Half zeven is het, de eerste act in TivoliVredenburg van de zaterdag staat op het punt te beginnen. En de Ronda is tot aan de nok gevuld. Voor wie? Voor Mario Batkovic, een accordeonist uit Bosnië die dankzij Portisheads Geoff Barrow een groter pubiek heeft gekregen. Hij deed het al eerder goed op de vorige editie van Le Guess Who?, op Eurosonic, Grasnapolsky, Into the Great Wide Open en wat losse shows, maar zo’n enorme zaal heeft hij nog niet vaak bespeeld. En weer windt hij met gemak het publiek om zijn vinger. Een grote spot verlicht van hem van achteren, terwijl hij de arpeggio’s uit zijn accordeon laat razen. Ergens logisch dat zijn even filmische als minimalistische composities een groot publiek kunnen boeien, met al die dramatische climaxen. Maar toch, het is nog steeds een wonder om te zien hoe zo’n instrument dat je denkt te kennen, kan klinken als het hele ensemble van Philip Glass’ Koyaanisqatsi.
De dreunende en alsmaar doorgaande composities van Batkovic blijken een voorproefje wat de rode draad blijkt vandaag op het festival. Het gaat allemaal om de verkenning van ogenschijnlijk simpele thema’s. Hoe kan je één idee maximaal uitdiepen, en wat gebeurt er als je de tijd neemt om er helemaal in te duiken? Precies, trance. Dat zie je zelfs bij Kevin Morby. De zanger - die in een grijs verleden ook lid was van Woods en deel uitmaakt van The Babies - speelt folkrocksongs die soms maar drie akkoorden kennen en stoïcijns een goede 7 minuten voortkabbelen. Een enkele keer is hij zelfs in staat een heel nummer lang slechts vier regels te herhalen. En toch, juist door het gebrek aan variatie worden zijn nummers soms bijna hypnotiserend. Een vrouw vooraan staat met haar ogen gesloten haar hoofd op en neer te zwaaien terwijl ze op de rand van het podium trommelt, en Morby’s band (met vooral een hele coole gitariste die felle noisy uithalen speelt) alsmaar aanzwelt. ‘Harlem River’ is een waanzinnig hoogtepunt en de grote zaal is al ramvol - en ongekend geconcentreerd en stilletjes aan het luisteren. Helaas laat hij in het slotnummer zien hoe moeilijk het is om die spanning vast te houden met minimale middelen, in het saaitjes voortsukkelende ‘Beautiful Strangers’.