Bas Aarnink en Stijn Roos van Raadshooven kennen elkaar van de popacademie in Utrecht, waar de twee gitaristen/producers blijkbaar zo’n goede klik hadden dat ze ondertussen samen een woning hebben betrokken in Leiden. De creatieve samenwerking van het duo begint doorgaans bij een idee van Bas, waarna Stijn een bijpassend stuk of een instrumentale partij verzint. Vervolgens duikt Bas zijn slaapkamer in, waar hij met deze materialen aan de slag gaat. In zijn creatieve cocon werkt Bas dagenlang aan de productie en neemt hij talloze partijen op met behulp van een breed scala aan samples en instrumenten (kijk maar eens goed naar de albumhoes, of de foto hierboven). Na lang broeden ontpopt zich dan uiteindelijk een bontgekleurde vlinder, en in dit geval fladdert ‘Introspection’ nu de wijde wereld in.
‘Introspection’ klinkt alsof Bas en Stijn hun favoriete genres in een grote blender hebben gegoten en die vervolgens een flinke poos op de krachtigste stand hebben laten draaien. De smaak van de resulterende smoothie zweeft ergens tussen maximalistische lofi hip-hop en minimalistische hyperpop, maar fijnproevers zullen er ook zeker hinten in herkennen van indie-folk (de Carrie & Lowell achtige gitaarpartij in het outro van ‘I've never seen the light people talk about. I open op my wallet and dust falls out.’, een songtitel waar Sufjan Stevens zelf zich overigens ook niet voor zou schamen), jazz (de verminderde akkoorden in ‘Feel it fade’), trap (de hi-hats in ‘The Nature of decay’), future garage (de beat en vocal samples in ‘Everything shifts again’) en art pop (de algehele artistieke gewichtigheid van het project). Zoals je hier misschien uit kunt opmaken, vormt ‘Introspection’ een eclectisch en lastig te typeren geheel, wat je eigenlijk gewoon moet ondervinden om een beeld van te krijgen.