Alien Ant Farm is een band waar je makkelijk een verkeerd beeld bij kan krijgen: hun populairste nummer is een cover en hun meest gestreamde liedjes zijn atypisch vrolijk, waardoor het voorluisteren een verrassing werd. Na meer dan een decennium is op de nieuwe plaat de act in reine gekomen met zichzelf en gooit er in '~mAntras~' lekker alles in wat ze zelf leuk vinden. Ze komen op met een mariachi intromuziekje, doen een een-tweetje van oude hits 'Courage' en 'Wish' om dat ook maar gedaan te hebben en leggen de focus op de tien procent van de toeschouwers vooraan die de volle honderd geven. Iedereen wil frontman Dryden de vuist schudden en ze gaan haast stralen tijdens de punky zang van 'Flesh And Bone'.
Na een gitaarswitch volgt er een track die no-nonsense nu-metal afwisselt met rafelige reggae tempo's, een gewaagde keuze die wat lauw ontvangen wordt, maar voor neofielen zoals ik fascinerend is. De gemoederen worden gesust met megahit 'Movies', en Mitchell springt het publiek in in een vrolijk janboel van pogo's en pijnlijk vertrapte tenen. Er is een korte wellness check en we gaan over van films naar videoclips terwijl de zanger oreert en memoreert over een tijd waarin MTV nog daadwerkelijk muziek uitzond, en geeft dan ruiterlijk toe dat de clip die bij het aankomende nummer 'These Days' hoort een beetje een flater was (de track zelf echter niet).
Het devies is doorgaan en wat volgt is een lekker gevarieerd juweeltje die de ant in anthem zet, en een dame scoort een drumstokje die ze de rest van het concert in haar handen houdt. We alterneren tussen uitbunding en ingetogen, met teksten die makkelijk te (leren) scanderen zijn. De drummer blijkt ook jarig te zijn en krijgt een heuse taart op het podium onder begeleiding van onsamenhangende verjaardagsliederen uit het publiek. Een laatste poging tot 'Ei ei ei' wordt overstemd door een vers ingezet nummer, en we ontsnappen niet aan stukje confronterende zelfreflectie als inleiding op het nummer 'Storm's Over', waarbij de backing vocals (die een beetje schandalig achter op het podium is geplaatst) een tamboerijn trekt. De titel verwijst naar de bezinning en kalmte die volgen als je leven op orde hebt na het afzweren van drank en drugs en dat soort zaken (á la Augustinus wil ik nog even wachten met van zonde gered worden).
Dryden Mitchell heeft inmiddels genoeg rondjes gerend om een geul in het podium te slijten, en na een paar als filler aanvoelende liedjes is het tijd voor de geregisseerde encore waarbij niemand gelooft dat de band naar huis zal gaan zonder de cover van 'Smooth Criminal' uit te voeren. De uitvoering is niet superglad, maar er is wel een mooie mosh waarbij een bezoeker, hilarisch overvallen door de plotselinge escalatie, zijn bier aan de vloer moet afstaan. Uitgepit en uitgeput gaan we richting de uitgang, verlangend naar een tijd waarin je vroeg uit je nest moest voor school in plaats van voor de baas.