Fluitist, componist en etnomusicoloog Ronald Snijders maakt al decennia vernieuwende muziek, waarbij hij klanken en stijlen uit verschillende culturen samenbrengt. In 2022 ontving hij de Boy Edgarprijs, de belangrijkste prijs op het gebied van jazz en geïmproviseerde muziek in Nederland. Eind deze maand treedt hij op in Leiden, onder de vlag van Hothouse Jazz. Wij gingen bij hem op bezoek en spraken over creativiteit, diversiteit en hoe muziek mensen met elkaar verbindt.

Zijn Delftse woonkamer ademt muziek: tijdens ons gesprek zijn we omringd door instrumenten en naast ons bevindt zich een wand vol albumhoezen van platen en cd’s die Ronald Snijders de afgelopen jaren heeft uitgebracht. Maar liefst zestig albums heeft de 71-jarige muzikant op zijn naam. Al rondkijkend zien we de Boy Edgarprijs staan: een bronzen sculptuur van Jan Wolkers, getiteld ‘John Coltrane’. Hoe was het voor Snijders om deze prijs te winnen? “Een groot moment van erkenning voor wat ik ben en doe,” vertelt hij. “Nederland heeft een grote, actieve jazzscene, het is een ontwikkeld land met heel veel podia, opleidingen en speelmogelijkheden. Als je daarvan de belangrijkste prijs wint, dan is dat niet niks. Ik ben er heel blij mee. Aan de andere kant: ik maak geen muziek omdat het een wedstrijd is. Het is mijn passie.”

Zo’n passie gaat volgens Ronald gepaard met bescheidenheid en met onderzoek. Dingen uitproberen, op zoek naar ‘dat éne’ en dan alles eruit halen, is voor hem een ongoing thing.  “Jazz is voor mij een vervangwoord geworden voor creativiteit. Niet alleen in de muziek, maar ook in andere kunstvormen,” vertelt hij. “Ik zie het breder dan de Amerikaanse jazz met een Afro-Amerikaanse oorsprong. Voor mij en veel anderen is het gewoon muziek waarin creativiteit, vooral improvisatie een belangrijke rol speelt. Het draait om de kracht van het moment. Voor mij is het ook nog belangrijk om de wereldmuziek op een leuke manier te combineren met andere uitingsvormen. Dat is niet nieuw, hoor, dat gebeurde al in de tijd van Mozart.” Hij wijst op een boek dat op de bank ligt, ‘De zwarte Mozart’ getiteld. Een boek over Joseph Bologne, een componist, legerleider en schermspeler uit Guadeloupe. Bologne verbleef enige tijd in Parijs in hetzelfde kasteel als Mozart en had daar een belangrijke invloed op de Oostenrijkse componist. “Hij heeft net zulke mooie werken als Mozart geschreven, maar hij heeft nooit die eer gehad omdat hij zwart was,” legt Snijders uit.

Bruggenbouwer

Achter het vermengen van verschillende muziekstijlen zoals jazz, funk, pop, soul en Surinaamse kaseko, zit niet alleen een muzikale drijfveer. Het hangt samen met een soort missie om mensen van verschillende culturen samen te brengen. “Ik word gezien als een bruggenbouwer en verbind graag culturen met elkaar,” vertelt Ronald. “Van mijn vader Eddy Snijders, die ook een bekend musicus was, heb ik van jongs af aan geleerd om geen onderscheid te maken op basis van mensen hun uiterlijk of geloof, maar ze puur te zien als wezens waarmee je moet proberen te communiceren. Mijn vader had een jeugdorkest waarin allerlei mensen speelden van verschillende leeftijden en verschillende culturele achtergronden. De muziek die we maakten varieerde van ‘The sound of music’ tot Surinaamse deuntjes en zijn eigen composities. Als je die diversiteit van kinds af aan meekrijgt, gaat dat diep in je zitten. Dan zie je ook hoe arm mensen zijn die blijven steken in racisme en proberen dat voor zichzelf goed te praten. Dat is alleen maar onmacht en gebrek aan informatie.”

“Ik ben graag onderdeel in het geheel van noten, akkoorden en ritmes”

Een smakelijk gerecht

Ronald Snijders is vooral bekend als dwarsfluitist, maar op verschillende van zijn albums speelde hij alle instrumenten zelf in. Tijdens het interview wijst hij er een aantal aan op de wand met platenhoezen, onder andere zijn eerste soloalbum ‘Natural sources’, dat uitkwam in 1977. Alles zelf inspelen doet hij nog altijd graag. “Het is eigenlijk een soort koken,” stelt hij. “Als fotograaf bijvoorbeeld, bepaal je alle facetten van een foto die je maakt: het licht, de compositie… ook achteraf als je ze gaat bewerken. Waarom zou je als musicus niet kunnen zeggen: ik neem fluit op, en drums, en gitaar en ik ga dat later met elkaar mengen? Dan heb je ook invloed op alles en uiteindelijk heb je één muziekstuk. Het lijkt een beetje op wanneer je wanneer je kookt. Je gooit het een en ander bij elkaar en dan ontstaat er iets, net als wanneer je een gerecht klaarmaakt. Eigenlijk maak je geen muziek, je voegt de samenstellende delen bij elkaar en dan gaat het op elkaar inwerken.” Op dat moment zijn er natuurkundige wetmatigheden in het spel en daarin ziet Snijders een belangrijke aanwijzing voor kunstenaars: “Muziek wordt gemaakt door de natuur, niet door de kunstenaar. Daarom moeten kunstenaars nooit arrogant zijn. Je bent een soort boodschapper, een voertuig.  Als componist zou ik bijna willen zeggen ‘ik rommel maar wat aan tot het wat wordt’. Je moet beseffen dat je onderdeel bent van een groot geheel waarin je participeert. Dat is een prachtig gevoel;  ik vind het leuk dat ik deel mag zijn in het geheel van noten, akkoorden en ritmes. Dat ‘mag’ is heel belangrijk, want als ik er niet meer ben gaat alles gewoon door. Het is heel betrekkelijk.”

Nogal wit

Tijdens een live optreden worden aan dat geheel ook nog de wisselwerking tussen artiest en publiek en de akoestiek van de ruimte toegevoegd. Ook bij Hothouse Jazz, de broeikas voor avontuurlijke muziek in Leiden zal dit natuurlijk weer het geval zijn. “Ik heb al meer in Leiden gespeeld en ervaar het als een hele leuke stad,” zegt Ronald. “Er zijn mooie musea, veel studenten, een rijk cultureel leven. De belangrijkste uitdaging voor Leiden is eigenlijk: meer kleur in de muziek. Het is nu nogal wit van cultuur, maar ik denk dat het Leidse Keti Koti Festival daar iets aan verandert. Dat draagt echt bij aan het verbinden van culturen. Ik zal daar dit jaar ook weer optreden.”

“De belangrijkste uitdaging voor Leiden: meer kleur in de muziek”

Locatie, locatie, locatie

In de loop der jaren heeft hij op uiteenlopende plekken gespeeld in zo’n twintig landen. “Of je nu voor een groot publiek speelt of een intiemer optreden geeft, maakt weinig verschil voor de voldoeningsgraad ervan. De plek waar je speelt is veel bepalender,” heeft hij ervaren. Zo herinnert hij zich een optreden voor een groep schoolkinderen bovenop een piramide in Mexico, of die keer dat hij in z’n eentje fluit speelde bij de Akropolis. Maar het meest indrukwekkend was toen hij speelde in de cel van Nelson Mandela op Robbeneiland. “Er waren iets van zes, zeven mensen en een gids. Het was enorm indrukwekkend om daar met mijn fluit te communiceren wat Mandela heeft meegemaakt daar in zijn cel, en wat hij betekend heeft voor de mensheid. Echt kippenvel – een overstijgend, ontladend moment.”

Maar ook spontaan kerstliedjes spelen op zijn fluit, door de binnenstad van Delft lopend tijdens de Lichtjesavond, geeft hem voldoening. “Het is dankbaar en het maakt niet alleen de mensen blij, maar ook mij! Zo probeer ik anderen te helpen, mensen met elkaar te verbinden en ze gelukkig te maken. Je bent moreel verplicht om anderen te helpen waar je kan, want ook wie in een gelukkige situatie verkeert kan van de ene op de andere dag in de problemen komen. Iedereen kan ziek worden bijvoorbeeld. Maar… om een ander te kunnen helpen, moet je ook je eigen geluk heel hoog op de agenda zetten. Ik zorg dus dat ik leuke dingen doe, want dan kan ik een ander beter helpen dan wanneer ik me moet opwinden of boos ben.”

“Spelen in de cel van Mandela was een overstijgend, ontladend moment”

Onderzoeken en doorzetten

Het optreden in Leiden is slechts een van de vele leuke dingen die eraan zitten te komen. In 2023 komt er nieuwe muziek uit, en heruitgaves van ouder werk. Ronald schrijft aan zijn autobiografie die volgend jaar zal uitkomen, in mei gaat hij naar Suriname voor een evenement ter gelegenheid van de honderdste geboortedag van zijn vader Eddy Snijders en in juli speelt hij op het North Sea Jazz Festival. “En ik blijf dingen onderzoeken,” zegt hij enthousiast. Hij pakt een boek van tafel over de Franse impressionistische kunstenaar Edgar Degas. “Gisteren gevonden in de kringloopwinkel. Ik ben het nog aan het lezen. Kijk, hier krijg je een beeld van hoe hij aan zijn bekende werken is gekomen,” vertelt hij al bladerend door het boek. “Dat onderzoek, al die vormstudies, wat zijn verhouding was met vorm, licht, kleur… daaraan zie je ook dat zoeken naar dat ene totdat je het vindt. Precies wat ik ook doe. Ik zie mezelf terug in zo’n boek en dat vind ik fantastisch. Als je daar dag in dag uit mee bezig bent, kun je ook steeds tevredener zijn met je resultaten. Eigenlijk zou ik kunnen zeggen: ik heb het paradijs al uitgevonden. Dat paradijs is het kunnen ontplooien van jezelf in een empathische verhouding met je buitenwereld.”

Ronald Snijders & band live:
25 maart 2023, 20.30u
Hothouse Jazz
Qbus, Middelstegracht 123, Leiden
Toegang € 20,-
Tickets