De zaterdag van Welcome to The Village was er één uit het boekje. Deze festivaldag heeft alles in zich. Keihard je in het zweet werken bij Tusky terwijl een wolkbreuk huishoudt boven de Groene Ster of lachen, gieren, brullen bij dé held uit Britsum: Joost. Met je blote voeten door de blubber of toch gewoon een duik nemen in het water. Het kan allemaal vandaag. Daarnaast is het de dag van de mooie billen, want we krijgen er heel wat voor kiezen. De dame van Saint Agnes brengt heel wat hoofden op hol door haar opvallend welgevormde achterwerk, FATA BOOM is allesbehalve preuts in het laten dansen van de halve manen en onze fotograaf Jeanine durfde bijna niet op het knopje van de camera te drukken bij Christeene. Het was een mooie dag.
Peuk - Grauwe Kat
Met nog stijve nekken van de vorige dag worden op de vroege middag de nekspieren alweer volop getest bij de geweldenaren van Peuk. Dit drietal past zo in het rijtje van gelijkgestemde Belgische bands als Brutus en Cocaine Piss, alleen leunt Peuk qua geluid een stuk meer op de alternatieve jaren negentig bands als Sonic Youth en Bikini Kill. Met een wirwar aan drumsalvo’s, overstuurde gitaarpartijen en de hysterie van zangeres Nele Janssen, is het een totale manie die ze op het podium presenteren. Bij veel bands zou dit al voldoende zijn, maar niet voor dit trio. Zoals het een goede Belgische band betaamt betreden ook zij de donkere wateren van de sludge metal en nemen ze bij vlagen even volledig gas terug om even wat zware doomy riffs te serveren zonder daarbij aan energie in te boeten. Dat maakt het wel extra fijn wakker worden met deze band. Waar je tegenwoordig op festivals vaak door deze of gene pianist zachtjes de dag ingeleid wordt, is Peuk meer een luchtalarm waar geen tien bakken koffie tegen opgewassen zijn. (WN)
The Sweet Release of Death - Grauwe Kat
Rotterdam lijkt zo onderhand een thuishaven te worden voor duistere rockbands, met niet alleen grootheden als DOOL en GOLD maar inmiddels ook het toepasselijk genaamde The Sweet Release of Death. Een mix van post-punk, noise en shoegaze, die lijkt geboren uit de industriële omgevingen van Rotterdam, asgrauw en donker, maar met een degelijke charme en bitterzoete schoonheid. De bunker van de Grauwe Kat is dan ook een perfecte setting, die de atmosfeer van een gure kelder vol kringelige rookdampen nabootst. Een voor postpunk typische rollende ritmesectie en ingetogen vocalen van Alicia Breton Ferrer leggen alvast de basis voor hun sound. Maar wat het Rotterdamse drietal het meest een eigen geluid geeft, zijn de gillende, resonerende gitaarslagen van Martijn Tevel. Inventieve soundscapes die de nekharen overeind doen staan, doordrenkt in duisternis maar ook moeiteloos onderhoudend. ‘Er zijn ook plaatjes, mocht je die willen. Nu is het akelig stil. Dank je wel’, mompelt Ferrer vooraleer een toepasselijk postpunkwerkstuk een goed optreden concludeert. Hier gaan we meer van horen. (MS)
Jenny Lewis - Bontebok
Wie een goed geregisseerde rockshow wil zien is bij Jenny Lewis aan het juiste adres. De Amerikaanse, in eigen land een indierock icoon, laat op Welcome to The Village weinig aan het toeval over en brengt een goed geoliede show naar Leeuwarden. Ook over de aankleding is tot in de puntjes nagedacht. Hoewel het orgel het helaas al gelijk bij het openingsnummer Heads Gonna Roll laat afweten. Lewis laat zich er niet door van de wijs brengen. Gevolg is wel dat het orgel de rest van het optreden werkloos het podium vult, maar daar zal later niemand om malen. Lewis werd in eigen land groot als het gezicht van Rilo Kiley (radiohit: Silver Lining). Dit jaar bracht ze On The Line uit, haar vierde soloplaat en een break-up album vol nostalgie en melancholie. Op deze plaat staan onder andere bijdragen van Ringo Starr, Beck en Ryan Adams. Laatst genoemde bijdrage is één waar de zangeres naar eigen zeggen minder trots op is. Het is een album waar potentiële indiepop hits aaneen geregen worden. Tijdens haar show op Welcome to The Village speelt Lewis echter ook veel oud materiaal. De goedlachse en stralende Lewis heeft zichtbaar plezier in haar werk en windt het publiek moeiteloos om haar vinger (inclusief uw recensent). Ook haar zeskoppige band laat niet of nauwelijks een steek vallen en zetten schijnbaar moeiteloos een rete strakke show neer. Een van de hoogtepunten is het aanstekelijke Do Si Do. Jenny Lewis op Welcome to The Village: geklikt? Misschien… Maar zeker erg goed en voor ondergetekende misschien wel een van de hoogtepunten. (TvdV)
Saint Agnes - Grootegast
Het gaat snel met het Britse Saint Agnes. Net een debuutalbum uit en nu al een plekje in de Grootegast. En het wordt al gauw duidelijk waarom. Want hoewel de stevige rock met een bluesy inslag in de stijl van The Dead Weather niet bijster origineel is, wordt het gebracht alsof ze al twintig jaar samenspelen. Hoewel het viertal dus goed op elkaar ingespeeld is, kun je er bijna niet omheen: Kitty Arabella Austen is de grootste blikvanger. Niet alleen door haar venijnige rockstem, gitaarwerk en toetsen maar ook door haar (excuses voor het Frans) voluptueuze derrière, onder een korte rok uitkomend en onwillekeurig een hoop mannen naar voren trekkend. Maar het totaalplaatje maakt de dienst uit, met een band die over de gebruikelijke rockmoves beschikt, maar bovenal het optreden draagt met zware riffs, een stuwende ritmesectie en uitstapjes met de mondharmonica. Wanneer het halverwege iets te inwisselbaar dreigt te worden, maakt de band zelfs een flinke ommekeer met het beklemmende, haast psychedelische I Got a Drum en het gotische getinte Witching Hour. Het zijn dit soort zijwegen die een bak potentie laat zien en met enkel een debuut en een ep nog op zak, gaat Saint Agnes wellicht een gouden toekomst tegemoet. (MS)
GRRRL - Bontebok
Met de heuse supergroep vrouwen van over de hele wereld GRRRL zit je qua maatschappelijke relevantie natuurlijk helemaal goed. Gelukkig houdt het bij deze dames daar niet op, maar kunnen ze samen ook een stevig potje herrie schoppen. Het viertal bestaande uit Wiyaala, Sohini Alam, AWA en Lei Di Dai hebben allemaal hun eigen stijl van zingen en rappen waarmee ze elkaar uitstekend aanvullen. De weelderige zang van Sohini vormt bij opener Positive Vibrations bijvoorbeeld een mooi tegenwicht tegen de furieuze lyrics van AWA. Hun grootste kracht schuilt echter in de beats die ze gebruiken, van reggaeton tot duistere techno en van ghetto bass tot soul, alles passeert hier de revu. Met deze verscheidenheid aan stijlen gecombineerd met hun traditionele zang houden ze steeds spanning in de set, aangezien je steeds op het foute been gezet wordt welke kant deze powervrouwen nu weer opvliegen. Veel nummers blijven zelf wel een tikkeltje eendimensionaal aangezien de teksten vrij simpel zijn om hun boodschap duidelijk te houden. Op zich zijn het vaak hele lovenswaardige ideeën die ze uitdragen over gelijkheid, vrijheid en saamhorigheid, maar na een kwartiertje snap je het idee wel en wordt het meer van hetzelfde. Gelukkig houdt de uitvoering van deze nummers met soms ronduit smerige bassen en sterke zang van elk van het viertal alles probleemloos overeind en zwaaien de vrouwen inderdaad een uur lang op de village met de scepter. (WN)
Abdomen - Grauwe Kat
Een mengpaneel laten ploffen tijdens de soundcheck: het is enerzijds heerlijk rock-’n-roll voor een band, anderzijds een hoop handenwringen en improviseren. Het gebeurt bij die Friese fuzz van Abdomen in de Grauwe Kat. Met een uitloop van bijna een half uur, knallen deze lokale helden er dan ook zonder pauze een tiental songs doorheen. En reken maar dat het drietal een aardig arsenaal aan bondige fuzzrockbeukers op zak heeft, gezien het debuutalbum Emetophobia. Hoewel bassist Redmer de Boer vandaag voor het laatst meespeelt, blijkt het al gauw een meer dan goede afsluiter, thuis in Leeuwarden. Want met zo’n razende en tierende set, zonder ademruimte gebracht, blijft een enthousiaste publieksreactie niet uit. Zo ook wanneer er een gemoedelijke moshpit begint en er zelfs gecrowdsurft wordt. De band blaast en briest in sneltreinvaart door, waarbij gitarist en schreeuwlelijkerd van dienst Peter van Beets zelfs een bierblikje als plectrum gebruikt en bijna zijn gitaar kapot slaat. Kortom: Abdomen doet zijn naam eer aan, rammelend in de buikholte van menig toeschouwer. (MS)
Tusky - Blessum
Tusky wil maar één ding vanmiddag en dat is vakkundig het oh zo mooie Blessum op de kop zetten. En dat is ze met verve gelukt. Je zou bijna denken dat het vanzelfsprekend is, want deze punkrockband, ontstaan uit ex-leden van John Coffey, weten hoe je een feestje moet bouwen. Het is de laatste show van de band deze tour en misschien wel de laatste show ooit, zo verkondigt zanger en gitarist Alfred van Luttikhuizen met een knipoog. Alsof het leven er vanaf hangt, zoveel energie steken de heren in ieder geval in het optreden. ‘Dit nummer is voor alle losers die geen vriendin kunnen krijgen tijdens een avondje stappen’. Het is de opmaat voor Going Out. Dit nummer heeft een heerlijke melodie wat in alles doet denken aan het betere werk van een übernerd band als Weezer en zet door al het stagediven de tent in vuur en vlam. Het optreden krijgt nog een hilarisch karakter als de zanger aan het eind van het optreden oproept om iemand twee nummers lang in de lucht te houden. Lol natuurlijk, maar het spelplezier en een handvol ijzersterk en krachtige gespeelde punkrocknummers maken het optreden van Tusky zo goed. (PvdS)
Sven Hammond - Bontebok
Een revanche op een voortijdig door geluidsoverlast afgesloten optreden van vorig jaar. Zo kan de show van Sven Hammond worden beschouwd. Niet dat de uiterst ervaren band rond Sven Figee met zijn bedwelmende Hammond orgel er een nacht minder om heeft geslapen, maar het is leuk dat ze opnieuw mogen laten horen hoe goed ze live kunnen spelen. Want dat kunnen ze zeker. Natuurlijk staan de orgelklanken centraal, maar de rest van de band en zeker de sprankelende zanger Jared Grant laat horen hoe ze rock, soul en blues kunnen laten samensmelten. “Misschien laat ie zijn sixpack wel even zien”, zo kondigt Sven na twintig minuten instrumentale muziek de zanger aan. Maar deze show heeft de zanger niet nodig, want zijn stem die soms heerlijk in de hoogte gaat past als gegoten bij de band. Oerdegelijk, zo zou je de swingende muziek kunnen omschrijven, wat neigt naar saai. Echter, zodra de bandleden even helemaal losgaan binnen de nummers, inclusief fijne en subtiele Hammond orgel effecten, weet het dansende publiek dat de herkansing die Sven Hammond verdiende geslaagd is geweest. (PvdS)
Lucidvox - Grauwe Kat
Van tijd tot tijd komt het idee weer bovendrijven dat er binnen gitaarmuziek weinig vernieuwing meer te vinden is. Los van het feit dat deze mensen de laatste jaren duidelijk niet goed om zich heen hebben gekeken, is het altijd weer een aangename verrassing als je een band treft die het tegendeel bewijst. Het Russische Lucidvox bestaat uit een viertal dames die verschillende elementen van noiserock, folkmuziek en fuzzy krautock combineren tot een soort rituele ceremonie. Dit is een aanpak die we uit de metalhoek al langer kennen met bands als Heilung, Myrkur en Ulver, maar deze dames hebben hun geheel eigen manier om al deze elementen samen te brengen. De gitaren van Galla en Anna schuren vervaarlijk langs elkaar heen, drumster Nadezha lijkt volledig in haar eigen wereld opgezogen, wisselend tussen hypnotiserende monotonie en buitenaardse ritmes die doen denken aan het meest vuige werk van Amon Duul of Can. Dit alles wordt begeleid door de bezwerende zang van frontvrouw Alina die met haar verfijnde fluitspel als een soort primitieve priesteres de ceremonie overziet. Al deze verschillende contrasterende elementen zorgen voor een unieke show die aan elke vorm van eenduidige beschrijving ontsnapt, maar zonder meer iets geheel eigens en vernieuwends met zich mee brengt. (WN)
Joost - Bontebok
Net als Thomas Azier zou je het optreden van Joost als een soort van thuiswedstrijd kunnen beschouwen. “Te gek om bij de Groene Ster te mogen spelen”, zo geeft hij halverwege het optreden aan. Aangekondigd als de ‘albino van Britsum’ laat Joost een uiterst catchy optreden zien. Vol bravoure, spitsvondig en met de nodige humor staat de rapper en entertainer tussen de nummers door het publiek te woord. Het internetfenomeen weet hoe hij het publiek moet bespelen, en zijn komische hiphop met aanstekelijke beats vinden gretig aftrek bij het massaal toegestroomde publiek. Nummers als Albino en hit Scandinavian Boy zijn daar een goed voorbeeld van. De meeste nummers zijn schetsmatig van karakter en daardoor zit er voldoende snelheid in de show. Absurdistische maar ook de bijzondere teksten die variëren tussen bitches en Zaanse Mayo worden zelfs door de aanwezige kinderen meegezongen. Door zo nu en dan ook wat gabberbeats over het veld te laten vloeien wordt het feestje helemaal compleet. Meer dan 45 minuten heeft Joost niet nodig om te overtuigen. (PvdS)
Battles - Grootegast
Helemaal vanuit Brooklyn komt het mathrockduo Battles , bestaande uit drummer John Stanier en toetsenist/gitarist Ian Williams. Alleen al gezien hun werk in onder andere Helmet, Tomahawk en Storm & Stress is het al duidelijk dat we met een stel klasbakken te maken hebben. Mathrock tot het uiterste, haast aritmisch en atonaal, bestaande uit honderden noten. Het muzikale schouwspel, gepaard met een indrukwekkende lichtshow, trekt een hoop bekijks. Maar hoewel de heren met een hoop invloeden strooien, van jazz tot hiphop, vervalt de onnavolgbare mathrock al gauw in een stortvloed aan drumfills en keyboardgeriedel waardoor een echt verpletterende climax uitblijft. Aan het ijzersterke, grenzeloos technische muzikantschap ligt het niet desondanks, dankzij spannend jamsessies hier en daar zelfs een funky ritme of dikke hiphopbeat. Toch is er, zo laat op de avond, iets te weinig structuur en een te schaarse opbouw aanwezig voor een bevredigende pay-off. Hoewel heel goed op muzikaal vlak, gaat Battles vanavond iets teveel de strijd aan met je geduld. En afhankelijk van je concentratieboog, is het slechts gematigd winnen en in het ergste geval glashard verliezen. (MS)
Kakkmaddafakka
Een schitterend scrabblewoord, dat is deze bandnaam zeker uit Bergen, Noorwegen. Kakkmaddafakka is wellicht niet de gedroomde headliner op Welcome to The Village maar dat neemt niet weg dat ze het publiek geen fijne avond kunnen bezorgen. Want daar staat de band die enkele jaren is weggeweest, toch vooral om bekend. Samen met het publiek een feestje bouwen met pretentieloze luchtige indierock die wat doet denken aan The Kooks. De band is uitstekend op elkaar ingespeeld, maar niet alle nummers zijn even sterk, waardoor het optreden ook mindere fases heeft. Het helpt daarbij ook niet dat de frontman van de band Axel Vindenes continu vertelt dat ze uit Noorwegen komen, het geweldig vinden om in Nederland te spelen en we deze avond vooral memorabel moeten gaan maken. De band heeft echter enkele aanstekelijke nummer waarbij Runaway Girl een hoogtepunt binnen het optreden is. Met dit soort nummers weet de band het publiek weer te omarmen en dansend naar de nacht toe te loodsen. En daar is het de band toch voornamelijk om te doen. (PvdS)
Fata Boom - Grootegast
Fata Boom is een band op oorlogspad met maar één doel: om elke hut waar ze in staan om te toveren tot een springkasteel waar de pret nooit ophoudt. Hiertoe hebben ze een arsenaal van de meest slopende beats meegenomen en een hoop schuddende konten. Qua geluid vat de Boom in Fata Boom alles eigenlijk perfect samen. Hun muziek is hard, lomp en smerig en hun teksten over alcohol, feesten en nog meer alcohol brengen daar ook niet veel verandering in. Veel diepgang of afwisseling zal je hier niet vinden, dus blijft het de vraag hoe lang zo’n concept spannend blijft, maar voorlopig geven ze een van de beste feestjes die je je op een festival kan wensen. Met name de dansmoves van de in string gehulde Jake Credit zorgen elke keer weer voor de nodige opwinding in het publiek en laten het laatste paar tere zieltjes snel naar de uitgang vluchten. De rest van het publiek blijft de rest van de show de nacht in hossen en na het laatste slotoffensief van dit drietal mag het een wonder heten dat de tent überhaupt nog overeind staat. (WN)