‘Hij bedoelde het niet kwaad. Je had het kunnen weten. Neem het nou niet zo zwaar op. Het was toch maar een compliment/grapje/versierpoging?’ Of, en die komt in de muziek het meeste voor: 'Het hoort er toch een beetje bij?'.
Maar de al dan niet kwade bedoelingen van de dader zijn voor een slachtoffer irrelevant. En of het 'erbij hoort' of niet, de uitkomst is hetzelfde: je voelt je vies, verdrietig, eenzaam. Alles doet pijn of alles voelt verdoofd.
Dat is misschien ook wel het hart van de #MeToo-discussie: niet zozeer het aan het licht brengen van seksuele intimidatie en mishandeling – vrouwen wisten allang dat dit gebeurt. Meer dan dat gaat het om bewustwording aan de kant van de mannen: ja, dit komt echt zo veel voor. En ja, dit gedrag is onacceptabel. Ik zei er toen niks van, omdat ik bang was hetzelfde te horen dat ik al die keren daarvoor had gehoord: ‘Ik bedoel het niet kwaad. Je had het kunnen weten toen je met me mee naar huis ging. Neem het nou niet zo zwaar op. Ik vind je gewoon mooi/lief/sexy.’ Of ergere dingen, zeurend, dwingend, dreigend. Maar dat betekent niet dat ik het normaal vond. Dat betekent niet dat het acceptabel gedrag is. Dat betekent niet dat je je poten niet gewoon thuis moet houden.
Deze discussie is eigenlijk een verzameling van alle stemmen die al die keren stil bleven, net als ik. Die telkens dachten, ‘Ik zeg er maar niets van, want wie gelooft me? Wie neemt me serieus?’ Wat deze discussie kan doen, is die mantel van stilte, ongeloof, vooroordelen en zogenaamd goede bedoelingen die daders beschermt in de fik steken. Wat er nu gebeurt, in het allerbeste geval, is dat iedereen straks door heeft dat bepaald gedrag niet acceptabel is. Backstage niet, in de tourbus niet, en in de studio of je hotelkamer ook niet. Dat je niet kunt doen alsof je niet wist dat je niet hoort te zeuren of dwingen, of zomaar iemand aan te raken, of ongevraagd een seksueel getinte foto naar iemand te sturen, of de sexy foto’s die je krijgt de hele tourbus rond te laten gaan. Dat je je bewust bent van je macht in de situatie, en dat je die niet dient te misbruiken.'