Het festival wordt geopend met Into the Rave, een audiovisueel spektakel van kunstenaarscollectief Arsyn. Het blijkt een act naar wiens hoofden je alleen maar kan gissen - de projectie achter hen geeft ons een silhouet van een hoofdboppend kwartet. We krijgen ritmische soundscapes voorgeschoteld die in hun vloeiende glooiing en harde geometrie mooi overeenkomen met wat we op het scherm steeds verder zien openbaren, als ware het een kijkdoos waar we langzaamaan onderdeel van worden. Wanneer de muziek in een volgende versnelling gaat, komt er lichte beweging in de zaal, maar toch blijven de klanken meer sferisch in plaats van dansbaar. Vooral de bas is erg aanwezig, zodanig dat je je broek om je benen voelt vibreren en de beugel uit je bh trilt. Wanneer de allesverbloemende bas even weggedraaid wordt, voel je je bijna fysiek opgelucht. Daarbij is het fijn even de rest van de muziek te kunnen horen; zo horen we nu bijvoorbeeld de theremin die we rechtsachter bespeeld zien worden.
Ook al lengen de dagen voelbaar, toch blijft de nacht ons roepen. Vooral deze zaterdagnacht: de eerste editie van elektronisch festival Nocturne in de Nobel sleept ons, soms lieflijk, soms met grof geweld, mee de donkere uurtjes in, met alleen de volle maan als getuige.
Into the Rave
Luka
In de grote zaal kunnen we even bijkomen en onze kleding weer goed trekken bij Luka, ofwel Lisa Lukaszczyk en Joost Wesseling. Lisa verzorgt vocalen, toetsen én gitaar, Joost neemt percussie, al dan niet elektrisch, toetsen en achtergrondzang voor zijn rekening. Ook al zijn ze met zijn tweeën, qua geluid is dat niet te merken.
De stem van Lisa dwarrelt als een veertje door de ruimte, klinkt als een nachtegaal die ons vertelt dat het donkere bos niet zo eng is als het lijkt. Soms echoot hij nog na, alsof hij ons wil vragen waar we blijven. Zo vouwen de kleine liedjes zich steeds verder uit, met meer geluid, intensere drums en zwaarlijvige lagen. Lisa blijft immer als zilveren randje ons vervoeren langs de duistere wolken, kleurt met haar stem bijna contrasterend pastel tegenover dikke klodders donker pigment. Joost drumt bevlogen en multitaskt er ondertussen op los. Het licht springt mee in dezelfde intensiteit.
"Volgens mij zijn we hier echt met zijn allen, nu," zegt Lisa. Ze suggereert dat we elkaar allemaal even moeten knijpen, gewoon om te kijken of we niet dromen. Uit alle hoeken van de zaal klinkt een al dan niet geacteerd "au!". Het volgende nummer gaat over de schemering, vertelt Lisa - een nummer dat een goede representatie is voor Luka deze avond. Zachtjes glijden we de nacht in, dromerig, maar nog niet helemaal in dromenland.
Kiwi Club
Verder de nacht in, komen we Kiwi Club tegen in de kleine zaal. Giel Borsboom verzorgt de beats en wordt bijgestaan door gitarist Chris Tieken. Een opvallende combinatie, waarin de gitaar gelukkig niet ondersneeuwt. Vanuit de schemering zijn we overgegaan naar een zomeravond: stel je even voor dat Daft Punk een eigen strandtent zou hebben - dat is een basale schets van Kiwi Club. Ook al wordt Kiwi Club niet bijgestaan door beeldmateriaal, behalve de verlichte panelen aan weerszijden en pulserende led-strootjes bij het plafond, toch zie je het laatste restje zon aan de horizon verdwijnen. Het wordt vloed in de kleine zaal, die steeds voller stroomt met enthousiast publiek. Voor de silhouetten van Giel en Chris zie je ook die van ritmische handen, al dan niet met een drankje vast. Je gelooft bijna niet dat de nacht nog steeds niet officieel "nacht" is, dat ze zich schuilhoudt in de cocon die men "avond" noemt.
Coloray
Coloray, vandaag tweekoppig in de Grote Zaal, brengt ons genre-overstijgende dance, ondersteund door korrelige visuals in hoge saturatie die zo van een verregende VHS konden komen. De live-set begint als een kind van jaren '80 new wave, met langgerekte vocalen en repeterende, pulserende beats. Naarmate het uur zal vorderen - een bijna onopgemerkte verstrijking van tijd - komen we steeds meer in de jaren '90 terecht, bij een sfeer als die van bijvoorbeeld Underworld. Vooral het parlando in de zang en het constant dansbare gedreun helpen hieraan mee. Soms is de zang dusdanig opzwepend, dat het bijna voelt alsof we soms aangesproken worden door onze cultleider. Prima; we laten ons graag nog verder mee die nacht in trekken. Het korrelige beeld wordt helderder: de rood-zwarte visuals van langsflitsende flats zijn fascinerende kost voor de ogen. De Public service announcement die volgt, in beeld en geluid, is onverstaanbaar, maar houdt ons alsnog in zijn greep. De set eindigt uiteindelijk in een aangezwengeld hoger bpm met erover een typisch snerpend happy hardcore stemmetje - ook deze kant van de jaren '90 laat ons niet onberoerd. Als Coloray ons vertelt te dansen, vragen wij hoe hard.
The Hill Station
De deuren van de kleine zaal kunnen met geen mogelijkheid meer dicht wanneer The Hill Station zijn set begint. Het Leidse duo, bestaande uit Ronnie Verton en Rutger Brouwer, maakt gebruik van allerlei instrumenten, schommelend tussen synthesizers en zang. Het resultaat blijkt een dynamische set te zijn met een constante doorloop van opzwepende ear candy. Dat de muziek voor veel publiek toegankelijk is, blijkt uit de steeds verder uitpuilende zaal - door menig luisteraar wordt besloten dan maar te dansen op de gang. "Onnederlands", wordt in oren geroepen.
Weval
Terug in de grote zaal vinden we in een verlichte mistwolk een Amsterdams duo bestaande uit Harm Coolen en Merijn Scholte Albers. Hun set bestaat volledig uit coherent opgebouwde beats die nooit stil vallen. De zang, live ingezongen, zweeft boven de steeds verder dichtgekitte beat en dijt soms uit in akkoorden. Het is onmogelijk om stil te blijven staan. Ongekend lekker is de drop in 'Unstoppable', die de hele zaal op zijn grondvesten laat trillen. De vlinder van de nacht ontpopt zich compleet - en die nacht is gelukkig nog jong.
De nacht vervolgt...
Dat de nacht nog jong is, blijkt maar bij acts Ramses Boomboom (zie foto's), Hannes Bieger en Bastienne. Wederom barst de kleine zaal uit zijn voegen bij Ramses Boomboom. Zij lanceren ons definitief de nacht in - Hannes Bieger, vervanger van zieke Colin Benders, neemt dat stokje maar al te gretig over en geeft de grote zaal de allure van Biegers welbekende Berlijnse proporties. Bastienne geeft ons terug aan de nacht, we leveren ons dansend over aan de volle maan, waarna ons vooral de vraag rest: is de nacht dan weer echt eindelijk van Leiden? Eén kleine stap in de Nobel, dat kan weleens een grote voor het nachtleven van onze stad zijn.