Niet elk rockconcert vindt plaats in een zaal met meer dan honderd roodfluwelen stoelen; een classier omgeving is niet denkbaar. Een podium is er niet, dus de band zit op dezelfde hoogte als ons toeschouwers; de eerste twee rijen van de zaal heeft de band nodig voor hun uitrusting. Vanuit de zaal gezien zitten links Michel Varkevisser (gitarist/achtergrondzanger) en Peter van Dijk (toetsenist), in het midden leadzanger/gitarist Gerrit Koekebakker, en drummer Marcel Heijnen iets meer naar rechts, met bassist Menno Kolk voor hem. De toeschouwers, een select groepje, gaan zitten op een van de bioscoopstoelen en zien op het scherm het logo van Downriver Dead Men Go staan.
De film begint en de gitaristen spelen arpeggio’s totdat de albumcover van ‘Ruins’ verschijnt, een steenkolos in het duister. Dat is een beeld dat regelmatig terugkeert met andere achtergronden erin verwerkt, zoals wolkenluchten, de weerschijn van een vuur en een vloeiend pad van sterren. Een ander beeld dat regelmatig terugkomt, is een op Adam Driver lijkende man met halflang haar die peinzend uit een raam van een wolkenkrabber staart naar de autolichten in een metropool beneden hem. Ook een brandende roos, lepel heroïne boven een vlam en en een eerst liefhebbende en dan ruziënde silhouetten van een stel komen een paar keer langs. Sommige beelden zijn poëtisch (een wit wolkendek met een bliksemflits), sommige confronterend (een door plastic omgekomen meeuw op het strand), andere Blade Runnerachtig (kruisende rode en gele lichten van verkeersstromen in het duister). De film is door Michel, de gitarist, samengesteld, deels uit rechtenvrije beelden, deels uit natuurbeelden van World Animal Protection. Net als bij David Lynch is de plot minder belangrijk dan de sfeer die de beelden oproepen. Wat overheerst in de film is een gevoel van melancholie, dat prima past bij de muziek.
Op de setlist prijken nummers van alle drie hun albums. Deze avond zet de muzikale ontwikkeling van Downriver Dead Men Go mooi in een context: van het rustige, verstilde debuut 'Tides' uit 2015 naar de rijke sound van het majestueuze 'Ruins'. Het tussenliggende 'Departures' (2018) was een overgangsalbum met elementen van beide en was, naast een verwijzing naar de dood, ook een vertrekpunt naar iets nieuws. Downriver Dead Men Go speelt onder andere de titelnummers van ‘Tides’ en ‘Ruins’, drie nummers van ‘Departures’ en het nog niet uitgegeven ‘Nothing more’ en ‘Home’. Complimenten aan hun geluidsman; het geluid in de zaal klinkt niet goed, maar perfect. Dat kan niet makkelijk zijn geweest in een bioscoopzaal met een niet-geoptimaliseerde muziekakoestiek en minder middelen.
Na afloop van een nummer wordt er regelmatig een grondtoon aangehouden door toetsenist Peter. Zo worden nummers min of meer een medley waarin het ene nummer aangenaam overgaat in het andere. Ook hierin sluit de vorm van de muziek goed aan bij de beelden, die ook constant doorgaan en in elkaar overvloeien. Met hun optreden is de bioscoop maken de mannen het ‘cinematic’ in cinematic rock helemaal waar en grijpen tegelijk terug op de vroege filmgeschiedenis. Een eeuw geleden was het gebruikelijk dat de geluidloze films begeleid werden door toepasselijke muziek. Een verschil is er ook: de begeleiding was door een pianist, niet een vijfmansband. Bovendien kun je hier net zo goed zeggen dat de beelden de muziek begeleiden, zozeer versterken beide elkaar.
Op de albums klinkt de stem van leadzanger Gerrit laag en vedderesk, maar bij het tweede nummer, ‘Walking away’, zingt hij live ook even kopstem. Ook klinkt hij galmender dan op de plaat. Hij strijkt teder met zijn plectrum over de snaren van zijn gitaar, zijn ogen gesloten. Menno, de bassist, en gitarist Michel knikken met hun hoofden mee met de muziek. Michel speelt deels akoestisch, deels elektrisch; hij heeft maar liefst drie gitaren bij zich en switcht regelmatig. Tijdens ‘Helpless’ speelt hij een lange elektrische solo, gebogen over zijn gitaar. Drummer Marcel doet moeite om beheerst te spelen, hij gebruikt zijn brushes of tikt zachtjes met een mallet op de bekkens. Interactie met het publiek gaat niet in deze diepdonkere zaal, maar de fans klappen hard na elk nummer.
Na een concert van anderhalf uur keert het publiek voldaan huiswaarts. Hebben we het rationeel begrepen? Nee. Hebben we gevoeld wat de bedoeling was? Ik denk het wel. Wil je een band horen die diepe, onderdrukte gevoelens uitdrukt? Downriver Dead Men Go is er voor jou.