In de hoop bomvolle bussen en een nat pak te vermijden, verkozen we dit jaar de zondag van Castlefest te pakken. Alle dagen uitverkocht, dus arriveren was nog steeds een conservenblik van kobolds en kabouters, maar eenmaal binnen was het weer thuiskomen. Het terrein van Kasteel Keukenhof waar je kan blijven dolen en verdwalen tussen de bospaden en heuvelruggen, met op elke hoek wel voedsel, vertier en verkopers om je af te leiden. Met een strak tijdschema laten we ons niet van het pad af lokken door de vele verleidingen, en kozen we ervoor om Emian, Dayazell, Sunfire, Waldkauz, Daisy Bellis en Trolska Polska uit te lichten.

Emian

Sagen herleven

We beginnen bij de goed verborgen Village Stage. Aldaar maakt Emian paganfolk (dit genre zullen we vandaag vaker terugzien), met een vleugje electronica. Het duo opent met draailier en harp, ineen simpel nummer waarbij tussen de toeschouwers de rokken en gevlechte baarden in de rondte tollen. Een aangenaam briesje verlicht de bedriegelijke warmte. De multi-instrumentalisten pakken vervolgens fluit en toetsen voor een lied waar een vloek op rust, die je over je afroept als je niet meedoet me de woordeloze kreet (heren krijgen als tip om in hun ballen te knijpen om de juiste toonhoogte te bereiken). Daarna wordt het dynamisch met een ode aan de natuur (waar je ook heel goed de liefde op kan bedrijven, zegt de man van het stel op de stage). Gelukkig blijft het publiek braaf, en velen zitten op kleedjes te herstellen van drie dagen feest. Sommige campinggasten hebben blijkbaar meerdere cosplays meegesleept, mocht ik luistervinken, en er valt bijna geen enkele Halloween budgetbak kostuum te ontwaren. 

Verderop op het veld staat een vechtkooi, waar dit jaar de gebruikelijke schijngevechten met wapens plaats zullen vinden. Het is bijna een soort showworstelen geworden, met bombastisch commentaar en een flamboyante presentator, en daarmee één van de leukste nieuwigheden van deze editie. Terug op het podium volgt er een nummer dat het verhaal van Rosabella vertelt, een Italiaanse schone die een noodlot wacht nadat ze misbruikt wordt op weg naar een fontein om water te halen. Een trombeat luidt haar verdoemenis in, en zo zijn er in de set wel meer liedjes opgedragen aan onderdrukte vrouwen. 

Eeuwen strijd tegen onderdrukking
Daarna krijgen we handtrommen in stereo voor een herbewerking van één van de oudere nummers van de act, en juichende fans herkennen het meteen. Het heeft drama en diepgang, met halverwege een switch naar doedelzak en harp. Aan het einde van het vertoon kondigt het tweetal aan dat er een nieuw album aankomt van de winter. Het thema van dames in het nauw gaat verder met een prevelende intro voor een verhaling over kruidenvrouwtjes die ten onrechte werden beschuldigd van hekserij. Bezwerende elektronische invloeden komen hier prominent naar voren, terwijl een stampvoetende slinger van dansers hooikoortspatiënten het leven zuur maakt door grassprietjes op te doen waaien.

Dan is het zwoegen tijdens een verkwikkend en energiek riedeltje opgedragen aan de vrouwelijke arbeiders van de tabaksplantages van Salento, een bloedige arbeidsstrijd begeleid op fluit en harp. Het motief van strijdbare vrouwen resoneert ook in deze tijden, met bijvoorbeeld de heropleving van de Dolle Mina's. De set eindigt in een showcase van instrumentenwissels waar mono-instrumentale muzikanten jaloers van worden. Zoals Robert Heinlein zei: specialisatie is voor insekten.  

Dayazell

Verzamelaars van volksliederen

Dayazell is een vierkoppige Franse formatie die volksliederen uit alle windstreken verzamelt. Met exotische instrumenten zoals de cittern, de nyckelharpa en de ngoni in hun arsenaal is het een leerervaring om erover te mogen schrijven. De zang en melodieën voeren je mee naar verre oorden en vergeten tijden, en zijn qua stemming te classificeren van sereen zwieren tot wegdromen op je zitvlak. De reis loopt van Zweden naar het Ottomaanse rijk, en dan krijgen we een Tartaars liefdeslied voorgeschoteld dat zo lekker in het oor ligt dat het zomaar in Xanadu afgespeeld zou kunnen worden.

Dayazell zet de traditionele liederen naar hun eigen hand, en qua artistieke filosofie leggen ze sterk de nadruk op de muziek ook echt te belichamen op het podium. Een kerklied uit Frankrijk wordt met minimale begeleiding van de instrumenten bijna een mantra, en valt zelfs door een militante atheïst als ik te waarderen. Voordat ik me kan bekeren volgt er een heidense smeekbede aan Moeder Natuur uit Armenië, een track met een hardere kern dan het zachte werk wat we tot nu toe gehoord hebben, alhoewel het publiek niet verder dan standje deinen komt. 

Een universele taal
Een mooi maar neerslachtig lied uit Spanje stelt de snaarinstrumenten centraal, met klanken ontleent aan de Sefardisch-joodse gemeenschap aldaar. Sussende ritmes passen bij een Grieks slaapliedje dat Hypnos aanroept. Een traditional over paarden kan natuurlijk nergens anders vandaan komen dan Mongolië, met scherpe en snijdende motieven en keelzang die hun oorsprong vinden in het Tuvan volk. Deze track zou niet misstaan op een paardenrave (ja, die bestaan). Rammelende belletjes en stotterende fluit luiden een song uit het Soefisme in (die lui van de tempel in de Katwijkse duinen). Het cultuurproeven is niet altijd even dansbaar, maar des te rijker qua contrast tussen de uitvoeringen. 

We zijn bijna aan het eind van het Latijn met een nummer van de hand van uomo universale Hildegard van Beieren, een mystieke melodie die de geest bekoort. De selectie die Dayazell maakt in hun set is allemaal verschillend, en toch zijn er gemeenplaatsen te vinden die laten zijn dat geen enkele traditie los van de ander staat. Dayazell geeft bijna een geschiedenisles. 

Sunfire

Weerzien zonder weerzin

De bomen houden op zodra we bij de Meadow Stage arriveren, waar Sunfire speelt. Alhoewel ik ze zeer recentelijk al heb mogen recenseren tijdens de Midwinterfair op het Archeon vorig jaar, is er geen ontkomen aan deze rockende Western posse. Als je laat arriveert, is het verdomd lastig om een goed plekje te bemachtigen, en er is voor sommige lieden nauwelijks ruimte om überhaupt te klappen. Populariteit gaat gelukkig gepaard met kwaliteit, en vanaf de viool van 'Jolene' ben ik weer aan de haak geslagen. De frontman bespeelt zijn gitaar als hij hem van wrijving in de fik wil laten vliegen tijdens dit cunty country nummer, en de hossende festivalgangers moeten tegen elkaar aanschurken om te kunnen dansen.

Een nieuw nummer wordt aangekondigd met een slag om de arm of het wel helemaal goed zal verlopen, maar een kwinkslag later gaat de bas van start en sluiten de andere bandleden aan voor weer een vingervlug en zinderend lied. Extra hilarisch is dat een bevriende fan blijkbaar nog nooit heeft gecrowdsurfd, en ze wordt na een stukje groepsdruk het podium op gehesen om vervolgens bijna het volledig nummer in de lucht te blijven. D'r voeten tikken een paar hoeden van hoofden af, maar niemand krijgt gelukkig zool in z'n bek. 

In volle galop
Swingende samenzang start alweer het volgende lied, dat meteen in volle galop gaat. De setlist blijft bij de opzwepers, met het makkelijk mee te zingen 'Ma Ma Ma Mexico' als klap op de vuurpijl. Drummer gaat loco, violiste lijkt de strijkstok af te willen schieten als een pijl op een boog, en het publiek verandert in territoriale zeehonden qua hoeveelheid geklap. Een tweede debuterend nummer voelt als pittige en ploegende barn raiser, maar is toch wat tam na de hype van de aankondiging. 

Andere hoogtepunten van dit high noon optreden is de tweede gitaar die het publiek ingaat tijdens 'Seven Deadly Sins', waar de mensen bijna voor hem knielen (duidelijk is ie hoogmoed uit het rijtje vergeten). Hij moet omrennen om weer op de stage te komen. Voor een kluchtig nummer over een paard loopt er perfect getimed iemand met een paardenmasker door de menigte. Meer zielen is meer vreugd, en als ik deze set zou moeten vergelijken met die van de Midwinterfair, dan zou ik qua niveau geen keuze kunnen maken. 

Waldkauz

Van pechvogels naar trotse pauwen

Waldkauz maakt Duitse pagan folkrock, en bij aankomst bij de Village Stage is er al een ongeduldig publiek aanwezig. Bouzouki, draailier, Keltische harp, doedelzak met een stevige soundscape erbij, klinkt het in de omschrijving, dus de anticipatie is te begrijpen. De band is fraai uitgedost in geweien, pauldrons en gewaden, en de start van de set wordt gekenmerkd door vreemde roeibewegingen en pseudo-buikdansen in de voorste linies van het fanleger bij de stage. De producer komt af en toe meezingen, en er is zelfs een liedje speciaal geschreven met de hoop dat het op Castlefest uitgevoerd kan worden.

Audio gesteggel gooit roet in het eten, maar elke vloek is een zegen, om Cruyff te parafraseren. Drie van de bandleden laten zich niet uit het veld slaan en komen letterlijk met harp en al van het podium af om vooraan akoestisch en onversterkt verder te spelen. Een kring van muisstille mensen gaat om hen heen zitten terwijl de oren ingespannen moeten worden om mee te kunnen genieten. Dan knapt er ook nog een snaar, maar Waldkauz laat zich door niets uit het veld slaan.

Wall of hugs
Het signaal dat de techniek weer gefixed is wordt gegeven, men holt weer het podium op, en dan blijkt het ook nog valse hoop te zijn. Ander plan: de drummer slaat een beat aan en we doen met z'n allen de macarena. Zou dit optreden half zo leuk zijn geweest zonder deze faliekant-in-het-water momenten? Wie weet, maar met het (granaatappel)pittige nummer 'Persephone' loopt alles eindelijk weer op rolletjes. De rookmachine doet het gelukkig nog wel tijdens 'Lilith', een lied over ontwaken uit een emotioneel afstompende giftige relatie, in een duet tussen de zangeres en producer dat uitmondt in een chaotische herrijzenis die grenst aan metal. 

Op de bingokaart van de band staat ook nog een wall of death, die de menigte gretig wil helpen afvinken. Het publiek split, maar de sfeer is zo knus dat de manouevre eindigt als een grote groepsknuffel. Is er een meer iconische manier om Castlefest samen te vatten? Ik dacht het niet. 

Daisy Bellis

Een onverbloemd optreden

Daisy Bellis is samen met Solarcycles op de zaterdag de Leidse vertegenwoordiging op deze editie van Castlefest, dus daar kunnen we als platform niet omheen. De Meadow Stage is nog een beetje leeg vooraan, maar dat geeft het alleen maar meer niche elan. Haar begeleidende band bestaat uit synths, gitaar en drums, en ze heeft ook nog eens een eigen piano. De zangeres heeft voor dit optreden een toepasselijk kostuum aan die het beeld van een pagan priesteres oproept (de naaister van de jurk staat in het publiek en blijft natuurlijk niet onbenoemd). Enfin, we gaan de setlist af. 'Don't Come Near Me' is meteen een goed voorbeeld hoe de bandleden beurt om beurt de zang omkransen met hun instrumenten zonder deze te overstijgen, en 'Etna' is vanzelfsprekend een vulkaanuitbarsting die een zwoele kant van Daisy's stem laat zien, met rockende ritmes en een verrassende synth-brug als aanvulling.

Hagiografie terzijde is het erg leuk om tijdens de performance te zien wat de gevarieerde mogelijkheden van de menselijke stembanden zijn, en het geluid is precies zo afgesteld dat de zang en overige spelers in balans blijven. De dame pakt een tamboerijn erbij voor de eerste danstrack van de set, en een paar toeschouwers beginnen mee te tollen. 'Goddess Of Love' geeft een impressie van Kate Bush, een levenslustig lied met unieke loopjes dat niet bang is om te bevreemden. 'Narcissus' klinkt ietwat verlegen, met zang die teer en toch ver reikend als Daisy op de rand van het podium zit. Een aantal jongedames in het publiek kijkt met grote ogen toe. 

Groots bereik 
Daisy zelf is niet de enige met veel in haar mars (of Venus?). Ook haar gitarist heeft vier verschillende gitaren op het rek liggen om bij elk nummer de juiste te pakken. Een aantal tracks in vogelvlucht: bij 'Organs' springt de haast kirrende zang er het meeste uit, 'Whimsical Wonders' heeft een aantal instrumentale passages die meer als opvulling dan aanvulling voelen en 'Quiet' is juist een perfect in elkaar gezette puzzel van de band als geheel, met geen enkel element dat tegen elkaar wegvalt. Na dit drieluik zijn we aangekomen bij een solo intermezzo.

Daisy begeleidt zichzelf op de toetsen met 'Midgard', wat een aantal fans al mee kunnen zingen. Ze speelt in vervoering over een onderwerp dat dicht bij haar hart ligt, het vinden van een plek waar je jezelf kan zijn. Castlefest lijkt aan die definitie te voldoen. 'Hundred Stars' is dan weer iets te breekbaar gezongen naar mijn mening, maar is zoete koek voor het fantasievolk dat aandachtig zit te luisteren. De band keert weer terug op het podium voor een zachtmoedige protestlied dat zich meer op meeleven met de slachtoffers richt dan strijdbaarheid, en voor deze gelegenheid pakt de zangeres zelf een gitaar erbij. 

Nummers over natuur lijken op een renfair een contractuele verplichting, maar 'Strange Blood' is dan ook echt een lied om wild van te worden, met vooraan bij de stage een aantal vrouwen die dansen als bacchantes. 'What Do The Gods Say' is mijn favo van de set, met zichtbare zorgeloosheid in het zwieren van de zangeres, een bijzonder bereik en een liefelijke cirkelpit in het publiek. Meezingen mag! De afsluiter heeft als lolletje dat de bandleden nog even door blijven spelen nadat de zangeres zelf het podium heeft verlaten. Na dit afkoelmoment aan het einde ben ik vrij zeker dat Daisy Bellis zo groot kan en mag worden als bijvoorbeeld CHARLOT. 

Trolska Polska

Dolletjes met trolletjes redux

Trolska Polska hebben we twee jaar geleden ook al gezien op een vorige editie, en dit jaar mogen ze de boel afsluiten op de Forest Stage (althans, voor de horigen zonder campingticket, de adel die daar vertoeft krijgt nog twee extra optredens erbij). Er volgt een reeks déjà vu momenten, maar het zijn leuke herinneringen, dus ik klaag niet. Voor de aanvang is er nog een kisscam om mogelijk overspelige CEO's in de kraag te vatten, maar er is niemand die wegduikt. Één voor één komen de trollen op. Mandoline, gitaar, een overdaad aan vioolvarianten en een panfluit waarvan je uit je pan gaat, zelfs de meneer met de magische bol is teruggekeerd. 

De muziek is euforisch en bijna zuiver instrumentaal, maar voordat we weg kunnen dromen verschijnt er een groep T-rexen in het midden van het publiek in identieke pakken (paleontologisch verantwoord, ze joegen af en toe in groepen). De vrolijke lieden op de stage moedigen ons aan onze innerlijk trol los te laten, maar dan zonder behulp van een toetsenbord. De nummers zijn koddig, met bijvoorbeeld als onderwerp een trol met zulke gigantische tetten dat ze rondslingeren als jojo's, en we worden aangemoedigd de move na te apen (voor de mannen mag het imaginair zijn, tenzij je genoeg drinkt). De melodie is zo opgewekt dat je elke gêne overwint.

Sjans en regendans 
Dan herhalen ze het spelletje dat ze bij de voorgaande editie ook deden, een ouderwets potje jongens tegen de meisjes. Meisjes zijn lievelijke elfjes die moeten poseren, jongens trollen die een oerkreet moeten slaken, en dat om beurten. Zelfs de fantasiewereld is niet vrij van geslachtsrollen (geslachtstrollen?). Voor iedereen die een gebrek aan energie heeft gooit één van de bandleden nootjes rond. De t-rex kudde is inmiddels een polonaise gestart. Maar hoe klinkt het nou, buiten alle beschrijvingen van gimmicks? Subtiel en gezellig, met vooral de violen en fluit die je stemming naar een hoger niveau tillen. 

Het nadeel van werken op papier is dat we blijkbaar in alle onwetendheid een regendans hebben gedaan, want een licht buitje barst los. Onder een jas blijven we stug doorpennen, met op de achtergrond een zware track met vuureffecten, duivelshoorns in de lucht en oerkreten alom. De groep aan troubadours heeft ook een aantal pin-up posters gemaakt, waar vreemd genoeg geen stormloop op is. Ook is er een parade aan dansers in fruitkostuum op het podium, wat voor mij de druppel aan zotheid is om me naar de bus te begeven. Trolska Polska is vrolijk, maar stort op een gegeven punt een beetje in onder de eigen meligheid. 

Oordeel over de zondag zelf: minder druk, ideaal als je kraampjes wil bekijken of activiteiten wil doen zonder wachtrij, een ontspannende vibe die waarschijnlijk het chillst is voor gezinnen met kroost. Alhoewel een outfit niet verplicht is, blijft Castlefest groeien als cozy kostuumfeestje.