Afgelopen donderdag was het weer tijd voor een Nobel Discover, waar het Leidse publiek kennis kan maken met indie-artiesten. Dit keer staan Meis en De Toegift op het programma. Hoewel de artiesten misschien in een eerste indruk veel overeenkomsten hebben, werd de avond getekend door contrasten. De kleine zaal van Gebr. de Nobel was niet uitverkocht, maar dit gaf juist ruimte aan de intieme sferen die de artiesten wisten neer te zetten.

De avond werd ingeluid door Meis, ook wel Aysha de Groot. De aandacht van het publiek wordt meteen gegrepen door een merkwaardige toevoeging aan haar bezetting: afgezien van een drummer en een pianist staat er ook een lange stalen paal. Ze noemt de paal tevens: ”haar grote vriend”. Meis begint tijdens een van de vele muzikale bridges te paaldansen met enorme plateauhakken aan, wat bijdraagt aan de al aanwezige intimiteit. In haar liedjes is te horen hoe ongelooflijk fragiel Meis zich eigenlijk opstelt tijdens een optreden. Ze zingt over liefde, maar ook over angst, trauma en ziekte. Midden in haar set speelt Meis bijvoorbeeld haar nieuwste single: ‘Zonder’. Ondersteund door elektronisch klinkende drums en keys zingt ze over haar ervaringen toen ze voor een maagverwijdering in het ziekenhuis lag.

Meis weet haar kwetsbaarheid op het oog te verbergen onder een ruige look, wat een mooi contrast met zich meebrengt. In de muziek uit dit contrast zich in het afwisselen van haar fragiele kopstem en haar ruigere borststem, zo ook in het liedje: ‘Waar’. Met een harde gitaar op de achtergrond slaat Meis in de bridge alle kwetsbaarheid van zich af. Op het podium lijkt Meis op deze manieren te overcompenseren voor hoe rauw haar nummers zijn.

De set eindigt met een solo gespeeld gloednieuw liedje. In een volledig eigen stijl, gekenmerkt door eerlijke teksten, betovert Meis het publiek met een verhaal over ouder worden en het daarmee verder weg komen te staan van je ouders.

De ster van de avond is echter toch wel de tweede act: De Toegift. De band komt oplopen in een aantal merkwaardige dierenshirts, waaronder shirts met puppy’s. Beginnend met een poëzie-achtig verhaaltje weet de Zeeuwse band vanaf het eerste woord een muisstil publiek te produceren. Karakteristiek voor de groep is het vuurtorentje dat op de elektrische piano staat gedurende de set. Tevens is het de eerste show met hun vaste nieuwe drummer August. Hier kun je echter niets van merken, het gaat vlekkeloos. Met een extra man in hun band weten ze hun samenzang te versterken. Het publiek wordt tijdens het liedje ‘Ze zwaait’ uitgenodigd om mee te zingen en een gevoel van saamhorigheid overspoelt vervolgens de zaal.

Tijdens en tussen de liedjes in zijn er muzikale intermezzo’s in overvloed. Tijdens deze tussenstukken werd er in het begin mondjesmaat gedanst, maar al gauw groeide dit uit tot een swingende zaal. De indiemuziek kenmerkt zich vooral door hun poëtische teksten. In deze show speelde ze vooral veel van hun laatste album, dat gaat over hun thuisprovincie Zeeland.

Het lied dat zich onderscheidt van de rest heet ‘Alles is gemaakt’. Hierbij sprong de voorman van het podium af en begaf hij zich onder het publiek, met een sambabal in zijn hand. Het lied schetst een dystopisch beeld van het leven van nu. Met een bijna expressionistische bridge en maniakaal gelach zet de band een ongemakkelijke sfeer neer. De band kiest er opmerkelijk genoeg voor om tijdens dit specifieke lied de vuurtoren van de piano af te halen. Waarom dit precies gebeurde blijft in het midden.

De ruigheid van Meis was een grappig contrast in vergelijking met de bescheidenheid van De Toegift. Beide acts schuwden de publieksinteractie niet, wat leidde tot de nodige kreten uit de zaal. Op één vals akkoord van De Toegift na wisten de bands het plaatje te schetsen dat zij dit beiden al jaren doen, terwijl dit eigenlijk totaal niet zo is! Beide acts zijn pas sinds enkele jaren actief en weten desondanks al een afdruk achter te laten binnen de Nederlandse indiepop, wat veel goeds belooft voor de komende jaren.