Na albums te hebben gemaakt over zijn rottende lichaam, over een relatie met een docent die naar misbruik neigde en over worstelen met zijn geaardheid, is het nieuwe album van Perfume Genius opvallend positief. Niet dat alles overwonnen is, maar de focus ligt er niet meer op. En dat in een wereld die er misschien wel slechter aan toe is dan vier jaar geleden.

Als er een rode draad zit in de discografie van Perfume Genius, dan is het onverhuld ongemak. Sterker nog, hij zoekt het bewust op. Nog voordat je een noot van zijn muziek gehoord had, kon je dat al weten bij zijn eerste persfoto’s rond zijn debuutalbum in 2010. Vanaf een bank kijkt Mike Hadreas je naakt aan, met een flink blauw oog, een bloeduitstorting op zijn schouder en toch een wat wrange grijns. Alsof hij zelf ook wel weet dat het net wat onhandig is, maar denkt: 'Fuck it, ze moeten het er maar mee doen.'

Dat blauwe oog van hem op die eerste foto’s zat er niet voor niks, hij was er niet zo goed aan toe. Na een heftige periode vol verslavingen in en rond het nachtleven in New York, had Hadreas zich weer door zijn moeder laten ophalen richting Seattle. Daar schreef hij alles van zich af, met als heftigste nummer op dat debuut ‘Mr. Peterson’: een lieve pianoballad, met een steeds bitterdere ondertoon over een middelbare school docent waarmee hij als leerling een seksuele relatie had en die uiteindelijk zelfmoord pleegde.

Op de albums erna is er wat dat betreft lang weinig veranderd. Prachtige liedjes over de ongemakkelijkste en persoonlijkeonderwerpen. Verslaving, zijn oma die zijn moeder mishandelde, over z’n lichamelijk ongemakken door de ziekte van Crohn en in het algemeen de haat voor z’n lichaam. Op Too Bright, het derde album, trok hij het hardst van leer. Hij schreeuwde het uit, de productie was bijna explosief. Heftige onderwerpen, heftig gebracht, en op een of andere manier nog bloedmooi ook. Live geldt hetzelfde: je wordt haast bang van hoe pijnlijk Perfume Genius zichzelf bloot geeft op het podium (ook letterlijk, met zijn fragiele voorkomen, fijne make-up en sexy pakjes) maar het blijkt keer op keer overweldigend mooi.

CV Mike Hadreas (Perfume Genius)

1981: Geboren in Seattle
2002: verhuisd naar New York
2005: Terugverhuisd naar Seattle, begonnen met muziek opnemen
2010: Learningdebuutalbum Perfume Genius
2012: Put Your Back N 2 It (album)
2014: Too Bright (album)
2017: No Shape (album)

Van al dat heftige, zwaarmoedige blijkt helemaal niks als Hadreas aankomt in Amsterdam. Treffend, want zijn net verschenen album No Shape is anders dan al zijn vorige. Uitbundig, bij vlagen kitsch en zelfs vrolijk. Lachend komt hij aangelopen, in een lobby aan het IJ. Een wapperend lang vest, leren tas om zijn schouder ('Hij heeft echt zo veel tassen mee', vertelde z’n agent al) en grijnzend zoekt hij naar het allervetste eten op de kaart.

Ik krijg het gevoel dat het beter met je gaat dan tijdens het maken van je vorige albums.
‘Ja, op mijn vorige album was ik meer tegen mensen aan het zingen. Recht in hun gezicht. Nu maak ik meer muziek voor mezelf, voor mijn vriend en voor mijn familie. Het gaat meer over hoe ik me zelf voel en over het vinden van vrede en warmte in mijn leven. Er is nu geen enkele reden dat dat er niet zou zijn. Maar toch, het ging me moeilijk af. Er is nog steeds veel ruis in mijn hoofd. Veel angst ook. En de wereld is er op dit moment niet per se goed aan toe. Juist daarom wil ik nu proberen een schijfje geluk voor mijzelf te vinden. Het is nog niet gelukt, maar ik probeer het heel hard.’

Als je de wereld vergelijkt met vier jaar geleden, dan zou het misschien nu wel logischer zijn om een plaat te maken waarop je boos in het gezicht van mensen zingt.
‘Ik weet het, iedereen zegt het me. Maar toch, ik zing nog steeds wel tegen iets. Tegen mijn eigen brein, dat maar blijft zeggen dat ik het allemaal niet verdien. Op zo’n manier ontkom ik er voor mijn gevoel toch niet aan politiek te zijn. Het is ook gek hè: bij mijn vorige album vroeg iedereen waarom ik nou toch zo boos was. De wereld was toch alleen maar mooier geworden? Waarom zong ik dan toch over al die nare dingen? En nu zeggen ze weer dat ik me niet boos genoeg maak. Aaaaaaaaargh.'

Toch heb ik je nooit als een enorm politieke zanger gezien.
‘Daarom kies ik ook voor deze vorm. Ik kan ook een manifest schrijven, maar dat kan toch weer makkelijk aan de kant gelegd worden. Net als een heel politiek album, dat zullen sommigen op voorhand al niet luisteren. Maar uiteindelijk wordt alles politiek. Het is net als met naaldhakken. Ik draag ze echt niet om een statement te maken. Het ziet er gewoon badass uit. Maar het wordt politiek als ik er de deur mee uit ga. Dan zie ik opeens de mensen kijken.’

Is het in Amerika nu meer een statement dan een paar jaar terug?
‘Het is niet alleen in Amerika zo, maar overal. Nu ik weer veel reis, zie ik dat elk land zijn eigen Trump heeft. Er is zo veel om over te praten, ik wind me er zo over op. Het komt allemaal door angst. Racisme, misogynie, homofobie. Voor sommige mensen is haat hun kernwaarde geworden. Het is belangrijker voor ze dan wat dan ook. Het is eigenlijk een hele trage progressie, maar mensen zijn bang. Neem het homohuwelijk. We mochten 300 jaar niet trouwen, nu wel. En op een of andere manier raken mensen meteen in paniek: "Zij trouwen? En de families dan?!" Er zijn uiteindelijk allemaal verschillende redenen, maar wat overeenkomt is dat het allemaal bedreigingen zijn voor de standaard: dat witte heteromannen-ding. Terwijl we ze helemaal niet voorbij willen streven, we willen alleen hetzelfde zijn. Het zijn volgens mij vooral oude mensen. En ach, dat is ook meteen mijn hoop: ze gaan vast snel dood, haha.’

Die angst is er echt voor alles. Een politicus die nu in onze Tweede Kamer zit ziet zelfs een bedreiging voor onze cultuur in mensen die zogenaamd muziek met melodie en figuratieve kunst haten.
‘Eng. Sommige mensen kunnen niet naar binnen kijken, niet naar zichzelf. Ze hebben een vastgepind idee van wie ze zijn, hoe de wereld is. Als dat door elkaar geschud wordt, misschien door een kunstwerk dat ze niet begrijpen, dan brokkelt al hun zekerheid af. Het gaat om die angst, niet eens om de kunst zelf. Als ze dat soort werken een beetje binnen laten, dan moeten ze opeens gaan twijfelen over alles.’

Als er iemand bewust is van zichzelf, ben jij het. Je zingt vaak over hoe je lichaam je bedriegt door de ziekte van Crohn, hoe je worstelt met je eigen fysiek. Op ‘Wreath’ zing je bijna manisch “I wanna hover with no shape”. 
‘Dat zelfbewuste ben ik al van jongs af aan. Deels ook uit zelfverdediging let ik altijd al op hoe mijn lichaam eruit ziet, hoe ik overkom. Ik voel me totaal niet verbonden met mijn lijf.'

Er is nog steeds veel ruis in mijn hoofd. Veel angst ook.

 

 

 

'Als je naar de grote stad verhuist, dan redt het nachtleven je leven.'

Je zingt over onderwerpen die je niet heel vaak terugziet in popcultuur. Of het nou popmuziek of films is: als het over gaycultuur gaat, dan lijken mensen het nachtleven te willen zien, het liefst in combinatie met disco en drugs.
‘Het is logisch, het is ook enorm verbonden. Als je naar de grote stad verhuist, dan redt het nachtleven je leven. Je bent niet langer de buitenstaander, maar een insider die geaccepteerd wordt en opgenomen in een groep. En doordat het zich in het nachtleven afspeelt, gaat het hand in hand met drank en drugs.’

Jou brak het opgegeven moment op. Na meerdere afkickpogingen verhuisde je terug naar je moeder. De grote doorbraak kwam toen je huidige vriend je meenam naar een AA-meeting en je daar een ouder stel ontmoette, dat een heel ander en toch gelukkig leven hadden. Zo kon het ook.
'Bij het uitgaan zie je wel veel oudere mannen, maar daar hangt vaak iets bitters omheen.' Plotseling schieten de ogen van Handreas vol, slikt hij een brok in zijn keel weg voor hij verder gaat. 'Er is iets in gaycultuur dat jong en knap zijn heel belangrijk maakt. Daarom is het ook belangrijk om iets anders te zien: hoe oudere homo’s lief voor elkaar zijn, en voor zichzelf. Ze hebben nog steeds een community-gevoel, ook al is het niet gecentreerd rond neuken en drinken. Er is een andere manier. Maar het is zo moeilijk om dat te zien: want de eerste keer dat je dat gemeenschapsgevoel voelt, is het gekoppeld aan de drugs en het drinken. Ze worden onscheidbaar, ook als je in je eentje bent. Het is ook leren je ongemakkelijk te voelen, en daar oké mee te zijn. Daarom probeer ik nu ook liefdesliedjes te schrijven. Ik heb nu acht jaar een relatie met mijn vriend. Het gaat niet per se meer om de enorme passie. Nou ja, er is wel passie, haha. Uhm... ja, natuurlijk wel. Maar op een andere manier. Veel liever en intiemer, omdat we elkaar zo goed kennen. Ik heb geschreven over drugs, depressies en over dat ik moest veranderen. En nu wilde ik hier over schrijven. Daarom heb ik ook een nummer naar Alan vernoemd. Dat is wel het minste wat ik kan doen, na acht jaar.’

Het voelt als een grote stap weg van de ongemakkelijkheid die altijd zo door je werk loopt.
‘Ik denk dat luisteraars zich er nog steeds ongemakkelijk bij voelen. Ze vinden het te lief of kwetsbaar. Dat is ook precies waarom ik het doe: het is dezelfde reden dat ik dingen schrijf die veel te smerig en schokkend zijn. Dat ongemak is goed. Elk moment dat ik mensen een klein beetje ongemakkelijk kan laten voelen, grijp ik aan.’ Giechelend: 'Misschien is dat toch een stukje sadist in me. Ik houd ervan.’

We lachen nu over hoe sadistisch het is dat je een nummer naar je vriendje hebt genoemd, hè?
‘Haha, ja. Voor mij is het hetzelfde. Ik houd van dingen die net over die grens gaan. Te zoet, te eerlijk, te open. Veel vrienden roepen dan ook: "Oh man, I don’t want to fucking listen to that." Daar ga ik goed op. Zo hoort goede muziek te zijn: of je kan er helemaal niks mee, of je raakt erdoor geobsedeerd. Dat blijf je het beste bij.'

Perfume Genius staat 13 juni in Paradiso Noord en later dit jaar op Into the Great Wide Open. 

'Er is iets in gay cultuur dat jong en knap zijn heel belangrijk maakt.'