Kater? Jazeker, want de grote headliner van Appelsap valt een beetje tegen, zoals Fat Joe vorig jaar en Rich Homie Quan een jaar eerder ook nogal tegenvielen als Amerikaanse knallers van het festival. Lil Wayne dus, de man die in de jaren nul de mixtapecultuur heruitvond (je kunt aardig verdwalen in zijn oeuvre), op zijn label Cash Money grote sterren als Nicki Minaj en Drake lanceerde en zelf liet zien hoe gek je wel niet mag komen als hiphop-wereldster.
Door financieel gesteggel met zijn labelbaas Birdman wordt het langverwachte Tha Carter V alsmaar uitgesteld, en moet hij het vandaag vooral hebben van flarden uit de recente hits die hij maakte met DJ Khaled, Chris Brown en Chance the Rapper, naast bangers ‘Lollipop’ en ‘A Milli’ van zijn classic album Tha Carter III (2008). Dat alles gebracht met matig geluid en een stroeve rockband (je wist wel van die gekke rockfetisj van hem, toch?). Op de hits na reageert het publiek nogal beteuterd, Sevn Alias tweette zelfs zich nu geen fan meer te kunnen noemen van Weezy. ‘Ik had verwacht dat hij maar 5 minuten op het podium zou staan’, grinnikt een meisje. ‘Hij staat er veel langer, maar het is ook veel slechter dan ik had verwacht.’
Maar goed, toch laat Lil Wayne nog eens zien een wegbereider te zijn voor weirde rappers wereldwijd. ‘Make some noise for the motherfucker you see in the mirror every day’, schreeuwt hij, om vervolgens het publiek ‘I’m me!’ te laten scanderen. Hoe excentriek je ook bent, het is oké, wil hij maar zeggen. Een boodschap die op Appelsap harder weerklinkt dan ooit, van Bokoesam tot Yung Nnelg, van Young M.A. tot 070 Shake. En dan eindigt Wayne ook nog ’ns met ‘I Will Always Love You’ van Whitney Houston. Hoe slecht ook, je kunt er niet omheen toch een beetje van hem te houden.