Op vrijdag 21 oktober speelt de Utrechtse post-punk/krautrock/mathrock band Combo Qazam de releaseshow van hun nieuwe album Ghost Interior in ACU. Vandaag verschijnt alvast de video van single ‘Crisis’, die je hieronder ook ziet. Drummer Arno Breuer en gitarist Gino Miniutti vertellen over hun nieuwe trots: een claustrofobische plaat vol hypnotiserende ritmes, horror synths, rozijnenmeditatie en feitjes over killer fungi. Wees voorbereid op een driftige reis door jezelf. In drie woorden: afstandelijk, claustrofobisch en … dansbaar.

Op Instagram postten jullie een paar dagen geleden het volgende: “Expect our mix of post-punk, krautrock and math rock, but darker and more haunting.” Waar komt deze duisternis vandaan?
Arno
: De vorige plaat was al niet zo super vrolijk, al best ‘haunting’ eigenlijk. Maar nu was er sowieso ook de druk van de ‘altijd moeilijke tweede’, zoals ze dat in muziekland zeggen. We wilden ook wat verder proberen af te staan van het ‘bandje zijn’ door een soort afstand te creëren. Dat hoor je wel terug.
Gino: Je merkt ook onbewust de isolatie van de pandemie. De plaat is in isolatie opgenomen.
Arno: We hadden Gino al anderhalf jaar niet gezien. Hij was thuis vanwege gezondheidsredenen. Ik denk dat ‘Bird’ het enige nummer is waar drie mensen tegelijk spelen. Ja, het was geen vrolijke periode. Hopelijk wordt het volgende album vrolijker! Een ska plaat?
Gino: En verder heb ik sowieso een voorkeur voor duistere dingen en horror. Ik kijk al sinds ik tien ben horrorfilms, veel te jong.

Ghost Interior is ook best wel een spooky naam. Waar staat dit eigenlijk voor?
Gino
: De synth geluiden deden me ook wel denken aan horror soundtracks. ‘Ghost’ verwijst naar die haunting, spooky atmosfeer. Een soort isolatie in de muziek. ‘Interior’ verwijst denk ik naar het inwendige. Dat het van binnen is opgenomen, vanuit onze eigen interiors.
Arno: Toen we een beetje op weg waren met de plaat kreeg ik de wens om een soort interne festivalervaring neer te zetten. Een driedaags festival met alle ups en downs, maar dan in je hoofd. Dat is het ‘interior’. Het was natuurlijk ook een tijd waarin niet veel kon; geen optredens, maar ook veel privé beperkingen. Dus het was bedoeld als de wildste reis door jezelf die je je kan bedenken.

Combo Qazam is:
Arno Breuer (drums)
Stefan Breuer (gitaar)
Gino Miniutti (gitaar)
Ab al Tamimi (bas)

Arno Breuer en Gino Miniutti

Hoe verliep deze keer het songwriting proces?
Arno
: Ik wilde heel graag een plaat maken zonder traditionele structuren. Aan het begin maakte ik dan ook een lijst met dingen die je kunt doen om die te doorbreken. Alles heeft wel iets wat net afwijkt. Dat kan al heel simpel, bijvoorbeeld een akkoord eraf. Dat extra laagje heeft voor mij ook wel een belangrijke rol gespeeld, ook al hoor je dat misschien niet meteen. Iedereen van ons maakt al twintig jaar muziek in bandjes ... Als we toch al zo lang ervaring hebben, dan mag die lat wel lekker hoog. Eigenlijk hebben we dat bij elk nummer toegepast, behalve bij het slotnummer, de traditionele popsong ‘Raisin’. Dat vind ik ook wel weer mooi.

En waarom kies je dan voor ‘Crisis’ als openingstrack? Heeft dat nog een boodschap?
Arno
: Dat is wel een leuke vraag. Een openingstrack is best wel moeilijk. Het moet toegankelijk zijn in enige mate, maar het moet ook wel wat zeggen over de rest van de plaat. ‘Crisis’ is een soort tegenstelling. Het is op een bepaalde manier nog wel een popnummer, maar het is ook wel echt gewoon naar. Wat vond je van dat nummer?

Ik werd er best zenuwachtig van, op een goede manier! Het maakte een deel van me los wat niet prettig voelde, maar dat heeft dan ook juist wel weer wat. Dat lijkt me tof om live te ervaren.
Arno
: Precies. Gino zei ooit: het is alsof je kijkt naar een ongeluk, zonder er iets bij te voelen.

Op jullie debuutalbum ging ‘Logorrhea’ over de oppervlakkige kanten van social media. Is jullie visie op social media veranderd tijdens de lockdown? Is het internet een andere rol gaan spelen?
Arno
: Geinig dat je dat nummer eruit pikt. Dat is Ab’s (bassist, red.) tekst en hij vindt dat nummer niet meer leuk. Dus ja, waarschijnlijk is die veranderd. Ik heb sowieso niet zo’n afwijkende visie op social media.
Gino: Ik ook niet per se. Alles heeft goede en slechte kanten. Met een keukenmes kun je een tomaat snijden, maar je kunt er ook iemands keel mee doorsnijden. Het ligt eraan wat je ermee doet. Social media was ook wel mooi in die tijd, om toch nog verbinding te hebben met elkaar. En zonder het internet hadden wij nu ook geen plaat gehad.

Er staan ook wat instrumentale nummers op de nieuwe plaat. Hoe voelen jullie aan of een nummer tekst nodig heeft of niet?
Arno
: Toen ik deze band ben begonnen wilde ik het liefste helemaal instrumentaal. Dat heb ik vooral van Ab en ook wel een beetje van Gino verloren.
Gino: Ik heb ooit in een instrumentale band gezeten en ik vond het heel tof. Voor mij is de keuze om zang toe te voegen hetzelfde als het bedenken of een nummer toetsen of gitaar nodig heeft. Soms lijkt een nummer iets te missen en dan vind ik dat zang iets toevoegt.
Arno: Het is dus wel een extra. De basis is dat wij met zijn vieren zijn: twee gitaren, een bas en een drum. Dat is er altijd. Die zang is een extra die je in kan zetten.

Als jullie Ghost Interior in drie woorden zouden moeten omschrijven, welke woorden zijn dit dan?
Arno
: Afstandelijk…
Gino: Claustrofobisch!
Arno: Toch is het ook best uitnodigend… wat is een beter woord voor swingend?
Gino: Dansbaar. Ik merk het ook wel bij de live shows, dat mensen erop dansen en echt reageren.
Arno: Afstandelijk, claustrofobisch en dansbaar. Dat is wel echt goede reclame.

Uit het vorige interview met 3voor12 Utrecht bleek dat jullie teksten schreven vanuit het onderbewuste. Gino omschreef dit als “dat sfeer gerichte en vage van David Lynch”. Waren er dit keer nog specifieke externe invloeden bij het vormen van de teksten?
Arno
: We plukken wel eens dingen ergens vandaan. ‘Crisis’ is bijvoorbeeld gevormd uit het manifest van de situationisten.
Gino: Dat heb ik opgeknipt en in een random tekst rangschikker gezet. Het idee was dat taal niet opeens betekenis verliest als je het anders ordent. Het lijkt nog steeds iets te zeggen.
Arno: Het tweede nummer ‘Contra’ is een gedicht van Ramsey Nasr, waar stukken uit zijn gehaald. Maar om nou te zeggen dat daar een heel grote bedoeling achter zit… Het is ook wel iets zoeken wat gewoon mooi is en past bij de sfeer.
Gino: Het derde nummer ‘Revision’ is trouwens gewoon een stukje van Wikipedia of zo. Ik weet niet eens meer waar ik het heb gevonden. Een feitje over killer fungi.
Arno: Het slotnummer ‘Raisin’ gaat over Stefan’s (gitarist, red.) ervaring op een meditatiecursus, waarbij hij een rozijn moest voelen en horen. Hij was blijkbaar heel goed in mediteren, toen hij eenmaal weer mocht kijken, snapte hij niet meer dat het een rozijn was. Hij dacht ‘waarom heb ik de maan in mijn hand’?

Dat is trippy. Het album bevat ook best een hypnotiserend ritme. Speelt spiritualiteit een rol voor jullie?
Gino
: Voor mij niet.
Arno: Ja, dan heb je wel twee tegenpolen te pakken.
Gino: Ik ben meer van de filosofie. Ik geloof niet in supernatural dingen, helaas. Ik zou wel willen dat dat soort dingen zouden bestaan, als horrorfan.
Arno: Gelukkig heeft hij mij. Ik ben best spiritueel. Als drummer kan dat misschien ook wel meer. Er zijn vrij veel repeterende ritmes en ik vind het mooi om te proberen ergens een vibratie van op te pakken, zowel live als op de plaat, en dat zo mooi mogelijk te vertolken. Drummen voelt voor mij echt als meditatie. Ik ben ook altijd heel moe na een live optreden.

Voelt dat als een soort tunnelvisie? Dat is ook wat ik ervaar als ik naar jullie nummers luister.
Gino
: Ja, het is muziek om op te focussen. Sven Agaath en Lost Bear waren wat chaotischer, noisier, grungier. Zeker bij Lost Bear waren er zoveel bandleden, als ik dan een foutje speelde hoorde niemand dat. Er was genoeg herrie, in het begin hadden we zelfs twee drummers. Nu hoor je het wel als je een fout maakt, dus het vergt wat meer focus. Maar soms kan die focus ook plaats maken voor flow.
Arno: We zitten met elkaar in een tunnelvisie. En als iemand er niet in zit, dan krijgt ‘ie op zijn kop.

Waar komt dat hypnotiserende eigenlijk vandaan?
Gino
: Dat komt toch wel uit de muziek die we tof vinden, net als CAN bijvoorbeeld. Verder halen we inspiratie uit bands zoals Wire, Unwound, Beak>, Battles …
Arno: Bands met wat meer herhaling erin. Maar het is ook redelijk vanzelf gekomen.
Gino: Met Lost Bear gingen we tegen het eind ook wel die richting in. Misschien is het ook wel van invloed dat we in een stad wonen waar jaarlijks Le Guess Who? plaatsvindt. Daar heb ik bijvoorbeeld Beak> leren kennen. Het is een heel groot vat van toffe muziek, waar je normaal niet op uit zou komen. Dat is het toffe aan in Utrecht wonen.

Tot slot. Waarom moeten de mensen luisteren naar Ghost Interior?
Gino
: Omdat we er trots op zijn!
Arno: We hebben echt ons best gedaan om een album te maken dat je verrast, dat je mee kan nemen op een reis en dat je hopelijk ook op sommige punten kan betoveren.

Te zien: Combo Qazam, vrijdag 21 oktober 2022 @ ACU in Utrecht (releaseshow)