Als een angstige straathond vlijt hij zich aan haar voeten, sidderend wanneer ze verzucht toch echt een mens te zijn. De danser lijkt haar te aanbidden, en tegelijkertijd angstig voor haar toorn. Zo hee, wat is de choreografie van Sevdaliza’s nieuwe show waanzinnig. De Rotterdamse zangeres – die de 3voor12 Award won voor haar debuutalbum ISON – opent haar Europese tour op Le Guess Who? met een hele ambitieuze performance: een strak geregisseerde lichtshow, het Red Limo strijkkwartet en vooral die danser Gil. Hij heeft een waanzinnige controle over zijn lichaam, slaat zichzelf tegen de grond om vervolgens weer gewichtloos op te veren. Het ene moment straalt hij pure doodsangst uit, het andere verandert hij in een kwaadaardige geest die over haar schouders meekijkt, haar betovert en zelfs letterlijk draagt. Sevdaliza likt er wellustig haar lippen bij. Wanneer ze zingt dat ze hem alleen lijkt te kunnen liefhebben in haar dromen, springen de vlammen bij beiden in de ogen. Wanneer ze samen volledig in elkaar zakken, valt de muziek weg en blijft het een eeuwigheid doodstil in de zaal. Zodra de strijkers aanschuiven en Gil even van het toneel verdwijnt, zakt de spanning behoorlijk weg, maar op de beste momenten overstijgt de show haar afstandelijke moderne triphop en transformeert Sevdaliza in een buitenaardse godin. Een godin die zich laat aanbidden en alleen door iets futiels als romantische liefde laat raken wanneer ze daar zelf voor kiest. Wow.
De zondag van Le Guess Who? zit sowieso vol met zulke karakters, grootse persoonlijkheden die in hun eentje in staat zijn een hele ruimte te vullen en je verleiden richting het bovenzinnelijke te trekken of juist naar de diepste krochten van de onderwereld. De Amerikaanse ambient stemkunstenaar Julianna Barwick bijvoorbeeld, die al vroeg in de middag in het statige Academiegebouw staat met de Utrechtse cellist Maarten Vos. Ze begeleidt zichzelf met spaarzame klanken op piano en stapelt met een recorder haar woordeloze zangpartijen op elkaar. Ze laat haar ongrijpbare melodieën over elkaar vallen als een groots kerkkoor, dat in golven tegen de hoge muren van de hal aan beukt, de hele ruimte overspoelt en uiteindelijk ook in je hersenpan nagalmt. Uren later heb je die rustgevende stem en hemelse ambient nog steeds in je hoofd.