Er zijn weinig bands die de energie van een rockshow moeiteloos weten te combineren met het introspectieve van singer-songwriter ballads. Toch is Subterranean Street Society zo’n band: een groep muzikanten die midden in de pandemie een nieuwe creatieve weg insloeg en een album maakte dat voelt als een frisse start.

Deze formatie, geleid door de Deense frontman Louis Puggaard-Müller, bestaat sinds 2019 in zijn huidige samenstelling, met Ivo op bas en gitaar en Joost op drums en synth. Het begon ooit als een soloproject van Louis, maar groeide al snel uit tot een band. Met hun nieuwste album, ‘Bleep’, voelt het écht als een collectief aan. Dat terwijl hun herkomst heel verschillend is: naast Denemarken komen Apeldoorn (Ivo), Utrecht (daar is hun oefenruimte) en Amsterdam (hun thuisstad) voorbij.

In dit interview vertellen de bandleden over het voor hen unieke maakproces, hun fascinatie voor maatschappelijke thema’s en de manier waarop ze live pure podiumenergie weten te creëren.

Enkele seconden na het begin van het gesprek vertellen Ivo en Joost dat Louis verantwoordelijk is voor het schrijven van erg lange teksten. Ze geven aan dat ze dan af en toe netjes aangeven dat sommige woorden wel weggelaten kunnen worden.  Hoe is jullie manier van schrijven veranderd tijdens het maken van dit nieuwste album, ‘Bleep’?

Louis Puggaard-Müller: Ik vind het best lastig om teksten korter te maken, dat is ook de kunst van het schrijven. Als ik alleen zit, dan schrijf ik soms vier coupletten. Als we dan met elkaar in de studio zitten, zeggen ze dat we er aan twee genoeg hebben. De structuur wordt daardoor heel anders.

Ivo Johan Schot: We wilden dit album ook op een hele andere manier schrijven. Andere albums zijn ons, naar mijn beleving, tot op zekere hoogte ‘overkomen’. Dit keer gingen we echt met elkaar om de tafel zitten en praten over wat we nu eigenlijk wilden doen en hoe we dat wilden doen. Die gelegenheid hadden we nog niet eerder gehad. Wat als we eerst de muziek maakten en dan daar de tekst in proberen te passen? Krijgen we dan een wezenlijk ander resultaat dan voorheen?

Joost Koevoets: We gingen gewoon liedjes schrijven. ‘We zien wel wat er gebeurt’, dachten we.

Louis: Ik had trouwens ook helemaal geen andere liedjes meer. Alles wat ik geschreven had, was op.

Joost: Terwijl bij de vorige albums de nummers gewoon geschreven en wel klaar lagen.

Jullie geven aan dat dit het eerste album is dat jullie écht met z’n drieën hebben geschreven. Waar is dit aan te herkennen tijdens het luisteren?
Ivo: Het leidde niet per se tot een beter of slechter resultaat. Het waren gewoon andere resultaten. Je proces is altijd van invloed op het uiteindelijke resultaat en nu hebben we dat proces omgedraaid. Dat maakt het project veel meer band driven.

Louis: Je kunt nu minder makkelijk het ‘liedje’ eruit halen. Het is nog steeds een liedje, maar er is nu zo veel omheen gebouwd.

Ivo: ‘Sunshine Island’ is een goed voorbeeld van hoe een nummer helemaal integraal geschreven kan zijn en pas daarna gearrangeerd is. Als je dat nummer opzet, hoor je dat. Dit is een liedje, denk je dan.

Joost: Ja, als je mij en Ivo weghaalt, blijft dat nummer prima overeind staan. Maar de andere nummers leunen juist heel erg op de performance van ons drieën.

We gingen gewoon liedjes schrijven.

Joost Koevoets

Joost Koevoets

Instrumentale urgentie

Je zou deze nummers kunnen omschrijven als maatschappijkritisch. Was dit een bewuste keuze, of kwam het voort uit het gezamenlijke schrijfproces? Hoe is dit uiteindelijk de rode draad van het album geworden?

Ivo: Er was een periode van drie maanden waarin ik had vrij genomen omdat mijn vriendin zwanger was en mijn zoontje geboren zou worden. We hadden toen wel enorm veel geschreven. Daarna zijn we terug naar de studio gegaan en hebben we het materiaal verder uitgewerkt. Toen kwam er een liedje. En dat liedje ging heel erg over de maatschappij. Voor mijn gevoel was dat nummer, title track ‘Bleep’, de gateway. We wisten daardoor heel goed waar we heen wilden en wat het moest worden. Het lukte daarna ook veel beter om de rest van de liedjes af te maken.

Louis: Bij ‘Society Is a Cult’ was het bijvoorbeeld heel leuk om de grenzen op te zoeken van wat we kunnen zeggen. Dat maakte het interessant voor ons. Het liedje vraagt zingend om andermans meningen.

Ivo: Het gaat ook heel erg over buiten het paradigma te durven kijken, dus door te zeggen dat de maatschappij een cult is en te erkennen dat het sektarische elementen heeft.

Joost: Daar slaat de titel dan ook weer op. Bleep is natuurlijk het geluid van de censuur. Wat mag je wel of niet zeggen? Wij willen met dit album beide kanten van het debat laten horen.

Er zijn ook ondertonen van urgentie te herkennen in de muziek. Waar komt dit vandaan?

Ivo: We wilden vooral gewoon snel een album maken om weer te kunnen spelen. In de industrie heb je een album nodig om te kunnen touren.

Louis: Deadlines helpen mij ook om iets af te maken. Het werd uiteindelijk ook een beetje een test voor mezelf. Als ik twee dagen heb, wat schrijf ik dan? Is het nog steeds iets goeds?

Ivo: We hadden bijvoorbeeld nog maar acht nummers af en drie daarvan waren schetsen. Die deadline hielp ons om alles tijdig af te maken.

Daarnaast wordt het geluid gekenmerkt door het gebruik van een Tascam 388, legendarische analoge opname-apparatuur. Ooit vlogen deze apparaten over de toonbank voor omgerekend meer dan 3000 euro, maar Ivo wist er eentje voor een fractie van die prijs te bemachtigen. Waarom speelde dit apparatuur zon instrumentale rol in het maakproces?

Joost: Het zorgt ervoor dat je erg procesmatig bezig bent. Je wordt namelijk gedwongen om vrij vroeg in het opnameproces keuzes te maken. Je kunt bijvoorbeeld geen veertig opnames maken, omdat er maar ruimte is voor zes of zeven opnames.

Louis: Dit was heel goed voor ons proces, omdat we ons nu goed konden focussen op hoe we klonken.

Ivo: Op alle levels zat er urgentie in dit project.

Als ik twee dagen heb, wat schrijf ik dan?

Louis Puggaard-Müller

Louis Puggaard-Müller

Gas geven en gaan

De band geeft aan dat ‘Bleep’ de eerste plaat was die zij heel bewust konden vormgeven. Welke impact heeft dit gehad op jullie liveshows?

Louis: Het grootste verschil is dat er nu meer een vonk overslaat. De afgelopen jaren waren we ander soort muzikanten; wat alternatiever en rustiger. Als we nu met de band spelen, hebben we dat veel minder. Over het algemeen zijn we nu echt wel meer een rockband.

Ivo: Dat komt voornamelijk ook doordat we vaak in het buitenland, in cafés of op de Zwarte Cross worden geplaatst. Daardoor staan we ook wel een beetje bekend om gas geven.

Joost: Dit heeft er ook mee te maken dat wij vaak op beginnende festivalslots worden geboekt. Dat kan een hele goede showcase zijn, omdat mensen dan nog openstaan voor het ontdekken van nieuwe muziek. Dan moet je ze ook wel meteen kunnen grijpen en dat werkt het beste als je dan lekker gaat knallen.

Het is dan de vraag of een set van drie kwartier genoeg is om jullie muziek voldoende te introduceren aan het publiek. Hoe kijken jullie hier zelf naar?

Ivo: Ik heb niet het idee dat we moeten inboeten op onszelf zijn. Ons repertoire is sowieso representatief voor wie we zijn.

Joost: Volgens mij gaat het ook over omgaan met limitaties. Daar zijn we de afgelopen jaren wel steeds beter in geworden. Zo weet je bijvoorbeeld hoe laat je ergens moet spelen. Als je ergens staat om tien uur ’s avonds, speel je daar anders op in dan een optreden om zes uur ’s ochtends. De context is bepalend.

Daardoor staan we ook wel een beetje bekend om gas geven.

Ivo Johan Schot

Ivo Johan Schot

Wegens succes verlengd

Deze herfst gaan jullie op een reprise-tour na het succes van de voorjaarsoptredens. Wat kunnen de mensen van jullie verwachten?

Ivo: De set is langer en er wordt meer gespeeld van de plaat zelf. Met je eigen show kun je een langere boog maken dan op een festival, waardoor er allerlei elementen bij kunnen komen. Ook kunnen we nu de set bijvoorbeeld heel klein maken als we dat willen.

Joost: Clubtours zijn voor mij echt andere koek. Ik ben er elk stukje, elke noot en elk moment bij. Bij die hele boog ben ik gefocust.

Louis: We hebben hier onze eigen geluidsman, haha.

Op vrijdag 1 november staat altrockband Subterranean Street Society in de Nobel in Leiden. Tickets zijn nu verkrijgbaar. 3voor12 Leiden is er dan ook bij, rond 3 november komt het verslag online.

Dank aan Reinier van Olderen van 3voor12 Utrecht voor het bijspringen bij de fotografie.