Het duurt nog geen uur, het concert van Ploegendienst. Toch staat de zaal uit te hijgen als frontman Ray Fuego afsluit met: “Wij waren Ploegendienst. If you didn’t already know, now you fucking know,” en de continue moshpit tot stilstand komt. In dat korte uurtje ramt de band ongeveer hun volledige oeuvre over de planken. Want rammen, dat is het.

Vanaf de eerste seconde zet Fuego de zaal volledig naar zijn hand. The Smiths schallen door de speakers met ‘Please, Please, Please’ als hij naar de microfoon loopt met zijn telefoon in de hand. Hij begint een gedicht voor te dragen, maar komt halverwege even niet meer uit zijn woorden. Schouderophalend legt hij zijn telefoon weg terwijl de snoeiharde gitaar van Michiel Beffers het overneemt. Het typeert de achteloze intensiteit en het vanzelfsprekende charisma dat hij uitstraalt. Boeit hem het wat? Dit is zijn show, zijn podium.

Dat wil niet zeggen dat hij in zijn eentje het harde werk staat te doen. Naast Beffers staan bassist Bastiaan Bosma en drummer Bram Swarte te hengsten op hun instrumenten. Het tempo is moordend, maar de punkveteranen spelen hartstikke strak. Het publiek krijgt geen kans om naar adem te happen, mede doordat de nummers gemiddeld anderhalve minuut per stuk duren.

Trillende bierbekers op de bar bij Loopey

Even eerder heeft rapper Loopey de honneurs van het voorprogramma waargenomen. Loopey is een protegé van hiphopcollectief SMIB uit de Amsterdamse Bijlmer, waarvan Ray Fuego als de voorman wordt gezien. Vanavond is de taak om de zaal op te warmen licht ondankbaar. Bij zijn opkomst is de zaal nog praktisch leeg, en de weinige aanwezigen zijn duidelijk niet voor hem gekomen. Dat hij zelf opkomt met “Yo Nijmegen!” helpt ook niet echt, hoewel de dj hem bij de les houdt door de track opnieuw in te starten om hem een nieuwe kans te geven. Of is het misschien omgekeerde psychologie? De zaal reageert er namelijk wel op.

Aan Loopey’s energie ligt het in ieder geval niet. Hij stuitert over het podium en de beats dreunen zo hard dat de plastic bierbekers trillend over de bar schuiven. Je gunt hem een publiek dat meer openstaat voor hiphop. Hopelijk is het dan niet zijn entourage en een toekijkende Ray Fuego die vanuit de coulissen het hardste losgaan.

De oude en de nieuwe garde

Gelukkig komt het publiek wel binnenstromen voor de headliner van vanavond. Dat publiek is mooi gemêleerd. Het gaat van oude rotten die waarschijnlijk de hoogtijdagen van de Sex Pistols nog hebben meegemaakt tot tieners in punkshirts. Met name die nieuwe garde duikt al bijna vanaf het begin van de set de moshpit in en laat zich door Fuego opzwepen tot een wall of death en een circle pit. De oude garde kijkt toe vanaf de zijkant en ziet dat het goed is.

Het bewijst dat punk een tijdloze mindset is, die op dit moment misschien wel relevanter is dan ooit. Vandaag de dag maken al dan niet verkozen overheidsfiguren gebaren waartegen onze (over)grootouders vijfentachtig jaar geleden in verzet kwamen, terwijl nazaten van de dictators van destijds worden neergezet als degelijke figuren. Zoals Fuego zelf zegt: “Het is een gekkenhuis in de wereld, dus laat je niet gek maken. Fuck je telefoon, fuck de tv, fuck de krant. Leef in het moment en leef je echte leven.”