Een vreemde Ente in de bijt betreedt het podium van de Kleine Zaal: wat moet een man in pak en met een spiegelende zonnebril bij een punkband? Deze presentator plaagt met een vet Duits accent Ācīd Rēflūx-zanger/gitarist Rikkert met een Axl Rose-vergelijking; hij lijkt verdacht veel op frontman Rik van Medgar.
Ācīd Rēflūx heeft een nieuwe drummer (“Hoi, ik ben Jesse en ik ram op dingen”) die gelijk goed hun nummers blijkt te beheersen. Er zijn nog wat kleine communicatiestoringen met bassist Puck en met Rikkert, maar dat komt vanzelf goed. Puck plaagt hem gelijk: “Gaan we aftikken, voor het echie? Hè? Hè?”
‘That’s What She Said’ is het scharnierpunt in hun set; vanaf dan zijn de drie helemaal los; bassist en gitarist spelen borst aan borst, Puck bast wijdbeens en alle drie headbangen ze mee met de nummers. Dat warmt het publiek goed op. Rikkert valt opeens om, alsof hij een penalty wil, maar speelt gewoon door. Bij slotnummer ‘Poopoo Peepee’ verschijnen drie bandleden van Headfirst als achtergrondkoor op het podium; Sjoerd, Bo en Gina staan in de rij op lengte, als de Daltons.