Appelsap is zelfs met een mindere editie nog een verademing in festivallandschap

Gemis aan grote namen en onhandig blokkenschema deren het festival niet

Ralph-Hermen Huiskamp ,

‘Dit is het allermooiste, en nu moet ik huilen,’ snift Bokoesam aan het eind van de avond, als tijdens zijn optreden met Veldentaal zijn opa en oma er bij komen op het podium. Het moment geeft precies aan wat Appelsap zo bijzonder maakt ten opzichte van andere festivals. En de show waarin het gebeurde geeft precies aan wat er zo lastig was aan deze editie.

Meteen als je het Flevopark in stapt, zie je het al. Kinderen rennen rond, spelend en gillend van plezier of trots met een zelf gekochte zak patat. Iets verderop bij het hoofdpodium verrast SMIB’s Ray Fuego in sloopkogelstand opvallend veel middelbare scholieren al met een behoorlijk goede binnenkomer. Die aankomende mixtape van hem is er een om naar uit te kijken en de show zorgt al vroeg op de dag voor de eerste pits. Weer iets verder staat een groepje typische Amsterdamse techno-types van rond de dertig bij het Redlight-podium te dansen. En aan de randen van dat veldje zitten weer wat oudere buurtbewoners rustig op de bankjes te roken, en te kijken naar de Amsterdammers die vanuit alle buurten, uiteraard veel Oost, hun hipste pak uit de kast hebben getrokken om goed voor de dag te komen. Op de meeste festivals heb je het idee dat er één groep bezoekers zijn stempel op het festival drukt of probeert te drukken, hier loopt alles door elkaar.

De timetable is vandaag een onhandig ding. Voor het tweede podium heb je er weing aan; er is vroeg op de dag al 40 minuten vertraging. Onhandig met shows die maar dertig minuten duren. Om het nog even wat onoverzichtelijker te maken voegen AJ Tracey en Elf Kid hun shows samen. Het blijkt een slimme zet van de twee Londense grime-artiesten. Tracey kijkt lachend hoe Elf Kid razendsnel zijn teksten spuwt en ondertussen ook nog op elke lettergreep lijkt te willen springen. Wonderbaarlijk genoeg struikelt hij niet over zijn eigen voeten of tong. Maar hoeveel plezier de twee samen ook hebben, écht bijzonder wordt de onverwachte samenwerking niet en het slaat nergens echt over op de menigte. Iets later maakt Zwart Licht meer los, met veel oud materiaal en enkele nieuwe tracks. 

Nee, dan de grote Rotjoch United show op het hoofdpodium. In amper twee uur komen er een hele rits acts langs die het veld laten ontploffen. Bij Boef zijn het vooral de jonge kids die zich naar voren dringen. Ook al zijn z'n tracks veel te dun om het een kwartier spannend te houden, zijn met vlogs opgebouwde imago blijkt dat makkelijk te verhullen. Josilvio moet het vooral van een theatrale entree hebben, met fakkels en anonymous maskers. Debutant Jozo heeft bij zijn eerste optreden ooit met ‘9 Congos’ en vooral ‘Erin Eruit’ al twee hits in wording. Hij brengt het half dreigend, half loom. Alsof er een paarse wolk codeïne om heen hangt. Het echte vuurwerk komt van Poke, die dankzij zijn 101Barz-sessies al een enorme fanbase heeft. De hele dertig meter voor het podium verandert in een pit. De Surinaamse Nijmegenaar zit constant tegen overschreeuwen aan, vaak erover, en komt er mee weg dankzij de enorme bom energie die hij loslaat. Hoogtepunt.

Iets later wordt het podium gevuld door een soortgelijke show van Noahs Ark-artiesten. Het pakt allemaal net wat minder uit. Niemand kent de tracks van nieuwe supergroep Mario Kartel (Big2, Yung Felix en Spacekees) goed genoeg om er iets mee te kunnen, voor Hef is het te kort om echt te overtuigen, en Def Major’s ‘De Jeugd’ is waarschijnlijk hét nummer van deze zomer, maar wordt nog niet zo ontvangen. Zonde. Pas als bij Murda’s labelbaas Jiggy Djé, om de hoek komt, gebeurt er echt iets in het publiek. Toch had de show voor de spanningsboog van de dag beter omgedraaid kunnen worden met Rotjoch United.

Ook Jazz Cartier en D.R.A.M kunnen best een andere plek in het programma gebruiken. Een betere. D.R.A.M. is veel meer dan die feelgoodhit ‘Cha Cha’ van vorig jaar, en zijn doorbraak ‘Broccoli’. Het begint allemaal wat kneuterig, net een beetje vals, ietwat ongemakkelijk. Hij croont, hij glijdt, vraagt na elk nummer dat iedereen die van zijn moeder houdt zich laat horen. Maar naarmate de show vordert komt de blije Amerikaan er beter in. Gekke dansjes, elke seconde dat hij niet zingt  grijnzend de tong uit de mond. Drie nummers later wil je hem knuffelen. Jazz Cartier zit in een heel andere hoek. De Canadese rapper zit duidelijk in de slipstream van landgenoot Drake, maar dan iets grilliger, en grimmiger. Hij is constant bezig met het publiek nog meer gek draaien, klimt tijdens ‘Dead or Alive’ in de lichtmast, loopt een stukje over het publiek voor hij maar crowdsurfend verder gaat. Dit was alleen maar beter geweest als het later op de avond was in plaats van midden op de middag. 

In de avond zakt het juist in. Yung Internet weet nog een kleine aardbeving te veroorzaken bij het Noisey-podium. Zijn op plaat de mixtapes sloom en druggy, live voelt het veel meer als punk. De Amsterdammers trappen overal tegen aan, struikelen over elkaar op het podium en het vooral Amsterdamse, jonge publiek herkent zich in de teksten over nachtelijke uitspattingen in de binnenstad. Om de show van vorig jaar, waar Yelli niet op kwam dagen, helemaal te doen vergeten, doen Faberyayo en Onkel Omar ook twee tracks mee. Een slopende show, al is het nog net wat te veel om de hele set de energie vast te houden.

Veldentaal speelt als afsluiter een thuiswedstrijd. Het collectief rond Bokoesam komt grotendeels uit Oost, hebben een handvol steengoede eigen tracks,  ‘Belangrijk’ voorop, en Bokoesam laat nog wat tracks langskomen van zijn verse mixtape. Het is lang niet hun beste show en het had ook beter eerder op de dag gekund, maar als de opa en oma van Bokoesam het podium opkomen en hij vervolgens zijn tranen even niet kan bedwingen, is het opeens toch de perfecte afsluiter van het festival. Juist op Appelsap voelt het logisch om je grootouders uit te nodigen op het podium, je kinderen op je schouders te nemen of zichzelf te laten vermaken met een handvol munten. Om als hiphopfan alles wat nu aan de hand is te zien, of gewoon als Amsterdammer te zien hoe tof een festival wel niet is als alles en iedereen er heen komt. Zelfs tijdens een iets mindere editie als deze voelt Appelsap nog steeds als een verademing in het festivallandschap.