Alles is vergankelijk, zo blijkt wel uit het feit dat Dranklokaal de WW er na ruim veertig jaar mee gaat stoppen. Hiermee verdwijnt een sfeervolle locatie dat vaak een podium bood aan minder bekende bandjes. Maar voordat de deuren definitief sluiten, kunnen we nog één keer langs voor een toost, een terugblik en om wat cultuur te snuiven en te luisteren bij het Onkruid Festival.

Het is een zonnige Bevrijdingsdag. Een stoepkrijttekening wijst de bezoeker de steeg in waar het café ligt. In de schaduw van de gebouwen ligt een vol terras, waarop ouders even uitrusten terwijl de kinderen binnen de eerste stappen in hun carrière als kunstenaar zetten. Kleien, collages maken, dichten, klooien met ecoline, voor iedere knutselaar is er wat wils. DJ Miss World draait op de achtergrond beats van heinde en verre. 

Op de dichtmuur staan schrijfsels variërend van een gedicht van de hand van Leidse uomo universalis Rik van Boeckel tot een vunzige limerick. Ook is er kunstenaarscollab gaande van Pani & Martin, die vol concentratie schilderpracht voor een latere expositie uitwerken. Na een stukje sfeer en een paar biertjes te hebben genoten, skippen we door naar het avondprogramma. 

Cenk & Misantroop

Gitaristen springen in de bres

Het avondprogramma is omgegooid, want door het uitvallen van Choco Stonerdisco staan er nu twee verschillende singer-songwriters met gitaar op het podium. Cenk is de eerste invaller. Z'n zang is gepassioneerd, of het nu in moerstaal (Turks?) of in het Engels is. Bij het laatste liedje gooit ie er nog een stukje scat in, wat retestrak ondanks de kermende kracht die hij in zijn stem zet. Het had niet verwacht om deze avond op het podium te staan, vertelt hij, maar het optreden klonk alsof hij het tot in de puntjes had ingestudeerd. 

Cenk wisselt om met Misantroop, die een set akoestische punk met cynische doch treffende teksten ten gehore brengt (wat verwacht je ook met zo'n naam?). Een lekker rommelig deuntje over anarchisme en een stukje folk over het falen van de American Dream volgen elkaar op, waarna de artiest zijn excuses maakt voor het feit dat het daaropvolgende nummer nogal politiek is (alsof het publiek dat niet als zoete koek slikt).

Wat volgt is een wat ongepolijst en agerend lied over vluchtelingen die teruggestuurd worden naar het land dat ze ternauwernood zijn ontsnapt. Het einde van de set is luchtig: een hypersnelle track en een satirische song over sociale angst waar je na je dertigste nog last van kan hebben. Het is niet helemaal duidelijk hoe autobiografisch het nummer is, maar voor de zekerheid kudos dat ie op het podium durft te staan. 

Phoenix Rivers

Een splitsing van stromen

Het is niet alleen een afscheid van De WW voor Phoenix Rivers, maar ook een scheiden van wegen met bassist Sam van Tienhoven na vier jaar trouwe dienst. Na een wat bedrukte opener is het volgende lied 'The Future' een warme deken, die de ruimte vult met gitaarlaagje op gitaarlaagje. Qua toon en zeker met dank aan de stem van de zanger geeft de band een Dylan-vibe die terug blijft keer tijdens de meer folky deuntjes.

'Inbetween' is echt een ideaal nummer voor een lange autorit door een verlaten landschap, en 'Parties' is dan weer een lied waarbij je verlangt naar een tijd dat iedereen partnerdans met de paplepel ingegoten kreeg. Voor een zondagaaf krijgen ze de zaal goed aan het dansen met het relatief heftige 'Up, Up and Away', en albumtiteltrack 'Far Stranger Near Future' is even dwalend en zichzelf opnieuw uitvindend als haar onderwerp, de zoektocht naar wat je met jezelf aan moet. De basversterker lijkt het op een bepaald punt te begeven, maar is nog voor het staartje van de set. Sam wordt uitgezwaaid met een daverend applaus. 

Die Humännoids

Oertijd met elektriciteit

Die Humännoids is een verse Leidse act, bestaande uit drie dudes waarbij één op een elektronisch drumstel zit en de twee anderen achter de DJ-knoppen staan. De discoverlichting gaat al aan en de cafégangers zijn al aan het dansen op gestreamde hits terwijl de soundcheck tot in de puntjes wordt verfijnd. Dan worden de stamgasten getrakteerd op een stukje tribal dance. Junglegeluiden met een daverende drum eronder lokken de mensen die nog buiten staan te drinken als prooi naar binnen.

De groove is gevonden en de primitieve stamgasten slaan op hol als een holenmens. Rillende ritmes doen de haren in je nek rijzen en je lichaam door de knieën zakken. Het gevaar bij dance is dat de nummers soms te lang hetzelfde blijven, maar de menswezens van Die Humännoids weten genoeg variatie in te brengen om de verveling niet in te doen laten treden. Zelfs diegene die op een barkruk blijven zitten wiegen mee op de tribal tempo's.

We gaan van vuistpompende frequenties naar een rem op de bpm, en van ongetemde tamtams naar ruis die tegen de techno aanschuurt. Het volk zit zo op elkaar geperst dat er bijna geen ruimte is om met een notitieblokje op te schrijven wat er allemaal plaatsvindt, dus rest eigenlijk alleen nog te zeggen dat de vrijwilligers en vrienden van De WW er een weemoedig maar waardig afscheid van hebben gemaakt deze avond.