Als afsluiter heb je de mannen van Peter Pan Speedrock. Al vrij snel blijkt dat zij hun naam nog steeds eer doen. Deze bedenkers van de term speedrock, die al sinds de nineties bezig zijn, spelen op een rap tempo hardrock met lekkere gitaarriffs, aanstekelijke teksten en heavy breakdowns.
Peter Pan Speedrock is natuurlijk niet weg te denken zonder hun legendarische mascotte: Dikke Dennis. Met veel gejuich komt hij het podium op met een biertje in de hand. Zijn broek hangt gevaarlijk laag, maar met succes weet hij het publiek op te hypen en doopt Leiden om tot “LEIJE ROCKCITY”.
Vanaf het eerste nummer zit de stemming er al goed in en allereerste volledige moshpit vormt zich in het midden van de zaal. Bij ‘Resurrection’ zijn de meesten al niet meer te stoppen. De mensen die zich eerder koest hielden, rammen nu met vol enthousiasme op elkaar in. Waarschijnlijk wilde ze hun energie besparen voor de band uit Eindhoven. Niet alleen de band, maar ook het publiek gaat immers al wat langer mee. Hier is tijdens het concert niets van te merken. Het tempo blijft goed hoog onder leiding van drummer Bart Nederhand, die er hevig op los beukt. Je zou bijna medelijden krijgen met zijn drumstel.
Af en toe grappen de bandleden tussendoor met elkaar maar ook met de mensen in publiek. “Het mag wel wat harder allemaal of niet?” vraagt zanger en gitarist Peter van Elderen zich af, waarop de mensen voor hem dolenthousiast beginnen te joelen. Ook zoekt Dolle Dennis af en toe grappend ruzie met de bandleden om vervolgens weer achter de schermen te verdwijnen. Waarschijnlijk om weer een nieuw biertje te pakken, om zichzelf een bierdouche te geven of om de fles weg te koppen. Onder luid gejuich van de zaal natuurlijk.
Naast veel bier drinken en de microfoon deepthroaten, zingt Dikke Dennis ook mee met een aantal nummers. De bekendste hiervan is de Schoppenaas, een Nederlandse versie van de hit Ace of Space van Motörhead. “Eeuwig leven wil ik niet” schreeuwt hij door de zaal en daar is eigenlijk alles al mee gezegd.
Peter en bassist Bart Geevers bombarderen de Grote Zaal van de Nobel met de ene riff na de andere. Veel verassingen brengt deze band niet met zich mee, maar de catchy gitaarriffs van ‘Go Satan Go’ en de vunzige teksten van ‘Megasdetitas’ blijft de energie de rest van de avond goed in zitten. Zo goed zelfs dat er een paar dappere helden het op het einde nog wagen om te crowdsurfen.