Naast het creëren van de koudste plek op aarde, het herbergen van de Pilgrim Fathers en de balkonscène in de Soldaat van Oranje, hebben we in Leiden ook een wat obscuurdere claim to fame: wij zijn de bakermat van de nederkraut. Nee, dat is niet een hip vegan zuurkoolgerechtje, maar een heus muzikaal genre ontwikkeld door het Leidse trio Black Tarantula. Het bovenstaande zal voor sommigen geen nieuws zijn: de drie heren zijn immers al ruim een decennium bezig met het propageren van hun uitvinding. In die periode stonden ze op talloze podia in de regio, waaronder Werfpop 2022, en brachten ze al drie albums uit. Recentelijk werd in de Resistor hun vierde langspeelplaat ‘Gezelligheid Kent Een Tijd’ gepresenteerd op gepast zwart vinyl. Wij legden hem op onze platenspeler en vonden er het volgende van…

Vermoedelijk zal toch niet iedereen bekend zijn met de term nederkraut. De naam is een toespeling op krautrock, een Duitse muziekstroming uit de vroege jaren '70 die getypeerd wordt door hypnotische ritmes, onconventionele songstructuren en experimentatie met synthesizers en orgels. Als dokter Frankenstein hebben de heren krautrock gecombineerd met elementen van surf en psychedelische garagerock, er een ongezond hoog voltage doorheen gestuurd, en zo Black Tarantula tot leven laten komen: een monster van wervelende orgelsounds, in reverb verdronken gitaarlijnen en samplebare drumbreaks. Bij een op de seventies geënte band horen uiteraard albums die zo analoog mogelijk worden opgenomen op vintage instrumenten en voorzien zijn van bijpassend retro artwork. ‘Gezelligheid Kent Geen Tijd’ past prima in dat plaatje, om te beginnen met de fraaie hoes ontworpen door Viktor Hachmang. Wat een quote van de Heaven’s Gate cult, waarvan 39 leden zichzelf simultaan om het leven hebben gebracht, op de achterkant doet, laten we maar even in het midden, maar op de albumtitel zal het vast niet slaan.

Wat vintage instrumenten betreft zit het ook wel goed. Centraal staat “Van Der Meijgenerator” (in echte Black Tarantula-stijl hebben de bandleden weer drie nieuwe obscure aliassen aangenomen), die met zijn toetsen veel van de melodische hooks alsmede de baspartijen voor zijn rekening neemt. Hij maakt daarbij gebruik van een indrukwekkend instrumentarium, zo horen we onder andere Farfisa-, Vox- en Hohnerorgels en het karakteristieke geluid van een roterende Lesliespeaker, waarmee hij een grote verscheidenheid aan klanken weet te produceren. Dit wordt aangevuld door de gitaar van “Half Man Half Liver”, wiens scherpe gitaarpartijen mooi afsteken tegen de rondere orgelklanken. Over het algemeen ligt de gitaar wat dieper in de mix en zorgen de panische gitaarlicks meer voor ambiance en sfeer, terwijl de toetsen de nummers dragen. Het trio wordt gecompleteerd door slagwerker “No More Mr. Nice Gijs”, die een uitstekende combinatie van technisch beheerst en muzikaal smaakvol spel ten gehore brengt. 

Wie op zoek is naar concrete popliedjes met catchy refreintjes is bij Black Tarantula aan het verkeerde adres. Zoals kenmerkend is voor krautrock zijn de instrumentale nummers meer gestructureerde jams dan conventionele liedjes. Het openingsnummer ‘Gezelligheid kent een tijd’ is een mooie blauwdruk voor de Black Tarantula aanpak: enkele simpele akkoorden, een repetitieve orgel- of gitaarriff, en een afwijkende bridge om de suspense te behouden. Suspense is hierin wel het sleutelwoord: de nummers zijn precies zo opgebouwd dat ze middels repetitie een hypnotisch effect bereiken, maar toch genoeg subtiele variatie bevatten om de aandacht van de luisteraar vast te houden. De grootste prestatie hierin is het evocatief getitelde ‘When flying pyramids collide with space ships’. In de loop van acht minuten vallen de wisselingen telkens precies op de juiste plek, wat een enorm voldoenende luisterervaring geeft. Andere favorieten van ondergetekende zijn het bluesy ‘I’ll take it as a yes’, dat klinkt als een buitenaardse echo van Nat Adderley’s ‘Work song’, ‘Cruel conclusions’, dat begint als een relatief luchtige onderneming maar na een psychedelische interlude moduleert naar de meest grimmige riff van het album, en het Stereolab-achtige ‘Borderline express’.

De vraag die ongetwijfeld ook door het hoofd van Black Tarantula gegaan is: hoe blijven we, ook op onze vierde plaat, instrumentale orgelrock aantrekkelijk houden? En dan niet alleen voor doorgewinterde Deep Purple liefhebbers die urenlang kunnen nerden over de registers van een Hammondorgel, maar ook voor de huis-tuin-en-keuken luisteraar. Black Tarantula lijkt een ritmische oplossing te hebben gezocht voor dit probleem. Waar krautrock vaak wordt voortgestuwd door repetitieve, haast mechanische drumpartijen – “das Motorik”, noemen de Duitsers dit specifieke ritme – zijn de drumpartijen op ‘Gezelligheid Kent Een Tijd’ een stuk funkier. Ook vergeleken met hun eigen eerdere werk is dit hun meest dansbare plaat tot nu toe. Waar de vorige platen behoorlijk duister waren, en soms zelfs wat avant-gardistische trekjes konden vertonen, is dit laatste werk van de band een wat meer gestroomlijnde en toegankelijke aangelegenheid. Om het trio van commerciële zelfverloochening te betichten gaat wat ver, maar het zou me niet verbazen als Black Tarantula hun werk bewust geschikter heeft gemaakt voor zonnige festivalweides, in tegenstelling tot de muffe kraakpanden waar dit soort muziek vaker mee wordt geassocieerd. Maar alhoewel Black Tarantula dan misschien wat van zijn gif heeft ingeruild voor eh, tjsa... gezelligheid, is 'Gezelligheid Kent Een Tijd' gewoon weer een ontzettend sfeervolle, gedetailleerde en professioneel klinkende Black Tarantula plaat die de moeite waard is voor elke liefhebber van alternatieve muziek.