Het concert is in de kleine zaal, opvallend voor zo’n grote artiest als Alain Johannes. Vanuit de zaal gezien staan links op het podium vier bassen in een standaard, en centraal zien we een rek met vijf gitaren, dat is veelbelovend. Fans staan al voor het begin van Iron Jinn vooraan bij het podium. Iron Jinn komt op en verrast: deze viermansformatie telt tijdens deze tour vijf leden - ook toetsenist Jarno van Es staat er. Drummer Bob Hogenelst speelt als ex-lid van Birth of Joy een halve thuiswedstrijd. Frontman Wout Kemkens kijkt met open blik de zaal in, gitarist Oeds Beydals heeft een prachtige lange baard als van de concurrerende producer Rick Rubin. De vijf beginnen niet meteen met spelen, maar we horen achtergrondmuziek met vervreemdende, experimentele klanken. De rookmachine draait maximaal. Lampen flikkeren in de mist, de muzikanten worden schimmen op het podium. Er staan vier mijnwerkerslampen die al pulserend zwak en fel licht afwisselen, als een vuurtoren. Soms is het helemaal donker, of brandt er slechts één mijnlamp. Daarnaast hangen er twee grote tl-bakken boven het podium, die af en toe stroboscopisch flikkeren.
Iron Jinn speelt slechts vijf songs, maar die duren dan ook gemiddeld tien minuten. Hun nummers karakteriseren zich door een superdiepe bas die de botten in je hele lijf flink laat resoneren, distorted gitaarriffs met een schep shoegaze en een wat ijle zang. Een aantal keer speelt de band minutenlang aanhoudende thema’s, waarbinnen bijvoorbeeld de drum en de gitaar dan eigen solo’s hebben. Iron Jinn speelt bijna steeds met bewust ingehouden energie, maar als die vrijgelaten wordt, nodigt de trage, diepe bas uit tot headbangen. Dat doen bassist Gerben Bielderman en toetsenist Jarno dan ook synchroon. Bij lange Joe Satriani-achtige gitaarsolo’s kun je dan weer lekker weemoedig wegdromen. Hun muziek kan soms naar binnen gekeerd lijken, maar kwam bij iedereen snoeihard binnen.