Het is 19:00 ’s avonds als voorzichtig de eerste mensen de tuin van de Kloveniersdoelen binnen komen druppelen, op dat moment is het speciaal geformeerde ZeelandJazz festival orkest bezig aan zijn set. De groep bestaat uit uitsluitend Zeeuwen – o.a. Jan Menu en Stephanie Francke – en speelt lekker dansbare muziek. Zelfs het Zeeuws-Vlaamse volkslied passeert nog even de revue.
De tuin stroomt intussen wat voller als Annelie de Vries midden in de tuin achter een onversterkte piano gaat zitten. Ze speelt eigen minimalistische stukken die veel weghebben van meesters Einaudi en Tiersen en in no time is het muisstil in de tuin. Het publiek is zichtbaar verwonderd, en terecht.
ZeelandJazz vindt dit jaar voor het eerst plaats in en rondom de Kloveniersdoelen in Middelburg. In de tuin zijn twee podia opgebouwd, binnenin het gebouw staat een derde podium en gedurende het hele weekend spelen er allerlei films in de Cinema Middelburg.
Dan begint Eric Vloeimans met Oliver’s Cinema op het podium bij de moestuin. Het trio beschikt over een vreemde instrumentatie: accordeon, cello en trompet. Duidelijk is dat de muzikanten niet bang zijn over grenzen heen te stappen. Soms wordt de cello op de knie gelegd en als gitaar bespeeld, dan weer fungeert de accordeon als een soort drumstel. Het trio speelt muziek die niet zou misstaan in een art house film. Mooie melodieën voeren het publiek weg en na elk nummer is het weer jammer dat het stil is. Overigens niet voor lang, want Vloeimans praat honderduit over de muziek: het ene nummer gaat over de betekenis van een zin uit The Lone Ranger, dan grapt Vloeimans over zijn altijd opmerkelijke outfits (vandaag paarse blouse, gele broek en felroze schoenen) en dan mogen we weer luisteren naar de prachtigste muziek die is geschreven voor de dochter van accordeonist Tuur Florizoone. Een show vol lachen, huilen en wegdromen.
Een beetje ongelukkig geprogrammeerd begint Remy van Kesteren tegelijkertijd met Oliver’s Cinema op het podium binnenin de Kloveniersdoelen. Van Kesteren behoeft eigenlijk geen introductie meer. Over de hele wereld is hij veelgevraagd artiest, speelde hij in Carnegie Hall, op Night of the Proms en organiseerde hij het Dutch Harp Festival. Als Van Kesteren begint te spelen, staat het publiek als met stomheid geslagen. Woorden kunnen bijna niet beschrijven wat voor magie Van Kesteren uit zijn harp haalt. Met hulp van een hoop effecten speelt hij stukken waar menig metal gitarist van zou verbleken, om het volgende nummer weer heel klein en intiem te spelen. Veel te snel is het optreden alweer voorbij, ondanks het harde applaus en gejoel van publiek wordt er helaas geen toegift gespeeld.
Sons Of Kemet sluit de avond op het hoofdpodium af. Eveneens met vreemde instrumentatie – twee drumstellen, tuba en tenorsax – heeft het kwartet nog voor het einde van het eerste nummer iedereen al aan het dansen. De groep heeft met zijn grensverleggende muziek al vele prijzen gewonnen en worden samen met GoGo Penguin regelmatig “Best British Jazz Act” genoemd. De show op ZeelandJazz begint dansbaar en toegankelijk, maar wordt steeds spiritueler naarmate het donkerder wordt en de alcohol meer vloeit. De Afrikaanse ritmes lijken het publiek als marionetten te besturen en zelfs de zittende mensen bewegen flink mee. Als een soort voodootovenaars bespelen de muzikanten het publiek, dat na afloop van de show en toegift uitgeput van het dansen naar huis gaat.
Onder het motto “toegankelijk genoeg voor de niet-kenner, maar kwalitatief genoeg voor de purist” is ZeelandJazz aan de slag gegaan op een nieuwe locatie. Mochten er bij beide groepen nog twijfels bestaan, zijn die na de eerste dag in de Kloveniersdoelen hopelijk verdwenen.