De Popronde is al dertig jaar een rondreizend popfestival waar je aanstormende talenten van morgen kan spotten. Het is namelijk bedoeld om artiesten te laten spelen buiten de eigen stad of regio. In 2024 selecteerde de landelijke jury vooral artiesten uit Amsterdam en Rotterdam, ruime keus dus.

Er staan dit jaar vijfentwintig acts op elf Leidse locaties, daarvan hebben we er drieëntwintig van weten mee te pakken met minstens beeld. Leiden is in 2024 zoals gebruikelijk als tweede aan de beurt, na stichtersstad Nijmegen. Lees en bekijk hier wat de Popronde Leiden te bieden heeft, van cumbia tot een North Sea Jazz-kandidaat en van country tot hiphoppunk.

Jean Jacques

Plato heeft dit jaar vooral rap tussen de schappen, en Jean Jacques mag de after dinner dip verhelpen als openingsact van deze Popronde. De flow kan in de eerste track ietsje strakker, maar dan vallen de lauwe beats en snedige zinnen op hun plek. Broeierige boombap wordt gemixt met oer-Hollandse verwijzingen, en tekst en toon vallen samen in een rode draad van nooit de kleine pleziertjes in het leven uit het oog verliezen. De opkomende artiest werkt naar zijn eerste plaat toe en benoemt alle worstelingen die daarbij komen kijken, met begeleidende beats en backing vocals van DJ Kappa.

Het is dringen tussen de platenrekken, want de rapper heeft een aardige schare jonge fans binnen weten te krijgen die hun handen in de lucht doen bij een dromerig nummer over analoog leven zonder trillende mobiel. De onthaastende melodie is zo leuk dat een aantal het toch niet kan laten de telefoon tevoorschijn te trekken om het geheel te filmen. Dan neemt de artiest zijn eigen boodschap ter harte en gooit er even een bruiswatertje in terwijl hij een fragmentje draait van zijn eigen favo Larry June. De energie gaat omhoog met een onverwachte linkse hook. De lyrics worden iets prikkelender, door de vitrines moeten we het doen met een beperkte bounce, en uiteindelijk is al het materiaal er doorheen gejaagd met eindontspanning op een dub-achtige beat met een ode aan de avondjes waarop je gewoon lekker thuisblijft. Na afloop van de set voelt het alsof je uit een warm bad stapt. (BK)

Lorem Ipsum

“It’s hot,” zegt zangeres Michelle Tuyp na een paar nummers. Dat klopt - niet alleen vanwege de temperatuur in de volle VI-KINGS, maar ook in de betekenis van hot indie – denk aan hot jazz. Lorem Ipsum zit er vanaf het openingsnummer ‘If I Ever Will’ meteen goed in en klinkt als opzwepende, rauwige indierock. Voor de set plukken ze uit hun hele repertoire, van hun debuutsingle ‘22’ en hun twee ep’s tot hun debuutalbum ‘Rain Caps And Flat Macs’. Sethoogtepunt is ‘No Good’, met een grungebasloopje, distorted zang en een drum die je duidelijker hoort dan op de plaat.

Michelle klinkt minder als Shirley Manson dan op de plaat, maar rauwer. Bassist Tim de Boer draagt het Lorem Ipsum-geluid en is ook (dat gebeurt te weinig) lekker goed hoorbaar. William Mooijer is een strakke sloper achter zijn drums. Tijdens het spelen laat hij zijn drumstok nonchalant door de lucht tollen. De zangeres headbangt en, voor zover dat op dit kleine podium kan, danst ze. Zij treedt in schoolmeisjesuniform op, de mannen hebben t-shirts aan. Met achternamen als Tuyp en Steur (van de publieksopzwepende gitarist Peter) weten namenliefhebbers: deze band komt uit Volendam. Lorem Ipsum is trouwens genoemd naar de eerste woorden van het onzin-Latijn van opvultekst. De band speelt een set van anderhalf uur, maar wij moeten het vikingschip helaas voortijdig verlaten om op tijd te zijn voor de volgende Popronde-acts. (RvN)

Nienke Leone

Hana Fatur

De Wakende Haan is in tweeën gesplitst: de bar waar een hoop wordt gekletst, en rechts het zitgedeelte, waar iedereen aandachtig luistert naar singer-songwriter Hana Fatur. Ze woont momenteel in Nederland maar is afkomstig uit Slovenië. Haar poëtische, filosofische liedjes en teksten vervoeren je naar een andere wereld. Maar ook de kleine momenten in het leven vangt ze in haar muziek. In films zou haar emotionele muziek met diversiteit ook heel goed passen.

Tussen de liedjes door praat ze wat over haar muziek en over haar leven en ze is dankbaar dat ze hier voor ons mag spelen. Ik ben heel nieuwsgierig naar hoe het haar de komende vergaat, dus ze staat opgeslagen in mijn favorieten op Spotify. Wie weet straks ook wel bij jou als je haar muziek nu opzoekt en beluistert? (LL)

Chica Chica

Chica Chica zorgt voor Latin vibes in biercafé Lemmy’s met klanken die even exotisch zijn als het assortiment aan drank. De band heeft zo’n lijstje aan stijlinvloeden dat ze één voor één opnoemen alleen maar voor meer verwarring zorgt, maar in de praktijk ontstaat er een instrumentale smeltkroes die de toko doet dampen. Het trio zit in een hoekje gestouwd, dansende toeschouwers manouevreren om stamgasten op barkrukken heen en de drukkende atmosfeer leidt tot een gevoel alsof je in een film loopt (de act rekent niet voor niets ook filmscores tot hun repertoire). Als iemand per ongeluk andermans drank omstoot, zou het volledig natuurlijk zijn als ze het geschil buiten met revolvers beslechten.

Er zijn weinig praatjes tussendoor, omdat de dame die het normaal doet net ietsje te ver weg staat van de mic op het krappe podium, maar het gepeperde geluid spreekt voor zich. Drummen met een sambabal, kreunende snaren en zwoegende ritmes slepen je door de set heen, met soms een vleugje surf, soms wat jungle en genoeg koebel om je een veedrijver in het Wilde Westen te wanen. Een koppel in het publiek schuifelt tussen de stoelen door terwijl ze pogen een partnerdans te doen, maar de meeste mensen moeten het doen met heupwiegen in elke hoek waar ze ruimte hebben. De set is ook respectabel avondvullend, want de muzikanten tikken in tegenstelling tot de meeste andere artiesten bijna een volledig uur af. Niet te filmen! (BK)

Zeevlinder

Wie op de kaart met Popronde-locaties kijkt, ziet meteen dat de ronde in de binnenstad ook een klein blindedarmpje heeft op Waardeiland (als je het Rijn-Schiekanaal in fietst, ben je te ver). Eenmaal binnen bij kantoorpand Dorus, kan je menig verbaasde reiziger horen fluisteren: "Is er niks anders in de buurt, waarom zou je dat hier doen? … Biertje?"

Op het podium staat Zeevlinder, alias van Isabelle Hauschildt, te soundchecken met microfoon en een laptop op een kruk - niet met de band die ons online werd beloofd. Van haar label moet ze vaker optreden, vertelt ze na een aantal nummers, dus speelt ze op de Popronde. Het verklaart het wat rommelige karakter van de act, wanneer bijvoorbeeld de volgende catchy beat al start vanaf haar laptop als het niet de bedoeling is. De afwisseling naar gitaar is verfrissend, al staan haar zelfgemaakte beats toch sterker overeind. Helaas komt de zang niet altijd lekker boven de muziek uit, maar wanneer we de teksten kunnen horen, komt ons rijm als 'Au, dat is niet wat jij wou, au' ter ore. De associaties schieten tijdens de set naar Olivia Rodrigo tot Famke Louise - Zeevlinder heeft wel een tijdgeest te pakken. (YvdR)

ZWARTEWATER

32elephants

Café ’t Praethuys opent hun muzikale avond met de Amsterdamse 32elephants. De band belooft snoeiharde emo en dat is dan ook precies wat je krijgt. Jankende gitaren, oprechte emotie en vooral lekker hard. Er wordt flink gesprongen door zowel de band als het publiek op uptempo gitaarriffs en hardcoreachtige breakdowns.  Ook als de band (naar eigen zeggen) “iets zachter” gaat, verliezen ze niets aan energie en intentie. Die energie werkt aanstekelijk: er ontstaat zowaar een circle pit midden in ‘t Praethuys. Met de artistieke visie van 32elephants lijkt het sowieso wel goed te gaan. Het meisje dat vooraan staat en beelden maakt met een goedkope camcorder maakt het klassieke begin-jaren-2000-plaatje compleet. Daarnaast ontbreekt de sociale visie ook zeker niet. Zo zal de band niet meer te zien zijn tijdens Popronde Hengelo wegens een boycot van een van de financiële partners. In plaats daarvan organiseren zij, in samenwerking met meerdere Popronde acts, een fundraiser rondom de situatie in Gaza op dezelfde avond. Gelukkig voor Leiden speelt de band hier wel, en spelen ze het dak eraf. De zanger raakt zelfs letterlijk het dak aan, wanneer hij een stagedive waagt – en daarin slaagt! De band zegt voor het eerst in Leiden te zijn deze avond; daarover kunnen we enkel hopen dat het niet de laatste keer is. (EB)

Djerra Joan

De plantenjungle in de ruiten van Grenare is het decor voor Djerra Joan, een singer-songwriter die met Nick Kroes en Dusty Ciggaar ons meetrekt in hun droomwereld. De lucht lijkt te trillen onder een brandende zon, we verplaatsen ons door de woestijn op een bed van slide guitar en cajon, zo naar een scène uit een Tarantino-film. Joan heeft een stem als een zonsopgang, zoet met een randje als honing die begint te versuikeren, en laat ons denken aan artiesten als Norah Jones en Lianne La Havas, met soms een vleugje First Aid Kit. De aparte maatsoorten (zoals 'Baby Blue', dat begint in 5/8) en onverwachte akkoorden maken de zalvende wiegeliedjes zinderend. Zelfs het koudste hart zou van deze muziek samen met een geliefde onder een bloeiende boom vol bloesem willen liggen, zelfs het meest gestreste hart zou zich kunnen verpozen in een hangmat op zondagmiddag. Net als je denkt dat de hele act lieflijk is, laat de band zich nog van een andere kant zien - in hoger tempo, met opzwepende tamboerijn en een stuivende gitaarsolo. (YvdR)

Sol Power

Het lijkt bijna tegenstrijdig: een band, vernoemd naar de kracht van de zon, speelt in een café, vernoemd naar het dier van de nacht. Gelukkig valt die tegenstrijdigheid in de praktijk flink mee, en is Sol Power bij De Uyl van Hoogland een prima leuke show. De muziek is vrij easy-going, maar verveelt niet. Vooral voor een driemansformatie weet de band veel geluid te produceren. Zo nu en dan gooit de band er een onverwachte keuze in – een akkoord dat vreemd doch treffend klinkt, een tweede stem die uit een onverwachte hoek komt. Hoe dan ook, het publiek danst lekker mee. Net als 32elephants is ook Sol Power niet meer te zien tijdens Popronde Hengelo; zij sluiten aan bij de line-up voor de Gaza fundraiser. Daarnaast hangt er een poster met ‘Support Popronde Artists’ op het podium waar de band expliciet op wijst. Het is die mix van elementen die hen siert: luchtige gitaarmuziek met een vleugje realisme. Het doet denken aan de soundtrack van een lichtelijk wrange, maar toch immer optimistische roadmovie. Richting het einde van de set zegt de zanger/bassist: “A few feel good songs and then we’ll be outa yer hair.” Een lieve afsluiter voor een set die eigenlijk juist uitblonk wanneer het juist net iets meer in your face was. (EB)

Henk Johannes

Future Husband

Future Husband heeft er vandaag een extra bandlid bij, en de getwinde synths zijn een mooie aanvulling op de bezielde stem van frontvrouwe Adura Sulaiman. Ze straalt in de belichting van de Veste, met warme kleuren die boven het typische niveau van een bar uitstijgen. De band heeft haar sporen al verdiend in eerdere formaties en op vele festivals in deze combinatie, maar is nog steeds verrast door de hoeveelheid toeschouwers die er op is komen dagen. Een vroege uitspringer in de set is debuutsingle ‘Ritual’, een krachtpatser van een nummer met opgevoerd orgel en loeigoeie achtergrondzang.

Zelfs een track die wordt aangekondigd als makkelijk dansbaar voor lieden met twee linkervoeten bevat gelaagde ritmes uit wiens tempo’s je kan kiezen. De sfeer is liefdevol: bij aanvang van een tedere track geeft het publiek elkaar groepsknuffels. Erg onder de indruk was ik zelf van 'Drinking From The Well', waarbij de zangeres het onderste uit haar longen put, en dan naar de gitaar grijpt voor een daverende bridge. Inmiddels is het zo heet dat haar kapsel krimpt, maar de uitstraling wordt des te groter. De rest van de set is een showcase van wat de act allemaal kan: soms meer uitgeklede ballad, dan weer wat elektronische enervatie: Future Husband kent vele zijden, maar deze zijn allen zijdezacht. (BK)

Røyking

Røyking (roken op zijn Noors) serveert in De Dorus Nederlandstalige apolitieke punk met energie en humor. Ze doen dat met een geluid dat doet denken aan IVYVOX. Hun thema’s zoomen in op het kleine: flierefluiten, bierflatie, ongemak. De instrumentalisten zijn allemaal in het zwart, zangeres Emma de Boer heeft juist allemaal fleurige Rorschachvlekken op haar rok. Pauzes tussen de nummers? De Hagenaars doen er zelden aan – “Spelen!”, moedigen ze zichzelf aan.

Een uitzondering is ‘Ongemak’, met een voorbeeld van bassist Wijnand Bijdevier: zijn broek zakt momenteel af omdat hij geen riem om heeft. Emma reageert: “Jouw broek omlaag en mijn rokje omhoog!” Ter voorkoming van een ongemakkelijke situatie springt de bassist spelend, bijna moshend, het publiek in. Ook de zangeres mengt zich in het publiek, stort in ‘Zuipen tot we Kruipen’ theatraal ter aarde, waarna ze naar een biertje kruipt en dat nonchalant opdrinkt. ‘Bierflatie’ doet denken aan Crackers ‘I Hate My Generation’, maar gek genoeg drinkt de band hier water bij. Ze spelen vanavond drie van de vier uitgebrachte nummers, behalve ‘Gewoon Gemiddeld’. Terecht, want dat is dit viertal niet. (RvN)

DEHAZE

Melanie Ryan

De goedlachse en stralende verschijning, singer-songwriter Melanie Ryan, hield zich prima staande tussen het gemêleerde publiek in Lemmy's. Heel relaxed en met zichtbaar plezier zingt ze haar verhalende liedjes met gevoel, zoals bijvoorbeeld de vrolijke 'Little Wins' waar je als vanzelf lekker op meedeint. Ook haar nieuwste ep 'Wildfire' laat ze natuurlijk horen en de titelsong is een fijn nummer wat lekker blijft hangen. Melanie heeft zowel gevoelige, rustige nummers als wat meer upbeat vrolijke country meezingers. Melanie zou graag willen dat (haar) countrymuziek in Nederland meer aandacht krijgt, ook onder een jonger publiek.  

Met haar prachtige zuivere stem en vrolijke uitstraling verwacht ik dat liefhebbers van dit muziekgenre haar snel zullen ontdekken. Daarmee zal haar publiek zich ook verder uitbreiden. Hopelijk verhuist ze op korte termijn niet naar countryliefhebbend Amerika, zodat we in ons kleine landje nog lang van haar grootse talent mogen blijven genieten!  (LL)

Outahead

Outahead maakt muziek om bij uit je plaat te gaan. De Nijmegenaren spelen punk met new wave- en post-punkinvloeden. Op Spotify tenminste, want live is het eerder een melange van punk en grunge. Denk aan ‘From the Muddy Banks of the Wishkah’ met terugkerende gastzang van Billy Corgan. Rauwe energie en woede golven naar buiten, daar kan zelfs een kapotte versterker bij de start niets aan veranderen. De geluidsman van ’t Praethuys doet een paar minuten aan technische EHBO tot de versterker is vervangen.

De bassist staat midden vooraan, de gitaristen op de flanken, waarbij die elkaar afwisselen bij de leadzang. De bassist doet regelmatig mee met de backing vocals en schreeuwt mee in een mic. De drummer doet al snel zijn shirt uit en speelt op punktempo. Ze spelen alle zeven nummers die ze uitbrachten. Daarnaast komen nog ongereleasete songs als ‘Heretic’, ‘Stalker’ en ’You’re Giving a Living’ voorbij en verwerken er een stukje ‘Smells Like Teen Spirit’ in. Het enige rustpuntje in de set is het lieflijke sixties-riffje van de ‘Almost’-intro. Het publiek vooraan, de enigen met dansruimte, nuilt niet. Ze willen door, lekker hard blijven gaan. (RvN)

Gespuys (De Dorus)

De Dorus is overdag een flexwerkplek voor ondernemers (onder andere videomakers, interieurdesigners en een boulderhal huizen in het pand, als ik de barmannen mag geloven). 's Nachts zou het gebouw echter prima door kunnen als technobunker. Wellicht kwam die associatie vooral door de flitsende show van Gespuys. Het duo is lekker karakteristiek en stelt het universele van het persoonlijke centraal. Ze staan er relaxed bij – microfoon en synthesizer in de ene hand, biertje in de andere hand – maar ondertussen gebeurt er van alles. De bubbly, elektronische instrumentatie klinkt energiek, het roze en paarse licht weerkaatst op de ramen, en dan hoor je teksten als “mannen zonder mening, katten in een flat, studenten met een lening, inter-minus-net.” Kort gezegd: het is een vrij desoriënterende ervaring. Maar let wel, dat is bedoeld als compliment. Het duurt niet lang voordat de hele zaal uit volle borst “Inter!Minus!Net!” mee schreeuwt. Ook zit er een fijne opbouw in de set: de instrumentatie lijkt bij vlagen meer op techno, dan weer meer op darkwave. Het gaat in ieder geval steeds wat harder en intenser. Er komt zelfs nog een komisch aspect bij kijken in deze dynamische show wanneer de band een cover van ‘Berend Botje’ speelt. Na afloop was de enige conclusie: Gespuys bij De Dorus was top. (En hoe!) Maar, stel je voor, Gespuys met een professionele lichtopstelling, wellicht wat trippy visuals; dat zou helemaal sick zijn! Een deel van die wens bleef onverwachts voor slechts een half uur onvervuld, want ze stonden onverwacht in de Nobel… (EB)

Simpleton

Zuster Zonnebloem

Zuster Zonnebloem treedt op in de Uyl van Hoogland, altijd een hindernisbaan door de lichamen als je niet op tijd arriveert. Gelukkig is er dit keer een geheime achteringang open, waardoor een goed plekje alsnog te bemachtigen valt. Als een band die we wel vaker gerecenseerd hebben is het een worsteling woorden te vinden die we niet al eerder gebruikt hebben. De bandleden stralen een terecht zelfvertrouwen uit, zangeres Hanne hopt in het publiek en hangt aan de bar terwijl haar gouden stem blijft imponeren en het genre is inmiddels niet meer onder de noemer pure psychedelica te vatten.

Om een hagiografie te voorkomen, moet wel gezegd worden dat het niet lukt iedere toeschouwer mee te krijgen, maar diegene die de muziek vatten, gaan ook echt goed mee. Ook tijdens de wat somberdere songs blijkt de band in staat eventueel gezwets uit de zaal in het gareel te houden. Het voelt niet allemaal vertrouwd: op een gegeven moment neemt een nummer een cyberspacey wending die ik niet zag aankomen. Inmiddels heeft Zuster Zonnebloem Leiden praktisch geadopteerd, want aan het eind van het optreden beloven ze weer snel terug te keren. (BK)

Jessy Yasmeen

North Sea Jazz, schrijf je mee?

Stel dat we de Popronde zouden vergelijken met een oester, dan is Jessy Yasmeen de parel. Al vanaf de opening achten we ons in een Tiny Desk Concert - intiem, prikkelend en van ongekend hoog niveau. Jessy Yasmeen ontpopt zich tot sprankelende frontvrouw die het hele publiek om haar vinger weet te winden, ondersteund door een Codarts-trio. Het zijn Joppe van Noten (drums), Mees Booden (bas) en Mart van der Stelt (gitaar), drie jongens die op de een of andere manier allemaal hun roeping al gevonden hebben - zowel drums, bas als gitaar worden bespeeld met de grootste sprezzatura die er is, en elke noot is raak. De band verwent ons met zulke strakke grooves, dat we elke andere band die we ooit nog zullen horen langs deze meetlat zullen leggen. Hierboven ligt de volaire stem van Yasmeen, die op lichte muziek zware onderwerpen behandelt naar Zuid-Amerikaanse traditie, legt ze uit. De bossa nova die wordt ingezet is vlijmscherp en ontkent elk liftmuziekimago dat ooit aan het genre is opgehangen. Yasmeen lijkt niet alleen te zingen met haar stem, maar met haar hele lichaam. Van zang tot gitaar tot bas tot drums, alle vier bezitten ze een volwassenheid in hun spel die niet te veinzen valt. De gitarist neemt het applaus na zijn solo in met een luttele wenkbrauwwiebel, de basgitaar boetseert noot na noot onberispelijk, de drummer is een wandelende interne metronoom met soms wat externe verlegenheid. En dan de stem van Jessy Yasmeen erbij - we mogen het universum danken op onze blote knietjes dat dit viertal elkaar gevonden heeft. (YvdR)

Cardigan Inn

Hun bandnaam is geen bestaande herberg uit Wales maar komt uit een namengenerator. De muziek van Cardigan Inn is echter allerminst willekeurig, maar gerichte en strakke new wave met de energie van post-punk. Ze wisselen die af met pure post-punk en vleugjes rock. De leadzang van Pablo Nollet druipt van de Weltschmerz. De teksten leiden ons langs de weg van melancholie en pijn. Qua presentatie heeft iedereen een overhemd aan, de leadzanger is zelfs helemaal in pak, maar drummer Igor Jongenelis zit comfortabel in zijn t-shirt.

Hun dynamische podiumbezetting is opvallend, met veel wisselingen van rol en instrument. Joe Pilmeijer begint bijvoorbeeld op de synthesizer, maar pakt er dan zijn gitaar bij, want hij blijkt eigenlijk zanger/gitarist. De gitaarloopjes van Sidney Francis leiden de band, maar daarnaast speelt hij ook tamboerijn, en is Pablo invaller op de synth en gitaar. Twee van hun nummers zijn in Leiden opgenomen, zo horen we van hem. Hopelijk komen ze hier terug, want dit vijftal klimt snel richting de top van twee genres. (RvN)

Gespuys (Nobel-reprise)

ISAÏ, de oorspronkelijke voorlaatste act van het eindfeest in de Nobel, is helaas door ziekte geveld, maar Gespuys springt na een noodtelefoontje dapper in de bres. Deze Dufters zijn beslist niet duf, en de eerste impressie is een minimalistische versie van synthpop duo KUZKO in moerstaal. Het tweetal straalt een nonchalance uit die contrasteert met de nervositeit van de muziek (spazzatura?), en het publiek moet in den beginne nog even aftasten voordat hun energieniveau matcht bij die van de act. De mannelijke helft grijpt al gauw naar een gitaar voor een wat grungy geluid, de lyrics blijven een spervuur voor verwerking in je frontaalkwab.

Soms mogen dame en heer om beurten wat zingen, dan is er weer een yes voor techno toetsen terwijl de zangeres een dronende monoloog houdt. Het publiek lijkt nu inmiddels uit zijn schulp gekropen en gaat er vol voor. Er is ook plaats voor een stukje jeugdsentiment met het nummer 'Playstation 2', uit de tijd dat die consoles nog wel spellen hadden. Bij een track over prominente patsertjes adopteren de toeschouwers die zich aangesproken voelen het meteen als geuzenlied en dansen het hardst mee van allen. Kortom, Gespuys zet de kracht in invalkracht. (BK)

BUG

Bij BUG heeft iedereen zijn eigen stijl. Qua kleding dan, want muzikaal is het één geheel. De dj heeft een zwart piratenshirt aan. De danseres draagt een wit rokje, lange witgeblokte sokken en soms een t-shirt. Zanger BUG komt op in een zwarte pantalon en wit overhemd, dat al gauw uit gaat. (De gitarist is gewoon in jeans en shirt).

Tijdens de show (want dat is het) komt BUG voorbij in een Yetipak, met een rode mijnwerkerslamp op een bandana en aan het einde van de set draagt hij een berenwolvenhondenmasker. Het optreden is een halve dans, inclusief zwaaien met een lange zwarte staart. BUG en de superlenige danseres bewegen vaak apart van elkaar, maar liggen soms half op elkaar terwijl hij zijn nederlyrics vol woede en verwarring spit. De songtitels van hun set zijn veelzeggend: ‘FUCKFACEFACEFUCK’, ‘Probleem’, ‘GODVERDOMME’ en ‘LABRAT’.

Oké, spannende visuals dus, maar hoe klinkt BUG nou? Als postpunk-The Prodigy met rapteksten, als Die Antwoord of de half-elektronische versie van de punkband Ploegendienst. Fans van Keenan Mundane moeten dit zeker proberen. De goedbezochte afterparty (de Kleine Zaal is half- tot driekwart gevuld) lust het insect rauw en wordt een dampende, dansende menigte. Kortom, wie van visuals, vette beats en goede gitaren houdt, kiest ook voor BUG. (RvN)