Zaterdag 22 februari 2020 vond Peel Slowly And See voor het eerst plaats op een nieuwe locatie, de Marktsteeg. Het publiek trok hongerig heen en weer tussen Scheltema, de Nobel en culturele hotspot Marktsteeg 10. Waar wij voorbereid waren op een veranderde sfeer ten opzichte van voorgaande jaren in de Leidse Schouwburg, bleken organisatie, artiesten en publiek deze sfeer behoorlijk hebben weten mee te verhuizen. De line-up was wederom een speels experiment voor de muzikale smaakpapillen. Een verrassende tiende editie!

Melle

Ottla

Speels en mysterieus

Een blik op het podium spreekt soms boekdelen: in het geval van Ottla staan er maar liefst twee drumstellen, een contrabas, een gitaar, wat saxofoons en een serieus aantal pedalboards klaar voor gebruik. Deze jongens hebben spullen en ze zijn niet bang om deze te gebruiken !

Bert Dockx, ook bekend als gitarist bij de Vlaamse rockers van Flying Horsemen, leidt de band het podium op, een flesje water nonchalant bengelend in zijn hand. Even zwaaien naar het publiek met een flauwe glimlach en dan trekt hij zacht tokkelend op zijn gitaar het eerste nummer 'Huisje Tuintje' op gang.

Al snel blijkt dat Ottla niet een jazzgroep is waar makkelijk een etiket op te plakken is: constant switchet de band van hoekige jazzrock naar soepel klinkende ballroomjazz en weer terug. Het is niet altijd even makkelijk te volgen, maar een gebrek aan avontuur en ideëen kan hen zeker niet verweten worden.

'Spinrag' ontpopt zich als een postrocknummer met een zacht, met gitaar ingespeeld, begin en een explosief einde met gierende saxofoons. Het derde en laatste nummer, 'Stofwolk' vangt aan met een hypnotiserende,  elektronische puls waarna aanjager Bert Dockx fel van leer trekt op de gitaar. 

Ottla overtuigt maar overspeelt zijn hand niet. Een fijn optreden dat zich kenmerkt door verscheidenheid, speelsheid en lef. 

 

Oukje den Hollander

Spoelstra

Een intrigerende parade aan bewerkte gitaarmelodieën

Even de straat oversteken naar de atelierruimte van Marktsteeg 10 waar het best even wringen is om een goed plekje te vinden. Dat er veel geïnteresseerden zijn, mag best een goed voorteken genoemd worden, want Spoelstra is allerminst een gewone musicus met een gitaar.  Hij bespeelt zijn kenmerkende, blauwe Rickenbacker, vervormt de gespeelde tonen naar smaak met de electronica die staat uitgestald op een tafel, en strooit daarna de herschikte geluiden met een sequenzer opnieuw de ruimte in.

Het resultaat is een parade aan bewerkte gitaarmelodieën die vast niet ieders kopje thee is. Toch intrigeert het gebodene voldoende om het publiek geboeid te houden. Het klinkt soms funky, soms rauw, maar wel altijd speels en eigenzinnig. En dat is waar dit publiek vandaag naar wil luisteren.

Neighbours Burning Neighbours

Even knuffelen en dan gaan!

Hun optreden in de Kleine Zaal van Gebr. de Nobel is eigenlijk al begonnen, maar het gitaristenduo Alicia Breton Ferrer en Daanie van den IJssel van de Rotterdamse noiserockgroep Neighbours Burning Neighbours is nog niet klaar met de soundcheck. “De drummer wil alles harder. Ook de gitaren!” geeft één van hen door aan de geluidstechnicus. Aangezien de drummer een beetje schaapachtig doch instemmend knikt, kan de geluidstechnicus niets anders dan de volumeknop iets meer richting standje 11 draaien. Aandoenlijk geven de bandleden elkaar nog even een dikke knuffel waarna het optreden ietsjes later dan gepland toch kan beginnen.

Eenmaal van start, laat Neighbours Burning Neighbours er geen gras over groeien: zij grijpen meteen naar de strot met bezwerende noiserock die fijne gedachten oproept aan bands die stevig tegen de stroom inroeiden, zoals bijvoorbeeld Sonic Youth. Meteen blijkt wel dat het luider afstellen van de gitaren geen overbodige luxe was. De basgitaar van Bart Kalkman staat dermate te zoemen en te ronken dat het schelle gitaarspel een beetje verdrinkt. Maar daardoor laten de gitaristen zich zeker niet onbetuigd: gillend en kermend als furies spugen ze hun vocalen de zaal in. Achter hen roffelt Aram Scheeve als een bezetene op de trommels zodat de opzwepende nervositeit van de muziek een fijn zetje in de rug krijgt.

Met een overschot aan spontaniteit en eigenzinnigheid bezit deze band genoeg wapens om een concertzaal naar hun hand te zetten. In geval van twijfel: wel altijd luider die gitaren!

Shortparis

Postpunkpathos en theatrale bombast

De hoofdact van het festival dit jaar is de Russische postpunkact Shortparis, die blijkbaar op het punt van doorbreken staat. De energie en het verlangennaar internationaal aanzien bezitten ze zonder enige twijfel. De zanger krult zich professioneel om de microfoonstandaard terwijl hij zijn Russische teksten op melodramatische wijze de zaal inbuldert. Ondertussen springt zijn kompaan op de voorgrond continu heen en weer, roffelt even op zijn elektronische drumstel, om vervolgens zijn bokkesprongen voort te zetten. Deze blikvangers trekken alle aandacht naar zich toe, terwijl op de achtergrond drummer, toetsenist en gitarist beheerst en koelbloedig hun ding staan te doen.

Liefhebbers van theatrale bombast doordrenkt met jaren 80 postpunkpathos komen vandaag geheid aan hun trekken. Shortparis maakt een zeer ingespeelde indruk en laat dat tijdens het optreden ook zien met een uitgekiende en ingestudeerd aandoende show. Jammer is wel dat hierdoor scherpe randjes ontbreken die andere artiesten op dit festival smoelwerk geven. Een rijke hap, dat wel, maar iets meer smaak had wel gemogen.

Tabanka

Kleurrijk en feestelijk intermezzo

"Een band waarbij elk lid rondloopt met de bandnaam op de borst en het hoofd zal wel niet veel soeps zijn," klinkt er in de Theaterzaal van Scheltema als feestband Tabanka nog druk bezig is met de soundcheck. Niets blijkt minder waar te zijn, want als Tabanka begint te spelen, beginnen in de voorste rijen van het publiek de beentjes langzaam van de vloer te komen. De in zon gedrenkte funanáliedjes uit Kaapverdië lijken ook de aanwezige sceptici voor zich te winnen, aangezien aan het einde van het concert iedereen in Scheltema meedanst of op zijn minst meewiegt.

Het optreden van Tabanka is een vrolijk intermezzo van het festival dat op een fijne en feestelijke manier kleur bekent.

Cykada

Jonge honden redden het niet

De laatste band die vandaag in de Grote Zaal van de Nobel optreedt is het Engelse Cykada. De belachelijk rijke Londense jazzscene brengt de laatste jaren zoveel talent voort dat het tegenwoordig halsreikend uitkijken is naar de volgende hippe, grensverleggende jazzband die het kanaal oversteekt om zijn kunsten op het Europese vasteland te vertonen. Een goede zet dus van de festivalorganisatie om hier bovenop te springen. Aangezien ook Maisha vorig jaar een plekje wist te veroveren op de affiche, belooft deze aandacht veel goeds voor het heden en de toekomst van Peel Slowly And See.

Zo dus ook Cykada. Zij staan bekend om hun stevig klinkende fusionjazz die verrijkt is met een flinke dot psychedelica. Het optreden begint in ieder geval goed: het wervelende 'Dimension stepper' trekt meteen de aandacht die het verdient. Enthousiast als een groep jonge honden beginnen de bandleden op de voorgrond spontaan rond te dansen op het podium. Op zich een goed teken, want als een band laat zien dat ze er zin in hebben, dan komt dat meestal het optreden ten goede.

Jammer genoeg springt deze feestvreugde niet over naar de matig gevulde zaal, die aan het einde langzaam leegloopt richting bijvoorbeeld de Kleine Zaal waar op dat moment Personal Trainer met hoekige Britpop de zaal platspeelt. Een goed begin betekent dus vandaag geen goed einde. Dat is jammer want Cykada verdient zeker een tweede kans in een intiemere omgeving. Gelukkig is ons ter ore gekomen dat zij dit jaar zeker terug zullen keren naar Nederland.

Dat was weer verdraaid lekker