Tristan en Maarten ontmoetten elkaar zo’n vijf jaar terug bij een improsessie in De Pletterij in Haarlem. Allebei waren ze toen al ervaren muzikanten, die al in heel veel andere bands gespeeld hadden. “Die improsessies zijn geïmproviseerde concerten, gecureerd door telkens een andere muzikant, die er dan weer anderen bij vraagt,” legt Maarten uit. De eerste keer dat hij en Tristan samen speelden was dus meteen voor publiek. Toen bleek dat er niet alleen een sterke muzikale klik was, maar ook dat ze allebei in Leiden woonden. “We reisden samen met de trein terug en spraken af om nog eens met z’n tweeën te spelen. De Leidse improscene is niet zo groot, dus we kwamen elkaar al snel weer tegen.”
Na vijf jaar samen improviseren vonden Maarten Wesselius en Tristan ‘Lama Waaien’ het tijd om eens een album uit te brengen met Oorcontact. ‘Vestibule/Lobule’ heet de plaat die afgelopen zomer uitkwam, simpelweg genoemd naar de twee nummers die erop staan. In hun electronische instant composities gaan ze al musicerend op avontuur, met de luisteraar als bijrijder.
Van deep space tot woestijn
De chemie van het samen muziek maken werd in de afgelopen jaren alleen maar sterker. “Als we samen spelen komen we in een flow en reageren op elkaar, vertelt Tristan. “Iets stijgt op, we roeren in elkaars geluid en er onstaat een ‘klankzwerm’. Het is heel avontuurlijk, want er kan van alles gebeuren: je kunt eindigen in deep space, maar ook in de woestijn.” Een ongeschreven regel is wel dat het altijd percussieloos is. “Toch is er vaak wel een puls,” zegt Tristan. “Bij de term electronische muziek denken mensen vaak meteen aan dansen, aan house. Maar onze muziek heeft geen dansbare beats. Het is echt luistermuziek, en als we optreden zit iedereen rustig op z’n stoel. Het heeft meer het effect van trance, waarbij mensen kunnen wegdromen.” “Wij weven tapijten van klank,” zeg Maarten poëtisch. “Dat kan heel kakafonisch zijn, maar ook heel ambient mellow. Het mooie van impro is vrijheid. Alles ligt open.” Hun muziek wordt vaak vergeleken met die van acts als Sun Ra en de minimal music van de componist Terry Riley. Ook is de soundtrack van de originele Blade Runner uit 1982 door Vangelis bijvoorbeeld een inspiratiebron. Naast Oorcontact hebben Tristan en Maarten overigens nog allerlei andere muzikale projecten, waarin ze uiteenlopende muziekstijlen spelen. Zo werkt Maarten aan een soloproject met wat toegankelijkere electronische muziek, met beats en ‘gezellige melodietjes’. Tristan speelde de laatste jaren in verschillende punk- en stonerbands, waar improvisatie ook een belangrijke rol speelt. "Oorcontact is eigenlijk momenteel nog een van m'n weinige actieve acts, we zijn als duo coronaproof en met een handige volumeknop nooit in overtreding van decibellimieten. Ik ben zeker beschikbaar als iemand een tof nieuw project wil opzetten in bandformaat,” vertelt hij. Ook is hij medeorganisator van de maandelijkse ‘Bar & Boos’jamsessies, vernoemd naar het legendarische Leidse kraakpand, dat tien jaar geleden werd ontruimd. “In deze sessies wordt in vrijwel alle stijlen geïmproviseerd, afhankelijk van wie er komt opdagen. Elke muzikant heeft natuurlijk een eigen vocabulaire.”
De Grote Hangplek
Het album bevat twee nummers waarin je meevliegt op zo’n electronisch klanktapijt: ‘Vestibule’ en ‘Lobule’. De tracks zijn relatief toegankelijk qua sound, maar beslist niet van ‘radiolengte’: het eerste nummer duurt 22.43 minuten en het tweede 13.04 minuten. “Omdat onze optredens altijd improvisaties zijn, hebben we geen repertoire of composities. Wel hebben we in vijf jaar tijd heel veel opgenomen. Dit lustrum was een mooie aanleiding om eens in onze archieven te duiken en eens te kijken wat tof was om uit te brengen,” legt Tristan uit. “We hebben een oud en een nieuw nummer op de plaat. Het oude nummer, dat is de tweede track, is uit het eerste jaar dat we als Oorcontact bezig waren. Onze muziek heeft zich door de jaren heen wel ontwikkeld, dat hoor je terug in de opzet en de instellingen.” Maarten is computerprogrammeur en bouwde zelf software om zijn muziek mee te maken. Dit zelfgeknutselde programma dat hij ‘De Grote Hangplek’ heeft genoemd, was er al voor Oorcontact en heeft hij in de loop der jaren steeds verder ontwikkeld. Tristan speelt gitaar en werkt daarbij met allerlei effecten. Of hij speelt op zijn synthesizer, die hij de ‘Lamaha’ noemt. De instrumenten gaan door pedalen de laptop in, en dan wordt het geluid opgenomen en gesampled. Daarmee voegen ze extra lagen toe. Tijdens een optreden gebeurt dit alles live on stage en ontstaat de muziek in het moment. Zelf vinden de mannen het overigens wel meevallen met het experimentele gehalte: “In Leiden vinden mensen deze muziek heel vreemd, maar als je kijkt wat er in omliggende steden als Amsterdam, Den Haag, Delft en Rotterdam gebeurt op dit gebied dan zijn wij best braaf,” stelt Tristan.
Oog- en oorcontact
Het meest bijzondere dat ze de afgelopen vijf jaar hebben beleefd? “Elk optreden is uniek, maar een aantal samenwerkingen op het podium springen er toch wel uit.” Die keer dat ze hun electronische impro’s lieten samensmelten met de klanken van celliste Chieko Donker Duyvis en dwarsfluitiste Ella Keijzer bijvoorbeeld. Ook hadden ze een mooie samenwerking met het Haarlemse Grey Lotus. De opmerkelijkste is echter niet met een muzikant, maar met beeldend kunstenaar Daniëlle Davidson. Zij doet aan live action painting en maakt als reactie op de muziek van Oorcontact kunstwerken met gemengde technieken: vooral met verf, maar ook met krijt of houtskool. Andersom reageren de mannen ook weer op de kunstwerken die ze onder haar handen zien ontstaan tijdens een optreden. “Wij zitten dan een beetje op de achtergrond, en terwijl we muziek maken kijken we naar projecties van haar kunstwerken in wording. Daar reageren we dan weer op. Zo krijg je oog- en oorcontact, haha! Achteraf kan het publiek de kunstwerken ook kopen.” Maarten beschikt zelf ook over een beeldend talent: hij ontwierp en tekende de albumcover voor ‘Vestibule/Lebule’, die in een kleine oplage is gedrukt voor wie het album graag op cd wil hebben.