Drie weken geleden nog stond Amsterdam in het teken van het twintigjarig jubileum van Awakenings. Vier nachten en een dag dreunde de Gashouder op de muziek van een oneindige reeks AAA-techno kolossen. Awakenings is in die twee decennia een wereldwijd bekend bolwerk geworden, dat staat voor grote namen en een goede productie. Maar de Awakenings-trein wacht voor niemand, zelfs niet voor het team zelf. Meteen een week later al dook de Awakenings-vlag op tijdens Electric Zoo in São Paulo. Het grote Amerikaanse festival (normaal onder de rook van New York) streek voor het eerst neer in Brazilië, en het technopodium draagt de naam Awakenings. Onder andere Enrico Sangiuliano, Bart Skils, Pig & Dan en local hero Gui Boratto traden er op.
‘São Paulo is net als Schiphol’, legt Rocco Veenboer van Awakenings uit. ‘Er gaan budget airlines naar heel Zuid-Amerika. En dat niet alleen: de stad zelf heeft al meer inwoners dan heel Nederland. Maar het is wel belangrijk om met lokale partners te werken. Wij doen dat met Edo van Duyn, een Nederlander die al lang in Brazilië woont en werkt. En we hosten geen heel festival, maar een area. Dat is voor ons behapbaar.’ Awakenings heeft het de afgelopen jaren meer geprobeerd: in New York en Manchester op eigen kracht, in Australië hostte het een area. Dat was ook precies het idee van de overname door SFX vier jaar geleden: internationale uitbreiding. Via die weg komt ook Milkshake festival dit jaar aan in São Paulo. Net als in Amsterdam sluit het homo-cultuur-festival ook daar aan bij de Gay Pride.
Na Amsterdam en Barcelona maakt DGTL festival komend weekend zijn debuut in São Paulo, Brazilië. En dat is niet bepaald de enige Nederlandse dance-organisatie die de overstap naar de stad maakt: alleen al in 2017 zien we er ook Dekmantel, Awakenings en Milkshake neerstrijken. Wat is er aan de hand, ligt er soms een pot met goud begraven in São Paulo?
Waarom nu precies die stad? São Paulo bepaald geen Copacobana. De stad is wel immens groot, maar ook grauw, en de files zijn niet mals. ‘Concrete Jungle, wordt het ook wel genoemd’, zegt Jasper Goossen van DGTL, dat het dus wel op eigen kracht gaat proberen. ‘Maar de stad is echt te gek. Je voelt een bepaalde energie in de stad zitten, er is veel creativiteit, veel graffiti en andere kunst. En de stad is erg gericht op Europese cultuur. São Paulo is niet alleen een grote stad, het is ook de rijkste van Zuid-Amerika. Veel jongeren maken vroeg of laat een trip naar Europa, als vakantie of als stage. Eenmaal op bezoek in Europa komen ze ook op de Europese dance-festivals, en dat wordt vervolgens via sociale media verspreid.’
Zo kwam het ook dat in eerste instantie DGTL niet naar Brazilië kwam, maar Brazilië naar DGTL. Of eigenlijk: naar Apenkooi, het moederfeest van het bedrijf. ‘We werden benaderd door een paar gasten uit Brazilië die twee keer op Apenkooi geweest waren en het hartstikke tof vonden.’ Je zou denken: als een stel Brazilianen in Amsterdam op een Apenkooi-feest zijn, is het een kwestie van het aapje in een leeuw veranderen en de rest ook schaamteloos kopiëren. Je zit immers toch aan de andere kant van de wereld. Maar zo werkt het in São Paulo niet volgens Goossen. ‘Ze vinden het juist cool om een Europees merk naar Brazilië te brengen. Er is veel respect voor onze cultuur.’
Je kunt zeker niet zomaar je concept kopiëren naar Brazilië. Dat moet je ook niet willen, vindt Thomas Martojo van Dekmantel. ‘We hebben in de afgelopen jaren aardig wat aanbiedingen uit het buitenland gehad om met Dekmantel aan de slag te gaan, maar wij zijn uiteindelijk in São Paulo een tweede festival gaan organiseren omdat we echt ontzettend geïntrigeerd raakten door die stad. Ik denk ook wel dat je kan stellen dat we echt van die stad zijn gaan houden en we hebben een heel prettige relatie opgebouwd met onze lokale partners. Matthijs Theben Terville [mede-eigenaar van Dekmantel] heeft er zelfs een lange tijd gewoond. Een dergelijk intensieve samenwerking met gelijkgestemden uit een ander land en andere cultuur is voor ons in ieder geval de hoofdreden om in het buitenland zo’n avontuur aan te gaan. Immers, als je dat weghaalt, verword je tot niet veel anders dan een franchise-operatie.’
Oftewel, zo benadrukt Martojo graag: ze gaan daar niet heen voor het geld. Sterker nog: volgens hun boekhouder is Brazilië zelfs een van de minst geschikte landen om even geld te gaan verdienen. Wat je ook niet moet willen, is een soort techno-kolonist uithangen, die de Brazilianen wel eens even zal leren hoe je moet dansen. Martojo: ‘De grootste fout die je ons inziens kan maken is om te denken dat je als Europese partij broodnodig bent om daar een leegte te vullen. Je hebt te maken met een van ’s werelds grootste steden, waar talent, ambitie en ervaring op alle verschillende denkbare vlakken ruimschoots aanwezig is. Wij hebben in krap een jaar tijd heel veel geleerd van onze Braziliaanse vrienden en ze hebben er voor gezorgd dat Dekmantel Festival in São Paulo echt zijn geheel eigen identiteit heeft gekregen.’
Sowieso loop je tegen allerlei culturele verschillen op. Al was het maar omdat het dagritme van de Braziliaan er anders uitziet dan het onze. Jasper Goossen: ‘Een overdag-feest zijn ze bijvoorbeeld niet gewend. Ze beginnen laat in de nacht en gaan rustig door tot zondag twaalf uur.’ En er is nog veel meer om rekening mee te houden. Steigers en ander podiummateriaal is lang niet zo eenvoudig beschikbaar als in Nederland, en spullen uit het buitenland halen is belachelijk duur. Arbeid daarentegen is juist weer goedkoop, maar het achterlijke werkethos van de Nederlandse productiecrews is heel anders dan dat van de Brazilianen. ‘Als je in Nederland achter loopt, ramt iedereen keihard door,' zegt Goossen. 'Lunchen, dat is een broodje weg hakken. Hier in Brazilië liggen mensen rustig twee uur te chillen in de schaduw.’
Misschien wel de meest fascinerende regel waar je rekening mee moet houden: je bent als organisatie verplicht studenten voor de helft van het geld toe te laten. Hoe je bewijst dat je student bent? Nou, door een boek mee te nemen. Thomas Martojo plaatste op Instagram een foto van een giga stapel boeken die overbleef na Dekmantel Festival, en bij DGTL rekenen ze ook op complete bibliotheken. Het is een sympathieke, maar wel wat kolderieke regel, die je als organisatie meeneemt in je begroting. Goossen: 'Je moet uitgaan van de lage prijs, want iedereen neemt een boek mee.'
Het klinkt alles bij elkaar romantisch, maar ook wel een beetje ingewikkeld. Is Brazilië nou echt het droomland om als festivalorganisator heen te gaan? Want we hebben hier nog niet eens genoemd dat Brazilianen minder te besteden hebben en je daarom de ticketprijzen laag moet houden. Dat je om vergunningen rond te krijgen vuistdiep in de lokale bureaucratie moet zitten. En dat je als buitenlands bedrijf 60 procent van je winst af moet staan aan de fiscus. ‘Als je geen grote sponsoren hebt, is het bijna niet te doen’, zegt Edo van Duijn, de man die onder andere voor Awakenings werkt in Brazilië. ‘Het is moeilijk om tickets te verkopen hier, en omdat de economie even tegen zit happen bedrijven ook minder snel toe. Wat dat betreft is dit een beetje een raar jaar om hier massaal te beginnen, waarschijnlijk trekt het in 2018 aan. Ja, het is een uitdaging, maar ja, het is wel leuk. Het publiek is heel goed.’ Jasper Goossen: ‘Brazilianen zijn ontzettend leuke mensen om zaken mee te doen.’