Onlangs dropten de Leidse rauwdouwers van Release The River hun debuutalbum 'Virtues of the Vile'. De drummer heeft de plaat zelf gemasterd en gemixt, de recensies waren dat allerminst. Maar leiden lovende kritieken ook tot een goede liveshow?

Het antwoord daarop is een volmondige ja. Zelfs voor een luisteraar als ik (een relatieve leek in de wereld van metal met al haar verscheidenheid aan subgenres) is het een fraaie balans tussen virtuoos en jetzt geht's los. Het opwarmen mag gedaan worden door supports Beyond The Pale en Black Rabbit (opwarmen is hier standje cd in magnetron), die de hoofdact mooi complementeren van twee kanten.

Beyond The Pale

Koester het oestrogeen

Beyond The Pale is een band met niet alleen een rauw randje, maar ook een rouwrandje: de act heeft het verlies van de gitarist die aan de wieg van de formatie stond moeten verwerken. Desondanks gaan ze door, als rotten in het vak die niet gaan rotten tussen de geraniums. De death metal van deze door een dame geleide act heeft thrashy invloeden, wat inhoudt dat de nadruk ligt op snel en hard. Ze stookt het vuur onder de heksenketel op met venijnige en bezwerende vocals, terwijl de snaarshredders grinnikend rug aan rug staan om voor de plaag aan fotografen te poseren. 

Dan gaan we naar 'The Age of the Pariah', een moshwaardige melodie met een breakdown waarin de geluiden over elkaar buitelen. Het spits afbijten is altijd lastig voor artiesten, en de toeschouwers knikken vooralsnog eerder instemmend mee dan dat ze fatsoenlijk headbangen. Meer in lijn met dit energieniveau begint een droevig klinkend nummer met een piratenthema, maar als snel kapseist ook dat schip in een storm, waarbij de brullende backing vocals eruit springen, voordat deze ook weer verdrinken in het nietsontziende instrumentarium. 

Vervolgens gaan we vol op de rem voor een intermezzo waarin we wat tekst leren om mee te schreeuwen, een ietwat abrupte stilstand die misschien beter vergezeld had kunnen worden van een loom gitaarloopje. Desalniettemin is het publiek nu weer bewust van het begrip publieksparticipatie, en doet het staartje mee. Ook krijgen wat we metaal in moerstaal bij wat de band heel hilarisch een slettenduet bestempelt. Je oorschelpen worden in ieder geval degelijk gedoubleteamd. Het energieniveau kwadrateert in de track 'Facts and Figures', waarbij de band iets meer binnen de lijntjes kleurt, en een finale waarbij de bandleidster bangleidster wordt, en de toeschouwers eindelijk zo ver krijgt om hun lokken proper te doen propelleren. Een victorie op het female front. 

Black Rabbit

Rabiate stampij

Black Rabbit is wat je krijgt als je de Killer Rabbit of Caerbannog Vantablack verft. Aan weerskanten van het podium staan lugubere banieren waarop het beestje afgebeeldt staat, en alle hulde aan de artiest die het gemaakt heeft, want je maag draait er ook echt prachtig van om. De band laat zich meteen op z'n best zijn tijdens opener 'La Bestia', met een orkaan aan herrie die je dierlijke instinct aanspreekt. Het is bevriezen, vluchten of vechten en het publiek kiest voor de laatste opties. De toeschouwers beginnen erin te komen, en alternerend gaan vuisten en duivelshoorns de lucht tijdens het verloop van de set. Sommige bandleden hebben het haar van tijd tot tijd als een gordijn voor de ogen hangen, maar weten nog steeds alle snaren te vinden.

Het vijftal speelt goed op elkaar in, maar vecht toch af en toe om dominantie: tijdens 'Fake Blood' bijvoorbeeld gaan eerst je aderen koken van gitaargeweld, maar die moet daarna op z'n buikje gaan liggen voor de overheersende drums. Tijdens andere tracks worden ze dan waar aangelijnd door een strakke baslijn. Ook aan de grunts kan een punt gezogen worden. Halverwege de set ongeveer barst de beestenboel los in de mosh. 

Af en toe daalt de hartslag met een vleugje melancholie, maar dan toveren de heren als snel weer een snijdende solo recht op de halsslagader tevoorschijn uit hun hoge hoed, of begeleidt de tweede stem wat zinvol geweld onder de ellebogerende voorste rij toeschouwers. Ook leuk is een ietwat jolige track die een snufje folkpunk lijkt te bevatten, maar wat de titel was in de hanenpoten van schrijven bij laag licht en met mensen die je af en toe de pit in duwen helaas niet meer te ontcijferen. Laat dat ook een statement zijn over hoe geanimeerd de show was. 

Release The River

Oorverdovend en overvloedend

Release The River mag dan eindelijk beginnen, en de lichten dimmen terwijl een onheilspellende intro speelt waarbij het in corpsepaint geschminkte drietal één voor éen plaatsneemt op het podium. Waarom tornen aan een werkende formule? De uitdossing zal vervolgens gaan druipen tijdens een set die je kopje onder doet gaan en naar adem doet snakken in tempo's die van kabbelend naar kolkend gaan. Gitaar, bas en drum gaan van samenvloeiing naar delta en weer terug, met loopjes en lijnen die vlechten en onthechten. De black metal-invloeden (denk muziek met videoclips waarbij iemand boos in het bos is) zijn terug te horen in de tegen screaming aanschurende vocalen, en natuurlijk de duistere thematiek. 

Onze antiheldenreis gaat al snel de onderwereld in, precies zoals mythologiekenner Joseph Campbell het gewild zou hebben. Maar hoe ervaren de aanwezigen buiten uw onanistische schrijver het? Dat zijn twee mogelijkheden: of je zit peinzend te luisteren aan de achterkant van de zaal naar alle subtiele toevoegingen die alleen voor de genreliefhebber goed te onderscheiden zijn, of je staat vooraan en krijgt een vorm van pit-PTSS, met enthousiastelingen die zelfs bij de meer melodische stukjes nog steeds rondslingeren met onmeetbare energie. Minimensjes gaan vrolijk de strijd aan met bomen van kerels die twee keer hun lengte zijn (en winnen het nog ook af en toe). 

Maar zelfs die worden in het gareel getrokken tijdens de ritmische rite van 'Spiritual Poison', een track waarbij de zanger met satanische stem ons als brave sekteleden maant te klappen. Wat er ook voor entiteit is aangeroepen, hij geeft gehoor als er vervolgens een bezeten cirkel des doods ontstaat (de moshers rennen in een rondje in plaatst van kris kras door elkaar). Het zweet zit nu ook goed in de bezoekers, maar gelukkig zijn er genoeg langharigen die door wapperend kapsel tot menselijk föhnen zijn verworden. Wat valt nog meer op? De bijna hossende tune van 'Great Fiery Entity', het praatje over catharsis bij in 'In Crimson Rays' (pittherapie klinkt als een gat in de markt) en nog wat extra blast beats in de finale om de overwerkte drummer te pesten. De heren hebben het onmogelijke voor elkaar gekregen, de Rubicon is doorkruist: ik ga dit daadwerkelijk in m'n playlist mikken tussen de poppunk en indie dance.