Het was Ghaeths eerste poging om van Izmir in Turkije naar Griekenland te vluchten. Er zouden nog vier pogingen volgen voordat het zou lukken. De maffia bracht hem met een grote groep vluchtelingen midden in de nacht naar de zee. Ze moesten een piepklein bootje in. Toen Ghaeth het bootje zag, wist hij dat het een gegarandeerde verdrinkingsdood betekende. Maar leden van de maffia hielden hem onder schot en dwongen hem in de boot te stappen. Op zee liep de boot meteen vol. Vrouwen en kinderen begonnen te huilen. Hij en een aantal vrienden besloten overboord te springen. Toen hij dit deed was het eerste waar hij aan dacht zijn klarinet. Zou zijn instrument de zee overleven?
Kleine bovenwoning, drie hoog, in Rotterdam Zuid. Penetrante geur van wierook. "Anders ruikt het hele appartement naar vieze sokken", legt Ghaeth ons uit. Boven het aanrecht lopen donkergele vochtplekken van het plafond naar beneden. Aan de muur hangen foto’s van familieleden. Hij loopt onrustig door zijn appartement. Ghaeth is een knappe verschijning: lang, gelijkmatig gezicht en een hagelwitte grijns. Hij is vlug, sociaal geolied en pareert elke vraag eerst met een geintje voordat hij er serieus op ingaat. Hij is vriendelijk genoeg om je het gevoel te geven dat je welkom bent – en tevens bijdehand genoeg om ervoor te zorgen dat je niet helemaal op je gemak raakt in zijn bijzijn.