Als je Bas Aarnink en zijn compagnon Stijn Roos van Raadshooven een ding niet kan verwijten dan is het wel luiheid. Met ‘Introspection’ brengt het duo vandaag hun tweede album van dit kalenderjaar uit. En als ik zeg album, dan bedoel ik ook een album, en niet een uit de kluiten gewassen EP’tje van vijfentwintig minuten. Opgeteld met het eerder in 2022 verschenen ‘Chaosism’ brengt ‘Introspection’ de teller op een volle anderhalf uur aan uitgebrachte muziek dit jaar alleen. Even ter vergelijking: dat is toch zeker een goede twintig minuten meer dan een Bon Iver in de afgelopen tien jaar heeft weten te produceren. Productieve jongens dus, die Bas en Stijn, maar staat kwantiteit ook gelijk aan kwaliteit?

Bas Aarnink en Stijn Roos van Raadshooven kennen elkaar van de popacademie in Utrecht, waar de twee gitaristen/producers blijkbaar zo’n goede klik hadden dat ze ondertussen samen een woning hebben betrokken in Leiden. De creatieve samenwerking van het duo begint doorgaans bij een idee van Bas, waarna Stijn een bijpassend stuk of een instrumentale partij verzint. Vervolgens duikt Bas zijn slaapkamer in, waar hij met deze materialen aan de slag gaat. In zijn creatieve cocon werkt Bas dagenlang aan de productie en neemt hij talloze partijen op met behulp van een breed scala aan samples en instrumenten (kijk maar eens goed naar de albumhoes, of de foto hierboven). Na lang broeden ontpopt zich dan uiteindelijk een bontgekleurde vlinder, en in dit geval fladdert ‘Introspection’ nu de wijde wereld in.

‘Introspection’ klinkt alsof Bas en Stijn hun favoriete genres in een grote blender hebben gegoten en die vervolgens een flinke poos op de krachtigste stand hebben laten draaien. De smaak van de resulterende smoothie zweeft ergens tussen maximalistische lofi hip-hop en minimalistische hyperpop, maar fijnproevers zullen er ook zeker hinten in herkennen van indie-folk (de Carrie & Lowell achtige gitaarpartij in het outro van ‘I've never seen the light people talk about. I open op my wallet and dust falls out.’, een songtitel waar Sufjan Stevens zelf zich overigens ook niet voor zou schamen), jazz (de verminderde akkoorden in ‘Feel it fade’), trap (de hi-hats in ‘The Nature of decay’), future garage (de beat en vocal samples in ‘Everything shifts again’) en art pop (de algehele artistieke gewichtigheid van het project). Zoals je hier misschien uit kunt opmaken, vormt ‘Introspection’ een eclectisch en lastig te typeren geheel, wat je eigenlijk gewoon moet ondervinden om een beeld van te krijgen.

Wat betreft de vraag uit het intro zal ik jullie niet langer in spanning laten zitten: ondanks zijn lengte voelt niks aan ‘Introspection’ afgeraffeld aan. Het album is ontzettend professioneel en gedetailleerd geproduceerd, waarbij aan ogenschijnlijk elke van de 3143 seconden die het album duurt grondig aandacht is besteed. Bovendien is alles haarscherp opgenomen en blijft de mix altijd helder ondanks de soms hoge dichtheid. Om de haverklap wordt er een nieuw instrument of geluid geïntroduceerd en de nummers zitten vol met onvoorspelbare wendingen. Zo bestaat bijvoorbeeld het  tweeënhalve minuut durende ‘Ghost with a gun’ uit wel minstens vier verschillende segmenten en verandert het zachtaardige ‘Fishy business’ nog even snel voor het einde in een hip-hop banger. Omdat Bas en Stijn in eerste instantie gitaristen zijn, worden veel nummers gedragen door uitstekende gitaarpartijen, waar omheen een wolk van violen, handpans, synthesizers en soundeffects de rest van het werk doen.

Zoals de titel en de openingstrack vrij pontificaal aankondigen is het thema van het album introspectie. In de woorden van Bas zelf gaat ‘Introspection’ over “reflecteren op wie je bent, wat je doet, hoe je je voelt en waarom je je zo voelt.” Bas heeft de meeste teksten geschreven in een tijd van persoonlijke verandering waarin deze thema’s persoonlijke relevantie voor hem hadden. Dat het thema zo duidelijk op het album geplakt is heeft misschien een reden: de vocals zijn dusdanig vervormd dat ze eigenlijk nauwelijks te verstaan zijn, en het esoterische en intellectualistische karakter van de veelvuldige spraak-samples maakt deze ook lastig te interpreteren. Zo ontstaat er een afstand tussen de artiest en de luisteraar, hoe oprecht de boodschap ook bedoeld mag zijn. ‘Introspection’ komt over als het werk van een producer die voornamelijk zijn ongebonden creativiteit de vrije loop heeft gelaten, en daar achteraf een conceptueel thema aan heeft verbonden.

Ondanks de wat abstracte boodschap is ‘Introspection’ geen emotioneel koude plaat. Een sensitieve luisteraar zal zeker de oprechtheid van Bas kunnen oppikken, en er misschien zelfs wel zijn eigen betekenis aan kunnen geven. Los van wat je er bij voelt is ‘Introspection’ een bijzonder enerverende en moderne luisterervaring, die ook na een paar keer niet gaat vervelen. Bas en Stijn hebben duidelijk een overvloed aan ideeën, en stellen die op dit album in hun breedte tentoon. Deze jeugdige zelfgenoegzaamheid siert ze, maar misschien zou een iets meer gefocust product wel een groter publiek aanspreken. Dat zou mooi zijn, want het duo verlegt de grenzen van wat er muzikaal haalbaar is in een slaapkamer. En wij als Leidenaren mogen blij zijn dat die slaapkamer zich in ons stadje bevindt.